Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

XVIII.

Van hun verflag vind ik niets gemeld; Uit het Boek. geene deswegens geboekt is, blykt, dat de Regee1729. ring om den flegten ftaat van Stads Geld Midde

len goedvond, geene Vreugde Maaltyd deswegens te geeven (5): Zy deed egter ter gedagtenis deezer Gebeurtenis, eenen zilveren Penning, ter waarde van eenen gulden, en agt ftuivers flaan.

Aan de eene zyde boven aan, is een Slang met den ftaart in den bek, het zinnenbeeld eener Eeuw, waar door een Laurier, en een Vrede Tak, ter verbeelding van Overwinning, en Vrede, heen gevlogten zyn. Het jaar 1629. den 17. September, de Dag van het overgaan der Stad, vind men daar by. Wat laager ftaan de Wapenfchilden der Algemeene Staaten, en van Fredrik Hendrik Prinfe van Orange; Daar onder dat der Stad, waar nevens deeze letteren S. C. welke beduiden, Senatus Confulto: dat is, nit hoofde van een Raadsbefluit. De andere zyde verbeeld de Stad, aan den Zuidkant, of die der Vugter Poort, aan welken zy ingenomen is: boven ftaan de woorden Jubilate Deo, dat is, Vierd het Eeuwfeeft, ter eere van God: daar onder Silva Ducis, dat is, 's Hertogenbosch. Onder de afbeelding der Stad ligt een Trompet, en de Staf van Mercurius, de God des Koop handels; waar door uitgeduid word, dat de Koophandel, door die Overwinning, wederom in bloei is geraakt, waar onder deeze woorden flaan : Reducta Urbis Ano Cmo. Dat is, het Honderdfte Jaar van de wederbrenging der Stad.

(b) NOTULEN van den 22. Augustus 1729.

De

1729.

van Stads

De Raad van Staaten gelaftte in deezen jaare XVIII. den Kommiefen van 's Lands Krygsvoorraad Hui- Boek. fen, te Hulft, Nieuwmegen, en 's Hertogenbosch, om tot viering van de dagen der veroveringen dier plaatfen, geen buskruit te geeven (c). Het Het vieren openlyk vieren van den Jaarlykfen dag der Vero- van den verjaardag vering deezer Stad, dat met eene Predikatie des, morgens in de Hoofd Kerk, het luiden met alle overgaaf de Klokken, driemaal, het geeven van een vreug- afgefchaft. de Maaltyd op het Stadhuis, het vuuren met het grof Gefchut van de Wallen, en het affteeken van Vuurwerken voor het Stadhuis gefchiede, hield geheel op. De Regeering befloot mede in het jaar 1731. het Prediken, op dien dag af te fchaffen en liet ook de Burgery toe, haare Winkels, op dien dag open te ftellen, die voor heen gefloten moeften blyven (ɗ).

Nader

herstelling

De herftelling van Stads Geld Middelen waar 1730. aan de Regeering zederd eenige Jaaren gearbeid had, vereischte meerder aandagt. De Penningen van Stads, tot verfcheide verteeringen gefchikt, werden in-Geld Midgehouden, en de zes en dertig guldens, die aandelen. ieder Schuttery, voor het Ysbyten, en het onder houden der Materiaalen daar toe nodig, op de helft bepaald, waar door jaarlyks drie honderd een en vyftig guldens befpaard werd (e). In laatere tyden, wanneer Stads Geld Middelen op eenen beteren ftaat gebragt waren, zyn de dertig guldens, die ieder Schepen voor verteeringen genoten had weder ingevoerd.

[ocr errors]

Het

(c) RESOLUTIE des Raads van Staaten van den 30. Au: guftus 1729.

(d) NOTULEN van den 5. September 1731. () NOTULEN van den 11. Mei 1730.

[ocr errors]

XVIII.

Het geld, voor het Ysbyten, is aan ieder Schut Boek. tery, niet alleen ten vollen betaald, maar de agterital der vermindering, is mede voldaan, om 1730. dat zulks uit hoofde van eene overeenkomft, tusfchen de Regeering, en de Schutteryen, was goedgevonden. Doch de verdere Verteeringen zyn voor altoos afgefchaft. Ter meerdere befpaaring van koften, befloot men mede het leveren van Kaarfen, ten behoeven der Stad, opentlyk aan te besteeden, als ook het onderhoud der Schuiten die aan de Hekelen, tot overzetting gebruikt werden, ten laften der Veerlieden, te laaten (f).

