Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

XIX. Jaare (), en in het volgende, de Bedsteeden, TaBoek. fels, Banken, Afchbakken, Tangen, Schuppen, Linden Strozakken, aanbefteed (m):

1744. Staartfter.

༄ བརྫུ་ནསྐུ༥,,

De Staartfter, die zig thans vertoonde, en wiens eerfte ontdekking, op den negenden December des voorgaanden Jaars gefchiede (n), werd ook hier ter Stede gezien. Men vond alhier nog veele Lieden, die ongegrond, dit Verfchynfel als een voorbode, van naderende Oorlogen, en Rampen, aanmerkten.

Prins Karel De Koninginne van Hungarien, en Bohemen van Loth had haare zufter Maria Anna, en deszelfs Geryk en zy maal Karel Prins van Lothryk, tot algemeenen ne Gema Bevelhebber der Ooftenrykfche Nederlanden aanlinne te 's Herto gefteld. Deeze namen de Reis in het begin van genbofch dit jaar, derwaars aan, by welke gelegenheid zy verwagt. ook door 's Hertogenbofch trekken zouden. De

Baron van Reifchach, buiten gewoon Afgezand
dier Koninginne in den Haage, gaf den Alge-
meenen Staaten eenen Brief zyner Meeftereffe
over, waarin zulks bekend gemaakt werd; met
verzoek, dat de Staaten het Doorlugtig Paar,
op den Togt, door derzelver Landen, alle Ge-
mak, en Zekerheid verfchaffen wilden. Terftond
werd den Amptman der Stad Graave, den Hooog,
en Laagfchout van 's Hertogenbofch, den Dros-
fard van Breda, en die der Heerlykheid Loon
op Zant, gelaft, een behoorlyk getal Trekpaar-
den, ieder in hun bewind, tegen den bestemden
tyd in gereedheid te doen ftellen, en van plaats, tot
plaats,

() NOTULEN van den 2. Maart 1744.
(m) NOTULEN van den 2. Januari 1745.

(n) EUROPISCHE MERCURIUS van den Jaare 1744. I. Dee

Bladz. 98. en 99.

1744.

die te gaan

plaats, de nodige Ruitery ter begelyding, vaar- XIX. dig te houden. Insgelyks werden de Bevelhebbers Boek, der Steden, Graave, 's Hertogenbosch, en Breda aangeschreven, hunne Hoogheden allen eer aan te doen, hen buiten de Poorten der Steden, te ontfangen, de Bezettingen in de Wapenen te ftellen, en het Gefchut te loffen. De Regeeringen dier Plaatzen, waar door zy hunnen weg moeften neemen, zouden alles, wat tot Huisvesting, en Levensmiddelen nodig ware, op eenen redelyken voet moeten schikken (o). Aan Schepenen dee-De Regeer zer Stad werd de bestelling voor al het nodige op-ring befluit gedragen, en de Regeering befloot, de Aarts begroeten. Hertogin, en den Prins by hunne komft in de Stad, te begroeten (p); de Burgery in de Wapenen te doen komen; en dezelven in Twee Ryen, langs de Straaten, waardoor Hunne Hoogheden den weg neemen zouden, te fchaaren (9). De Halfe Brug, in den Straatweg, door het hoog Water los gefpoeld, werd terftond hersteld (r). Het Doorlugtig Paar kwam op den twintigiten Maart binnen de Stad Graave, met voornemen om den volgenden dag herwaars te komen, doch vermits het Water rontsom 's Hertogenbofch thans zo hoog was, dat geene Rytuigen de Stad naderen konden, befloten zy, van weg te veranderen. Midlerwyl had de Prins van Holftein Beek Gou, verneur deezer Stad, alles tot Derzelver ontfangst gereed

(0) RESOLUTIE der Staaten Generaal van den 3. Maart $744.

(P) NOTULEN van den 9. Maart 1744.

(a) NOTULEN van den 16. Maart 1744. des voor den middaags.

() NOTULEN van den 19. Maart 1744.

XIX. gereed doen maaken (s). De ganfche Regeering Boek. was, met haare Ministers, op het Stadhuis vergaderd, om haare begroeting aan hunne Hooghe3744. den te doen, zo dra zy de tyding Hunner aan

om het

rye naar Breda.

komft zoude bekomen hebben (t). Doch de dag Zy Ryden Verliep, eer men iet vernam. Hunne Hoogheden vertoefden den geheelen dag binnen Graave, hooge Wa-en deeden by den Gouverneur alhier, op eene ter door verpligtende wyze, verfchooning verzoeken; zy de Meye- vertrokken den volgenden dag, over Niftelrode Vechel, en Schyndel, naar Boxtel, en zetten hunne Ryfe over Tilburg, naar Breda', voort (u). De Regeering fchonk aan de Burgery, die van den middag, tot des avonds ten negen uuren, in de Wapenen geweeft was, Twee en dertig Tonnen Bier, om die, in hunne Boomgaarden, uit te drinken (v).

