, 's Hertogenbosch, door een daad werklyke Be, taaling te doen zuiveren. Het zoude derhalven de Burgery hard vallen, thans met de belas,,ting, om daar uit, de Betaaling der Barakken ,, te vinden, bezwaard te worden. Ingeval de 99 Staaten van Holland, dit alles geliefden uit te ,, voeren, of daar toe, de noodige penningen te ,, betaalen, de Regeering was genegen, wegens 99 dien merklyken Agterftal, eene Overeenkomft te fluiten (a)." وو وو وو وو XIX: 1743 De Raad van Staaten, die in dit alles geen ge-Het welk noegen nam, antwoorde op het Vertoog, der geen in Gemagtigden. Dat de tyd om iet van Hol-gang vind. land te bekomen, thans ongunftig was. Het was derhalven beft te overleggen, op wat wyze men de Burgery gevoeglykts, van den Overlaft der Servitie gelden, ontheffen zoude. Hy had een overleg gemaakt, om voor agtien honderd mannen, Barakken te Timmeren, waartoe, Honderd Twintig duizend guldens nodig ,, was. De Renten, en Onkoften daarvan, zouden uit eene Halve Verponding gevonden kunnen 3, worden." De Regeering belaste haare Gemag- Nadere tigden, op de voorige Redenen aan te houden, voorflag en daar by te voegen,,, dat de Burgery, by het der Regee Timmeren der Barakken wel voordeel genieten" zoude, doch zo groot niet, als men wel dagt, ,, om dat veele Ingezetenen, die Kleine Huisjes ,, tot berging der Soldaaten bekwaam, bezaten, daar door, van hunne Koftwinning ontzet werden. Dit was van meerder nadruk, om dat de , Belafting der Barakken, op de Huizen gelegt zoude (#) NOTULEN van den 18. April 1743. ring. し XIX. Boek. " zoude worden. Veele kleine Huizen zouden daarom verlaten worden. Ingeval de Raad, ,, op het Timmeren der Barakken aanhield, meen1743. de zy, dat zulks ten kosten der Vereenigde Nederlanden, die eigenlyk de Schuldenaaren der Servitie gelden waren, gefchieden moeft. Het kon de Stad tot geen nadeel ftrekken, dat het Geweft, op wien de Betaaling der Servitie gelden gebragt waren, die niet betaalde. De zaak bleef geheel buiten het beftek der Stad. In"; geval de Vereende Geweften, over die betaa,, ling oneens waaren, was het gevoeglyker, dit door eenen nieuwen Eifch, over alle de Vereende Geweften te vinden, dan de Ingezetenen der Stad, onder dien Laft, te doen zugten: En alzo men om dit werk ten einde te , brengen, tyd nodig had, en de Raad, op het Timmeren der Barakken aanhield, zouden Stadts Gemagtigden te kennen geeven, dat de Regee,, ring vertrouwde, dat gelyk de Burgery, tot dus verre, de Servitie gelden, onder PROTE"STATIE verfchoten; Zy, onder bewaaring van haar Goed Regt, by wege van verder verschot, tot het Timmeren van Barakken, voor Agtien honderd Mannen, boven het geene de Bezetting, tot onderhoud nodig had, insgelyks toeftemmen zoude, doch men konde hier toe, ,, eene minder drukkende Laft, dan een Halve „verponding, invoeren. De Gemagtigden zouden derhalven verzoeken, dat de Penningen, ,, tot het Timmeren der Barakken nodig, door den Raad van Staaten verfchoten, en het onderhoud, van 's Lands wege, verzorgt zoude " werden. Als het werk dus gefchikt ware, zou " 29 وو den " وو دو XIX. 1743. den de Gemagtigden verder aandringen, dat de Ingezetenen van alle Laften ontheven werden, Boek. en dat de Raad, den Algemeenen Staaten, de " ongehoudenheid der Burgery, geliefde te ver,, toonen, op dat de Ingezetenen alhier, nevens die der verdere Generaliteits Steden, 's Lands Laften zouden kunnen draagen (b)." Dit alles vond geenen ingang (c). Na veele voorfla- De zaak gen; en antwoorden des Raads van Staaten krygt zyn kwam men eindlyk overeen; dat de Regeering,beflag. tot betaaling van de Renten, der opteneeme penningen, tot het bouwen der Barakken nodig, en het onderhoud van dien, zes duizend guldens jaarlyks verftrekken zoude: Deeze zouden uit eene Omflag, op de Huishuuren, en eene, op de Amptenaaren, Kooplieden, en Nering doende Lieden, die van de Bezetting voordeel ge. nooten, gevonden worden. Ter Aflosfing der opgenoome