Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

XIX.

Boek.

1747.

De Raad

Voorzor

bruiken.

dens zoude koften. De Raad beloofde, wanneer dit werk meer dan vyftien honderd guldens kwam te ftaan, het overige van 's Lands wege, betaald zoude werden (v). De Regeering verzogt verder, dat het onderhoud dier Vaart, in het vervolg onder 's Lands aanbesteede werken mogt gefteld werden (w) het welk toegeftaan werd (x).

"

[ocr errors]
[ocr errors]
[ocr errors]
[ocr errors]
[ocr errors]

Even voor het openen van den Veldtogt bevan Staaten rigte de Raad van Staaten de Regeering alhier fchryft de dat de zaaken van Neerlands Gemeene best, Regeering zeer haglyk ftonden, dus men om zig zeker te gen te ge- ftellen, geene Voorzorgen genoeg gebruiken kon. De Regeering zoude derhalven voor het Onderhoud der Burgery, en der Bezetting zorgdragen, en zig met het nodige Koorn voor,, zien, op dat 'er ten minsten Brood, ingeval ,, van eenen vyandlyken aanflag, voor handen zoude zyn (y)." De Regeering gelafte nadruklyk de Geheimhouding hier van, aan allen, die in de Vergadering waren (x), en deed terstond Twee Honderd Laften Rog, ten behoeve der Stad inkoopen (a). De inkoop met de Scheepvragten, kwamen op omtrent Twee en twintig duizend guldens te ftaan. Het Koorn werd op de Zolders der Barakken gebragt (b).

[ocr errors]

Zo

(v) RESOLUTIE des Raads van Staaten van den 22. September 1747.

(w) BIEF der Regeering aan den Raad van Staaten. In de NOTULEN van den 9. October 1747.

(r) RESOLUTIE des Raads van Staaten van den 16. October 1747.

(1) RESOLUTIE des Raads van Staaten van den 11. April

1747.

(2) NOTULEN van den 14. April 1747.
(a) NOTULEN van den 14. April 1747.
(b) NOTULEN van den 15. April 1747.

XIX.

Boek.

1747.

Vreugde

over de

houder.

Zo dra men hier ter Stede de Verheffing des Prinse van Orange, tot Stadhouder der Vereenig de Geweften verftond, was de Vreugde onge. meen. De Regeering gaf terftond laft, om de Prinsen Vlaggen, van de Torens der Hoofd Kerk, en het Stadhuis te laaten waajen (c). By het op aanfteiling trekken der Vlaggen lofte men vier ftukjes Ge-des Prinfe fchut, die voor het Stadhuis gefteld waren, het van Orange welk door het Grofgefchut langs de Wallen, beant-tot Stadwoord werd. Ter zelver tyd, luide men met alle de Klokken een uur lang, terwyl het Klokkenfpel boven het Stadhuis befpeeld werd: men begon by ieder verpoofing, met het bekende Lied Wilhelmus van Naffauwen, en geduurende dien tyd, vuurde men verscheiden maalen uit de Stukjes voor het Stadhuis. De geheele Regeering nevens haare Minifters waren al dien tyd op het Stadhuis (d). De afkondiging der Aanstelling van den Prins tot Stadhouder, gefchiede op deeze wyze. Des na den middag werd 'er eene Preek, in de Hoofdkerk gedaan (e). Ten vier uuren begaf zig de Regeering naar het Stadhuis. Een gedeelte der Burgery uit de vier Schutteryen genomen, ftelde zig met de Vaandelen der Burgery, ter wederzyde voor het Stadhuis, waar na de Vaandelen, in de groote Kamer van het zelve gebragt werden. De Stadhouder van den Hoogfchout, nevens twee Schepenen, en een der Geheimfchryvers, begaven zig naar de Puye. Terwyl dit gefchiede, werden de Vaandelen ter venfteren van de groote

(b) NOTULEN van den 20. April 1747. (c) NOTULEN van den 6. Mei 1747. (d) NOTULEN van den 8. Mei 1747.

Ka

XIX.

1747.

Kamer, uitgestoken. De Geheimschryver verBoek. kondigde hier op den Volke; Dat zyre Doorlugtige Hoogheid de Prins van Orange, tot Stadhouder, Kapitein, en Admiraal Generaal der Vereenigde Nederlanden aangesteld was. De Stadhouder des Hoogfchouts deed hier op een korte aanfpraak, waarna met de Vaandelen gezwierd, en uit de vier Stukjes voor het Stadhuis, geyuurd werd. Op den eerften fcheut begon men met alle Klokken te luiden, en die van het Stadhuis werden befpleed, het welk een uur duurde. De ganfche Bezetting langs de Wallen gefchaard, beantwoorden met haar Geweer, de fcheuten, die voor het Stadhuis gedaan werden (ƒ). Zulks gefchiede mede door de Burgery, die voor het Stadhuis ftond, en dit werd tot driemaalen herhaald (g). Des avonds om zes uuren liet zig het Klokkenfpel weder hooren, en ten zeven uuren werd met alle de Klokken geluid. De Regeering bleef geduurende deezen tyd op het Stadhuis (b). Des avonds was dat Gebouw geheel verligt, de raamen der groote Zaal, nevens die der Schepenen, en Raaden Kamers, waren met Schilderwerk, op de tyds omftandigheden toepaslyk, verzierd (i). Alle de Huizen der Stad, waren mede verligt. Op het Stadhuis werd des avonds eene Maaltyd gegeven, en op het drinken der gezontheden, werd telkens met de Stukjes voor het Stadhuis gevuurd. Het affteken van Vuurpylen werd geheel, en dat van Voetzoekers, en andere Vuurwerken, tuffchen

