Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

gevonden: Zeker is het, dat dit geenen voortgang gehad heeft.

XVIII.

Boek.

1740%

Voorraad

De Prys der Graanen was thans magtig gereezen: In het begin des volgenden Jaars, werd de Peg van de Rog, op eenentwintig guldens veer-Duurte der tien ftuivers, en die van de Boekweid, op veer-Graanen. tien guldens geftoken (f). Om dat, inzonder. heid de Boekweid, allermeeft, buiten de Stad gezonden werd, nam men in overweging, naar het voorbeeld van andere Steden, een Voorraad van Graanen op te leggen. Tot onderzoek deezer zaak, werden eenige Leden, benoemd (g). Op De Regee derzelver verflag werden Vyftig Laften Rog, enring doed Dertig Laften Boekweid ingekogt. Dit Koorneenen werd op de Solders van het Stadhuis, in het groot van Graa Gasthuis, en in het Geef, of Armhuis gelegt. nen op. De Inkoop daar van, kwam op Vyftien duizend guldens te ftaan. De Rentmeefter der Politie zoude van den ontfang der Ingekogte, en Verkogte Graanen, eene afzonderlyke Rekening doen, en de Regenten van het Geef, of Armhuis, en van het groot Gasthuis werden aangemand, zorge te draagen, dat 'er altoos een genoegzaamen voorraad van Graanen, voorhanden was; verder gaf En geeft men den Gouverneur in bedenking, of het nietden Goudienftig waare, den Staaten, of den Raad van verneur in Staaten voor te houden, eenigen voorraad voor bedenken de Bezetting, optedoen (b). De Prys van het Koorn, die daaglyks toenam, waardoor veele ge- Bezetting ringe Bakkers in deeze Stad hunne Bakkeryen te doen.

niet

(f) AANTEKENING op het Komtoir des Kapittels van Ditfchot.

(g) NOTULEN van den 11. October 1740.

zulks mede

voor de

XVIII.

1740.

niet aan den gang konden houden, deed de ReBoek. geering befluiten, nog Vyftig Laften Rogge in te koopen; Zy gelafte de Dekenen van het Bakkers Gilde, eenen Lyft der onvermogende Bakkers op te geeven, om een ieder van hun, uit Stads voorraad, één zak Rog, tegen den bepaalden prys uit te ryken, welken betaald zynde, van eenen anderen zoude gevolgd werden (¿). Immiddels gaaven de Regenten van het Armhuis te kennen, dat de uitdeelingen aan den Armen, zo menigvuldig geweeft waren, dat zy, om die gaande te houden, genoodzaakt waren, drie duizend guldens, ten lafte van dat Godshuis te moeten opneemen, waaromtrent zy, de goedkeuring der Regeering verzogten, die hun verleend werd (k).

Moetwil

meen.

Niet alleen de Graanen, maar ook alle de Eetvan het Ge-Waaren fsteegen ter deezer tyd in Prys, waar door het Gemeen te zamen rotte, en kwam zo my berigt is, eerft op het Hinthamer eind by een, alwaar een Jong Vrouwsperfoon, door het flaan op een Koekepan het zelve meerder aanzette; men dreigde zelfs eenigen overlast aan de Bakkers, en Grutters Huizingen te doen, waarby het thans bleef: Doch een, of twee dagen daarna, vielen eenige Mans, en Vrouwsperfoonen, door eenige jongens gevolgd, op de Buiten Lieden, die eenige Eetwaaren ter Markt bragten aan welken zy daar van, beroofden. Voor het Stadhuis ftond een Kar met Brandhout gelaaden, welken zy voor hadden te plunderen, doch de Schepenen, toen op het Stadhuis vergaderd, zulks ziende, begaven zig allen naar den Markt, en

() NOTULEN van den 26. October 1740
NOTULEN van den 9. November 1740

brag

bragten te weeg, dat het Gemeen fpoedig ver- XVIII. ftrooid werd. Terftond deed men afkondigen; Boek. dat een ieder zig zoude wagten, aan de Buiten 1740. Lieden, die hunne Waaren ter Markt bragten eenigen overlast te doen: Die zig hier aan schuldig maakte, zoude met Openbaare Geeffeling, geftraft werden: ook beloofde men Vyftig Guldens, aan die, welke eenige Moedwilligen aanbragt (1).