Penningen, zoude Eentwintigste van 's Lands Gemeene Middelen geheven worden. De Regeering zoude Barakken, voor Agtien honderd Mannen timmeren: Ingeval de Be zetting sterker, dan Agtien honderd Mannen was, zoude aan de overigen, het gewoone Servitie geld, betaald worden. Eindelyk werd de Regeering Gemagtigd, om Honderd vyftig duizend guldens, daartoe, opteneemen, en eene Jaarlykfche Zetting op de Huishuuren, ten laften der Bewooners, en de Amptenaaren, en Lieden, die op Kamers woonden, te doen. Tot invordering van dien, werd het Regt van Daadlyke Regts uitvoering, met voortrekking van 's Lands fchul (b) NOTULEN van den 28. April 1743: NOTULEN van den 3. Mei 1743. den XIX. 1743. en den verleend. De Regeering zoude van het ine Boek, komen van dit alles, geen ander gebruik, dan het betaalen der Renten, de Aflosfing der Hoofdfomme, het onderhouden der Gebouwen, en het verdere daarin benodigde, mogen maaken daarvan een afzonderlyke Rekening houden (d). Voorzorg De Regeering begreep altewel, dat haare Stads der Regee. Voorregten gekrenkt waren, vermits de Algering we meene Staaten in haar befluit gefteld hadden; dat Regt om zy de Regeering Magtigde, het Geld, ter OpPenningen bouwing der Barakken nodig, ten laften der Stad, te mogen op te neemen. Zy fchreef derhalven de Staaten; opneemen.dat zy, zo ten tyde der Hertogen, als naderhand, gens haar naar luid van Stads Voorregten, zonder bewilli ging van iemand, Penningen had opgenomen ; Zulk was by de Staaten zelfs, op den vierentwintigften April 1674. bevestigd, en het bleek byzonder uit het Octrooi, tot het maaken van den Straatweg gegeeven, waarin, van geene Opnee, ming van Penningen, gerept werd. Zy dan be ducht, dat deeze Uitdrukking, ten nadeele haarer Stads Voorregten, in gevolg getrokken zoude kunnen worden, verzogt den Staaten, dat zy zig nader daaromtrent geliefden te verklaaren (e). Het gevolg hier van is my niet voorgekomen. De plaats De Botermarkt was van oude tyden af, op de der Boter Groote Markt omtrent de Gevangen Poort ge markt ver houden. Zulks belemmerde den doorgang daar anderd. ter plaatze geweldig, zelfs werd de Handel, door het ryden van Karren, met Graanen en andere zaa (d) RESOLUTIE der Staaten Generaal van den 27. No. vember 1743. (e) BRIEF door de Regeering aan de Staaten Generaal gefchreeven. In de NOTULEN van den 9. December 1743. Boek. 1743. zaaken, die ter Markt gebragt werden, geftoord. xix. Men oordeelde het daarom noodig, eene andere Plaats, tot het houden van eene Boter Markt uit te kiezen (ƒ). De Gemagtigden tot den Beleide, welken de Regeering zulks verzogt had, deeden verflag; dat men wel een Boterhuis kon Optimmeren, doch de Stad zoude haare Rekening, daarby, niet vinden: zy vermeenden egter, dat de Botermarkt verplaatft moeft worden, en gaven daar toe de Plaats, by de zogenaamde Korte Kamer, op. De Regeering die hierin genoegen nam, gelafte die Plaats met Steenen aftebakenen, om de Botermarkt aldaar te houden (g). rakken no In het begin des jaars 1744. kogt de Regee- 1744ring tot het opregten van Barakken, verscheide De Huizen Huizen, en Erven, waar van zy door den Raad, en Erven kwytslag van den Veertigften Penning, als zynde tot de Badeezen, ten dienste des Lands gekogt, ver-dig in gekreeg (b), De Bouwftoffen werden mede van kogt, en 's Lands Impoft op de Groove Waaren gefteld, die Gebevryd (i). Matraffen, Dekens en andere zaa- bouwen ken in de Barakken nodig, werden insgelyks van teed. de betaaling des Brabantfchen Land Tol ontheven (k). De Barakken werden in deezen (f) NOTULEN van den 3. Maart 1743. Jaare RESOLUTIE des Raads van Staaten van den 13. Fanuari 1744 (i) APPOINTEMENT des Raads van Staaten op de Re. quefte der Regeering van 's Hertogenbosch van den 25. Februari 1744. In de NOTULEN van den 2. Maart 1744. (k) APPOINTEMENT des Raads van Staaten op de Requefte der Regeering van 's Hertogenbosch van den 29. Juni 1744. In de NOTULEN van den 27. Juli 1744. aanbe |