Brand in

nement.

By deeze gelegenheid moet ik nog melden, bet Gou dat des nagts, tuffchen den een, en twee en twintigsten Maart, en dus na den dag, dat men de Aarts Hertogin, met haaren Gemaal hier ter Stede gewagt had, eene felle Brand, in het Gouvernement ontftond; De Prins van Holstein deed zig van zyn Bed helpen, en gaf de nodige bevelen, zo veel hy konde, tot het ftuiten van den Brand, die gelukkig, door de Burgery, gebluft werd.

Gevaarlyke Brand op de

Markt.

Vry gevaarlyker was de Brand, die des nagts

tus

(s) EUROPISCHE MERCURIUS van het Jaar 1744, Deel I. Bladz. 198. en 199.

(t) NOTULEN van den 21. Maart 1744.

(u) EUROPISCHE MERCURIUS van het Jaar 1744. Deel I. Bladz. 199.

(?) NOTULEN van den 26. Maart 1744.

1744,

tuffchen den vyfden, en den zesden Mei deezes XIX. jaars, in het Huis, daar het Paradys uithing, op Boek. de Markt, aan den hoek der Minderbroeders Straat, ontstond. Behalven dat Huis, werden 'er nog drie, in koolen gelegt. Op een der Zolders van het eerftgemelde Huis, lagen Steenkoo len, die een verfchriklyk vuur verwekten: In het tweede lag veel Zuiker, die mede sterk brande, Hier door ftond het gefchapen, dat niet tegenstaande allen aangewenden vlyt, meer huizen verteerd zouden werden. Het Huis, aan den anderen hoek der Minderbroeders Straat, werd wonderbaarlyk behouden, vermits het Dak van het zelve, door den Brand, van de overzyde zodanig verhit werd, dat het water, door de Brandfpuiten daarop geworpen, kookte. Het werd nogtans merklyk befchadigd. De Gevel van het Huis, de Regenboog, het derde van de Minderbroeders Straat, die zeer zwaar was, ftorte neder, zonder dat iemand gekwest werd. Het Huis daar het Haasje uithangt, neven de Hal, werd door het nedervallend Vuur der brandende Huizen, aangeftoken, doch gelukkig gered. Indien de Brand hier ftand gehouden had, zouden denk, lyk het Vleefchshuis, en alle de Huizen daar tegen aangebouwd, door de Vlammen verteerd zyn, vooral, om dat voor veele van dien, Houten Gevels ftonden. Het bleef egter by die Vier Huizen. De brandende Stoffen, die eenige dagen onder de puinhoopen fmeulden, werden op bevel der Regeering, tot voorkoming van verdere ongelukken, uit elkander gerukt, en de uitgebrande muuren om ver gehaald: ook deed zy, zo lang de brandstoffen fmeulden, de plaats naauwkeurig be

XIX.

1744.

waaren, en afkondigen, dat die eenige Goede Boek. ren, uit de verbrande Huizen geborgen had, dezelven den Eigenaaren, ingevalle die hun bekend waren, en zo niet, aan Schepenen zouden overgeeven. Die zulks nalieten, zouden naar vereisch van zaaken, volgens het goedvinden van Schepenen geftraft worden (w).

Keur tegen

nieuwen

Gevels. "

[ocr errors]

De Brandkeur werd by deeze gelegenheid, met bet herstel-een Nieuw Bevel vermeerderd, en daar in werd len en ver gefteld,„ Dat niemand, eenige Houte Gevels van Houte" mogt vernieuwen, of herftellen, anders dan met fteen, op eene boete van vyftig guldens. De Timmerlieden of Ververs, die aan de vernieu,, wingen van Houte Gevels de hand leenden, zouden ieder vyfentwintig guldens verbeuren (x)." Dit Bevel heeft te weeg gebragt, dat zedert dien tyd, veele Houte Gevels binnen deeze Stad weg gebroken, en anderen van steenen gemaakt, in de plaats gefteld zyn.

De Vee

zet.

[ocr errors]

In de Stad was van alle oude tyden een Veemarkt ver-markt gehouden, die op den dag na St. Lukas, of den agtienden October inviel. Filip de Goede, Hertog van Bourgondien, en Brabant, befloot in het jaar 1463. op verzoek der Regeering, die Veemarkt, op St. Severynsdag, dat is op den drieentwintigsten dier maand te ftellen, en dezelve zoude tot Allerheiligen avond duuren (y). Thans begreep de Regeering, dat het weinig vertier, dat op die Markt gefchiede, voornaamlyk

(w) NOTULEN van den 7. Mei 1744.
(x) NOTULEN van den 12. Mei 1744.

ver,

(y) PRIVILEGIE van FILIP VAN BOURGONDIEN van den 2. Januari 1463. In de Archieven Inventaris A. No,

« VorigeDoorgaan »