Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

XIX.

werd in het volgende jaar begonnen. De eerfte SteeBoek. nen werden gelegt door Antoni Martini, thans Penfionaris der Stad, Zoon van wylen Mr. Hen1741. drik Bernard Martini, toen ter tyd voorzittend Schepen van 's Hertogenbosch.

maakt.

De Bosch De Bofchdyk, die ten Weften der Rivier de dyk opge Dieze, buiten den Boom ligt, was altyd door het Gemeene Land, als tot de Veftingwerken behoorende, tot den jaare 1737. toe, of daar omtrent, onderhouden. Na dien tyd, werd die Dyk geheel verlaaten, en voor de Trekpaarden der Schepen, geheel onbruikbaar. Den Hoofd Ingelanden van den Polder in het Boffche Veld, voor welken de Bofchdyk, tot eene waterkeering diende, waren wel genegen, dien Dyk, in ftaat te brengen, en te houden, doch vermeenden, dat de Schippers, als merklyk daarby bevoordeeld, hier in, mede iet moeften draagen. Men kwam dan overeen; dat de Polder, dien Dyk tot de hoogte der Steene Beeren, die in de Stads Graften waren, en ter breette van dertig voeten op den kruin, zoude doen maaken, mits het Schippers Gild, daar toe jaarlyks, aan den Polder, honderd guldens zoude geeven (m).

Eeuwfeeft

van 's Her

togenbofch.

Thans was het een Eeuw geleden, dat de Klasfis der Klaffe van 's Hertogenbosch opgerigt, en voor de eerste maal vergaderd was. De Leden van het zelve befloten, het Eeuwfeeft daar van, op den tweeden van Auguftus te vieren; Zy ftelden dit befluit den Schepenen voor, en verzogten, dat de Woensdaagfche Avondbeurt, die ten beftemden dage inviel, in eene Morgenbeurt veranderd, en dat aan

(m) NOTULEN van den 11. Januari 1741.

de

174T

de Leden der Klaffe, eene Zitplaats in de Kerk, XIX. toegeftaan mogt werden: Dat wyders Schepenen Boek. nevens den Penfionaris, en Griffier, die Leerrede geliefden by te woonen, en de Klaffe des Middaags, met hunne tegenwoordigheid, op de Klasfikaale Maaltyd, verëeren, het welk door Schepenen toegeftaan, en aangenomen werd (n). Kornelius de Witt Predikant deezer Stad, deed in de Hoofdkerk, eene Leerrede over Pfalm XXXVIII. vs. 8. waarin hy alles, het geene, wegens de Hervorming, zo binnen de Stad, als in de Meyerye voorgevallen was, en wat tot de Opregting der Klaffe betrekking had, verhaalde. Des Middaags gaf de Klaffe in den Ouden Schuts Boomgaard, een deftige Maaltyd. Alle de Gaften, werden met de Gedrukte Redenvoering, op dien morgen uitgesproken, nevens eene Zilveren Penning, op deeze Gebeurtenis geflagen, befchonken.

In de maand Februari des volgenden jaars, 1742. des avonds om zes uuren, ftorte de Steene Brug Inftorting aan het einde der Straat, de Oude Dieze ge-der Steene naamd zonder dat 'er eenig ongeluk door ge-Oude DieBrug by de fchiede, onverwagt in. In den beginne wift men ze. hier van geene rede te geven, doch by het opruimen van de Puin, en het liggen van de Grondflagen der Nieuwe Brug, bevond men, dat de Wellen, in den grond aldaar gevonden, de oor

zaak deezer Inftorting waren. Die Brug werd De RogeeIn den volgenden Zomer hersteld (0).

ring trage

De Stad had zederd het aanleggen van den het onder

Straat-houd van 's Lands

(a) NOTULEN van Schepenen van den 13. April Bruggen

1741.

over te

XIX.

1742.

Straatweg op Eindhoven, meer belang dan voorBoek. heen dat die Weg bruikbaar gehouden werd, en , vermits zulks, door de Herftellings aan 's Lands Bruggen, waar over de Regeering geen gezag had, dikwils belet kon worden, verzogt zy den Gemagtigden tot den Straatweg, te onderzoeken om 's Lands Bruggen voor een jaarlykfe Som over te neemen (p). Naderhand besloot men met den Raad van Staaten, daarover, te handelen: Ten dien einde werd de Voorzittenden Schepen, en de Penfionaris naar den Haage gezonden (q). Eenigen tyd hierna, werd dit Verzoek, aan de Afgezondenen des Raads, die zig thans binnen deeze Stad bevonden, gedaan, als mede, dat het Verzoek, door de Afgezondenen, in den Haage te doen, door hen bevorderd mogt werden (r). De Raad die in het Verzoek der Regeering bewilligde (s), gelafte den Directeur der Veftingwerken, eene Begrooting daarop te maaken, en de Regeering magtigde Eenigen, om met hem daarover te fpreeken (t). Of men zig in die Byeenkomft over de zaak niet verdragen kon, is my onbekend. Vaft gaat het, dat 'er niets meer van aangetekend, en ook niets van geworden is. Het Bedde De Straatweg in het voorleden Jaar begonnen, van den was thans tot Boxtel voltooid. De Regeering had Straatweg boven dien, het maken van den Grond tot Eindvan Boxtel hoven toe, aanbefteed, waar van de Koften, met Barriere tehet Inkoopen der Landeryen, daar toe nodig, op