1731.

noome

1

De verandering van den Schepenstoel hier ter Voorge Stede, die door de Algemeene Staaten als Herfchikking tog van Brabant, gefchiede, was in deczen tyd der Regee aan eenige Leden der Staaten, om de menigvul ring in de dige verzoeken, ten uitersten laftig, en ook voor jaarlykfche de Regenten zeer koftbaar, om dat deezen zig verande- daarom naar den Haage moeften begeeven, en den Sche- aldaar, agt of tien dagen vertoeven. De Regee penstoel. ring droeg derhalven den Staaten deeze fchikking voor. De voorzittende Schepen, deezer Stad,

ring van

[ocr errors]
[ocr errors]
[ocr errors]

het Hoofd der Regeering, zoude door de Staaten, uit een der Raaden, hier toe volgens Stads Voorregten bevoegd, zonder zig aan Ouder,, dom, of voorrang te binden, verkoren worden. De plaatfen der Overledenen zouden door zulken, na het goedvinden der Staaten, mits zy de vereischtens daar toe hadden, vervuld worden. Tot de Twee, welke uit den voorgaanden Schepenftoel, nog voor een jaar aanblyven

[ocr errors]
[ocr errors]
[ocr errors]

دو

[merged small][ocr errors][merged small]
[ocr errors]

"

[ocr errors]
[ocr errors]

دو

دو

دو

دو

[ocr errors]
[ocr errors]

دو

XVIII.

1731.

moeften, zouden volgens het goedvinden van den jaare 1710. de Twee Oudsten gekoozen Boek. worden. Tot aankomende Schepenen, zouden die, welken het langft in de Regeering geweeft waren, verkoozen worden: de Jongíten die uitgevallen waren, zouden in het volgende jaar, boven aan gefteld, en verkoozen worden; egter zo, dat ieder Schepen, op zyn orde in den Schepenstoel zoude zitten. Wan,,neer Vader en Zoon, twee Broeders of Zwa"gers zig aangaven, zoude die, welke in het voorgaande Jaar uitgevallen was, voorgaan, en ingeval deezen zig te gelyk aangaven, de Oudite in rang. Ingeval de Staaten dit goedvonden zoude zy verder kunnen befluiten, dat de verzoeken alleen door zulken, die op nieuws in de Regeering wilden komen, zouden ,, moeten gefchieden (g)." De Regeering zond haaren voorzittenden Schepen, nevens den Penfionaris ter ondersteuning van dit verzoek, naar den Haage. By hunne terugkomft deeden zy verflag, dat veele Leden der Staaten zig hier toe geneegen toonden, De voorstelling der Regeering was in handen van eenige Gemagtigden der Staa ten gesteld, om dit nader in te zien, en dan daar van verslag te doen (b). Ik heb hier van, geene verdere aantekening gevonden; vaft gaat het dat dit Voorstel der Regeering nimmer tot fland gekomen zy.

[ocr errors]

In

(g) NOTULEN van den 21. Februari en 22. Maart 1731.

(b) RAPPORT van den voorfittenden Schepen, en den Penfionaris. In de NOTULEN van den 21. Mei 1731. :

[ocr errors]

XVIII. Inmiddels was de Regeering in gefchil met den Boek. Heer van Nieuwland, die Houtfchat van het Hout. dat op de Landen der Poorteren van 's Hertogen1731. bofch afgekapt werd, vorderde. Om den LeeMoeilyk zer, een behoorlyk denkbeeld van het Regt der heid der Burgery te geeven, zal ik dit wat hooger ophaalen. Regeering WENSELAUS van Bohemen, en JOHANNA HerHeer van togin van Brabant, gaven op den zeven en twinNieuwland tigften September des jaars 1356. aan de Poorteover het ren deezer Stad, vrydom van Houtfchat. De van Hout-Heerlykheid Nieuwland was toen nog in het vol fchat. le bezit van den Hertog; want op den elfden Au

en den

vorderen

guftus 1630, werd zy aan Roelof van Stakenbroek in Pandfchap gegeven. Zy werd vervol gens ingeloft, en weder aan de Domeinen gehegt, De Staaten verkogten die Heerlykheid op den elfden Juni 1660. Eeuwig, en Erflyk aan Lamoraal van der Noot, Heer van Ryfoir. Gevolg. lyk konden de Staaten, de Houtfchatten, van de Landen der Poorters deezer Stad, die te Nieuwland lagen, niet verkoopen, om dat die, reets vry van Houtfchat verklaard waren, eer die Heer lykheid uit den Boezem van den Hertog ging. Op deezen grond veftigde de Regeering haar ge voelen, toen de Heer van Nieuwland, Houtfchat van de goederen haarer Poorteren, vorderde; des oordeelde zy dit te moeten tegengaan. Doch eer men dit begon, werd met eenige Regtsgeleerden in den Haage gefprooken (4) vervol gens werd befloten, tegen dien Heer, als Eisfcher, fot behoud van der Burgeren Voorregten, een

(i) NOTULEN van den 7. Mei 1731.

ge:

« VorigeDoorgaan »