(f) NOTULEN van den 8. Mei 1747.
(g) NOTULEN van den 15. Mei 1747.
(b) NOTULEN van den 8. Mei 1747
NOTULEN van den 15. Mei 1747•

de

1747.

de Orten binnen Poort, en het Plyn, tuffchen de XIX. Vifchmarkt, en den Boom, verboden (k). Op Boek. dat een ieder de Verligtingen zonder fchroom, zoude kunnen zien, mogt men geene Vuurwerken voor tien uuren affchieten (7). Om alle ongelukken voor te komen, werden allen, die tot de Brantfpuiten behoorden, gelaft, by der hand te zyn, en alles in gereedheid te houden (m). Dit alles liep zonder ongelukken af. De Vlaggen bleven tot den eerften Juni deezes jaars, op de Torens, wanneer de Regeering, die deed afneemen (2).

naar den

Terwyl men met dit alles bezig was, vond de De Regee. Regeering goed, den voorzittenden Schepen, den ring zend oudften Raad, en den Penfionaris naar den Haageeenige Gete zenden, om den Prinfe, en deszelfs Gemalin, magtigden ne, van Stads wege, over deszelfs aanftelling ge-Haage om luk te wenfchen, en Stads belangen by voorval-den Prinfe lende gelegenheden aan te bevelen (o). By hunneen Prinfes te rugkomft, deeden zy verflag; dat zy door denfe geluk te Prinfe op de vriendelykfte wyze ontfangen wa

ren.

De Prins had de aanfpraak des Penfionaris minzaam beandwoord, en daarin onder anderen deeze uitdrukking gebruikt: Hy zoude ook byzondere attentie op al het geen de Stad's Hertogenbofch concerneerde maaken, welke by wift, niet van de gelukkigfte Steden der Generaliteit te zyn. Hy betuigde inzonderheid zyn genoegen, en dankbaarbeid voor de Vreugde, die de Regeering nevens de Bur

(k) NOTULEN van den 8. Mei 1747.
(1) NOTULEN van den 18. Mei 1747.
(m) NOTULEN van den 8. Mei 1747.
(n) NOTULEN van den 1. Juni 1747.

wenfchen.

[ocr errors]

XIX. Burgery over zyne Electie als Stadhouder betoond Boek. hadden, en recommandeere bun daar van Rapport te doen (p):

1747.

De Predi

School

Lande vry,

van In-
kwartie-

ring ge-
fteld.

In het volgende Jaar werden de Buffchen der Kamerbewaarders, en Groene roeden, even als die by de voorgaande Stadhouderlyke Regeeringen geweeft waren, veranderd, en des Prinfen Wapenfchild daarin gefteld (9).

Verfcheide Krygsvolkeren, die tot het Leger der kanten en Bontgenooten, het geen by Breda verzameld wierd, behoorden, werden gedurende den Winter in de meefters Meyerye gehuisveft. Veele plaatzen waren daar ten platten mede opgevuld: De Predikant, en Schoolmeester van Ooffelbeers, werden op hunne klagten, aan den Raad van Staaten gedaan, door den Raad van de Inkwartiering bevryd. Verfcheide andere Predikanten, en Schoolmeefters hier van onderrigt, klaagden mede den Rentmeefter der Geestlyke goederen van Kempeland, dat zy geenen minderen overlaft van het Krygsvolk, dan die van Oostelbeers leeden. Deeze gaf dit den Raad te kennen, die hier op befloot, alle de Predikanten, en Schoolmeefters ten platten Lande, in de geheele Generaliteit, van de Inkwartiering der Krygsvolkeren te bevryden (r).

De Vorft
Na den ongelukkigen flag by Laveld, niet ver
van Wal- van Maaztricht, werd de Vorft van Waldek
dek verlaat met tien Batailjons uit het Vereenigd Leger af-
der Staaten gevaardigd: Waar mede hy den zesentwintig
ften Juli te Nieuwland kwam, daar zesduizend

dienst.

Hes.

(p) NOTULEN van den 20. Juni 1747.
7) NOTULEN van den 24. October 1748.
RESOLUTIE des Raads van Staaten van den 12. Jibr

ni 1747.

« VorigeDoorgaan »