tot aan de

Beft beAtraat.

NOTULEN van den 31. Auguftus 1742.
NOTULEN van den 7. September 1742.
NOTULEN van den 14. September 1742.
NOTULEN van den 9. November 1742
NOTULEN van den 19. Februari 1743. ·

ruin

1742

ruim veertig duizend guldens kwamen te ftaan: XIX. Hier van moeften de Renten betaald worden; Boek. en vermits die gedaane koften geen het minfte voordeel aanbragten, befloot de Regeering, by voorraad, de helft van dien Weg, tot het Gehugt Beft, onder Oirschot gelegen, te doen Beftraaten, en daarop Twee Tolhuizen te ftellen (u). De koften daarvan, kwamen op honderd agtentwintig duizend negen honderd zevenendertig guldens en tien ftuivers, te ftaan (v). De Twee Tolhuizen op dien Weg, werden voor negenduizend vierhonderd vyftig guldens, aange nomen (w).

Timmeren

Hier voor heb ik meermaalen de klagten der 1743. Regeering, over den Laft der Servitie gelden, Oorsprong opgegeeven, en aangetoond, wat moeite zy, van van het tyd tot tyd heeft aangewend, om de Burgery, der Barakdie dezelven eigenlyk niet fchuldig was, daar ken hier ter van te bevreiden; Doch dit alles had tot nog toe,Stede: geen gewenfcht gevolg gehad: Derhalven werd Zy genoodzaakt, om de Burgery, dien Laft draaglyk te maaken, te verzoeken, dat binnen deeze Stad, tot Huisvesting der Bezetting, eenige Barakken gemaakt mogten werden. De Raad van Staaten benoemde dan in dit Jaar den Directeur der Veftingwerken, om met den Gouverneur, en de Regeering, naar bekwaame Plaatzen, alwaar, Barakken met Stallingen, die ruim genoeg waren, om de toenmaalige Bezetting te huisvesten, gemaakt konden werden, om te zien: Hy

u) NOTULEN van den 31. October 1742. (v) NOTULEN van den 18. December 1742.

moeft

NOTULEN van den 23. Mei 1743. en 1. De.ember

1744

XIX.

[ocr errors]

moest mede met overlegging als voor, eene Be Boek. grooting van dit werk opgeeven. De Regeering 1743. gelafte Eenigen uit den haare, om met den Directeur daarover te handelen, en van hun wedervaaren, en gevoelen, verflag te doen (x). Dit werk werd dan door den Gouverneur, en Directeur met genoegen der Regeering ondernomen (y), waarvan de Gouverneur den Raad van Staaten kennis gaf. Dees fchreef de Regeering aan, dat zy thans, op het uitvinden van Geld Middelen daar toe, moeft bedagt zyn, en alzo dit haast vereischte, zoude zy, Eenigen naar den Haage zenden om den Raad haar gevoelen, en het voor en tegen, daar omtrent, optegeeven (≈). De Regee Terftond werden eenige Leden der Regeering ring geeft naar den Haage gezonden, om met den Raad, op deeze voorwaarden te handelen;,, dat de Servitie gelden door den Lande tot den jaare 1648. te rug gegeven waren, wanneer men die, op den Staat van Oorlog, ten lafte van Holland had gebragt. De Burgery, had die egter voldaan, en de Teruggeving was agter gebleven: De verfchotten daar van beliepen, in het jaar 1669. Tweemaal Honderd zeventig duizend guldens, en waren in het jaar 1713. tot Tien Tonnen fchats, aangegroeid. De deugdlykheid daarvan, bleek uit het goedvinden der Algemeene Staaten van den 13. Auguftus 1698. ,, waarby de Staaten van Holland, door dezelven verzogt werden; de Servitie gelden van 's Her

op, den

Voet, waar op zy daar." over wil handelen.

[ocr errors]

دو

[ocr errors]

(x) NOTULEN van den 23. Maart 1743.

(y) NOTULEN van den 30. Maart 1743.

وو

(*) RESOLUTIE van den Raad van Staaten van den 12. April 1743.

« VorigeDoorgaan »