niet voor

De hoop op winft deed veele Voorkoopers, Orde, dat alle Eetwaaren, die ter Markt gebragt werden, de Voorterftond opkoopen: zelf ging men de Opgeze-koopers tenen buiten de Poorten te gemoed, alwaar ge-elf uuren noegzaam alles opkogt werd, waardoor de duurte mogen vermeerderde; Om deeze wanorde voortekomen, koopen. befloten Schepenen; dat de Voorkoopers geene Eetwaaren by het inkomen der Poorten, op de Straaten, Markt, noch aan de Huizen, zouden mogen koopen, of laaten koopen, voor dat de klok des morgens, elf uuren geflagen was, op de verbeurte van Twaalf Guldens, indien zy de Buiten Lieden te gemoed gingen, en van zes, indien zy voor elf uuren iet kogten (m). Doch de Buiten Lieden, die zig met de Voorkoopers verstonden, kwamen niet voor elf uuren ter Markt; Schepenen deeden derhalven, eenigen tyd hierna, afkondigen; dat de Buiten Lieden, die ter Markt wilden komen, niet buiten de Stad, tot na elf uuren, zouden mogen blyven, maar hunne goederen terstond ter Markt brengen, op de verbeurte dier Waaren, en eene boete van zes guldens. De

(1) NOTULEN van Schepenen van den 26. October 1740. (m) NOTULEN van Schepenen van den 27. October 1740.

XVIII. De Burgers, die hunne Huizen leenden, om de Boek. Eetwaaren der Buiten Lieden te bergen, tot dat 1740. de klok elf unren geflagen was, zouden twaalf

van een

alhier.

guldens verbeuren: Den Schippers Knegten, die veele Eetwaaren opkogten, om naar Holland te vervoeren, werd op dezelve Boete geboden, geene meerdere Eetwaaren, dan zy voor haar onderhoud nodig hadden, te koopen; ontdekte men meerder in de Schepen, zouden de Schippers, daar voor, aanfpreeklyk zyn (n).

Onderhan- Het Voorstel, om een Tugthuis hier ter Stede deling over te maaken in den Jaare 1733. vrugtloos afgelohet maaken 'pen, werd thans weder levendig: Die der MeyeTugthuis rye, hadden zig deswegens by de Algemeene Staaten, of by den Raad van Staaten vervoegd van daar werd Hun Verzoek, nevens de berigten des Hoogfchouts, en der Kwartierfchouten, wier gevoelen bevorens daar over ingenomen waren, in handen der Regeering alhier, gefteld. Deeze magtigde tot onderzoek van alles, eenigen Vertoog van haare Leden (o). Op hun verflag fchreef de der Regee-Regeering den Raad van Staaten, dat de Stad op ring daar- zig zelf, weinig belang by het Tugthuis had, omtrent. dewyl het voornaamlyk zoude dienen, om de

Meyerye, van de Landlopers te zuiveren In het jaar 1733. had zy met drie Kwartieren der Meyerye, daarover gehandeld, doch men was tot geen befluit gekomen. Het toenmaalig ontwerp verfchilde veel, van de thans beraamde fchikkingen, het geen zy van ftuk tot ftuk aantoonde; Zy verklaarde om alle de redenen, in haar vertoog

ver

(n) NOTULEN van Schepenen van den 9. November

() NOTULEN van den 16. Februari 1740.

XVIII.

vervat, van het oprigten eenes Tugthuis aftezien, en dit aan die der Meyerye over te laa- Boek. ten (p). Hier op bleef het Tugthuis agter. In de jaaren 1751. en 1752. werd de zaak wederom levendig.

1740%

den Land

Thans fchreef de Regeering van Breda, aan Vergeefde Wethouderschap van 's Hertogenbofch, dat fche pozig nu de mooglykheid opdeed, om den Brabant-gingen om fchen Landtol, by Uitkoop, te vernietigen: ten Tol aftedien einde floeg zy eene Zamenkomft binnen schaffen. haare Stad voor. De Regeering alhier magtigde daar toe Eenigen uit den haare, doch gaf in bedenking, om die Zamenkomft, te Tilburg te houden (9); Waar in de Wethouderschap van Breda bewilligde; Men kwam dan in de maand Auguftus deezes jaars, aldaar, byeen (r). Hier werd befloten; den Raad van Staaten te verzoe-komft daarByeenken, de Verpagting van den Tol, voor Een Jaar over te Tilte doen, om gedurende dien tyd, de wyze derburg ge Affchaffing, en de Schadeloosstelling voor den houden en Lande, te beraamen. De Regeering deezer Stad daar van. verflag deed zig dit welgevallen (s), en zond Twee haarer Leden, om de nadere Byeenkomften, by te woonen (t). Aldaar befloot men, door agt Leden dier Vergadering op te maaken, hoeveel ieder Plaats in Brabant, tot Uitkoop van dien Tol, aan 's Lands Domeinen, betaalen zoude (u). Het De zaak

is blyft ste

(P) BERIGT der Regeering van den 6. Maart 1746. In de NOTULEN van den 4. Maart 1740. (9) NOTULEN van den 23. Juli 1740. NOTULEN ván den 3. Auguftus 1740. NOTULEN van den 20. Auguftus 1740. NOTULEN van den 28. Auguftus 1740, NOTULEN van den 26. October 1749

ken.

« VorigeDoorgaan »