Boek.

1747

Heffen, zig by hem voegden. Van hier trok hy XIX. naar Vugt, en nam zyn Hoofdkwartier op den Huize Maurik. Van daar fchreef hy den Algemeenen Staaten; dat hy Hun bedankte, en alle zyne Krygsampten nederleide: Terzelver tyd, gaf hy het Opperbevel, den Luitenant Generaal van Zwartfenburg over. Na dat hy affcheid van het Krygsvolk genomen had, begaf hy zig naar Kleef, en vervolgens naar Arolfen (s).

Hooi, en

Omtrent deezen tyd schreef de Graaf van Cler- De Franmont de Regeering der Stad Eindhoven aan; dat fchen vorzy, nevens de daar onder behoorende Landen.deren in het Voorraadhuis te Reckum, Vier duizend Haver van rations Hooi, van vyftien ponden, en een gelyk de Stad getal rations Haver, zouden moeten leveren. By Eindho verzuim daarvan, zoude hy dit hun, volgens ven. Krygsgebruik, doen afpanden. Hy gelafte de Regeering, den Bode, zes fchellingen te voldoen, en hem een Briefje, dat zy deezen last ontfangen hadden, ter hand te ftellen (t). De Regeering genoodzaakt dien eisch te voldoen, verzogt een uitstel van vyf dagen, en zond eenigen, om by de aflevering tegenwoordig te zyn. De Franfchen eifchten ook iet, van de Dorpen Bu del, en Maarheeze, doch hoeveel, is my niet ge bleken. Deeze Dorpen waren genoodzaakt hun een zeker getal Schansgravers te leveren. Van deeze drie Plaatzen is de Prins Erfftadhouder, Heer, dus zyne Heerlykheden de eerste waren, die Brand

($) EUROPISCHE MERCURIUS over het jaar 1747. Deel İl. Bladz. 62. en 63. NEDERLANDSCHE JAARBOEKEN van Auguftus 1747. Bladz. 610.

EUROPISCHE MERCURIUS over het jaar 1747. Deel II. Bladz. 63.

1747.

xix. Brandfchattingen betaalden. Kort hier na kreeg Boek. de Regeering van Eindhoven bevel; zonder tyds verzuim, by den Graaf van Clermont te komen. Twee derzelver begaven zig derwaars (u); doch ik vind niet aangetekend, wat men van hun vor. derde (v). Het Bevel der Franfchen, aan de Landlieden, om eenen weg, van Maaztricht, tot aan Eindhoven te maaken (w), van waar een regte weg naar Beft loopt, daar de Straatweg naar 's Hertogenbosch begint, baarde wel eenige ongeruftheid hier ter Stede; Doch die Laft fchynd eg ter niet uitgevoerd te zyn.

Eenige

met de

De Stadhouderen der Kwartierfchouten hier van plaatzen onderrigt, vervoegden zig, nevens de Regenten in de Mey-van verfcheide plaatzen in de Meyerye, by de erye ver Algemeene Staaten, en verzogten by dezelven, zoeken zig zig met de Franfchen, over de Brandfchattingen, Franfchen en Leveringen, indien deeze zulks vorderden, te mogen verdragen; Doch de Staaten verboden alle brand. de Inwoners van den Staat, met de Franfchen fchatting eenige Verdingen over de Brandschattingen aan verdragen. te gaan, veel min die te betaalen, noch ook hun,

over de

te mogen

eenig Paardenvoeder, Brood, of andere Levens
middelen, Schansgravers, of wat door hun ge-
vergd werd, te leveren. Die dit deeden zouden
als vyanden van den Staat aangezien, en als zo-
daanigen behandeld worden. Al het geen hier
tegen, door de Regenten verrigt was, werd in-
getrokken. De Algemeene Staaten gelaften de
Inwoners van den Staat, tuffchen de Maas, en
de Schelde; alle Eetwaaren, zo voor Menfchen
als

(#) NEDERLANDSCHE JAARBOEKEN van Juli 1747. 521.
(*) DEZELVE van. Auguftus 1747. Bladz. 611,
(w) DEZELVE van Juli 1747. Bladz. 521.

als Vee; gelyk mede hunnen Huisraad, en tilbaare goederen, in de vafte plaatzen te bren gen (x). Offchoon de Franfchen voortgingen, Brandfchatting van zommige plaatzen der Meye rye te vorderen, en de Stadhouder van Peelland den Staaten verzogt; dat de Opgezetenen aldaar, van het voorfchreve Plakaat ontheven mogten worden, nogtans floegen de Staaten dit verzoek af, en bleven by hun befluit, volharden (y).

萨

XIX

Boek 1747.

Op den eerften Auguftus deezes jaars, kwa-Moedwil men tagtig Franfchen te Lommel, daar zy met der Franbrandende Fakkelen door de Straat liepen: Dit fchen te veroorzaakte een algemeene fchrik, om dat de Lommel. meeste Huizen met Stro gedekt waren. Terstond floegen zy de deur van het Huis by den voorzit tenden Schepen bewoond, open, roofden ver scheide goederen, en hielden hem vaft. Hy ontfnapte hun egter. Van daar begaven zy zig naar het Huis van den Roomschen Paftoor, welken zy aan Handen, en Voeten bonden, met voorneemen om denzelven mede te voeren, het welk egter, door het fmeeken der Regenten, en het ge ven van eenig Geld, voorgekomen werd. Na dat: zy hier en daar wat geplonderd, en eenen Brief van den Partyganger Fiffcher, aan de Regenten van Eerfel, Bergyk, Riethoven en Wefterho ven, afgezonden hadden, vertrokken zy des mor gens om agt uuren, en voerden twee Regenten

van

(*) PUBLICATIE der Staaten Generaaal van den 15. Full 1747. () RESOLUTIE der Staaten Generaal van den 1. Au guftus 1747.

&

XIX.

van Lommel met zig (z). Dit geval gaf eenen Boek. geweldigen fchrik onder de Opgezetenen der Meyerye. Veele vlugtten met hunne goederen naar 1747. de plaatzen, daar ieder oordeelde het zekerfte te

wezen. De Franfchen braken kort hier naar van Reckum op, waar door die angft merklyk verdween (a). Het is my niet gebleken, dat zy zederd eenige Brandfchattingen, of Levering van Levensmiddelen, van de Meyerye gevorderd hebben. De Opgezetenen leeden egter geduurigen laft van het Krygsvolk der Bondgenooten, die geftadig door de Meyerye heen en wedertrokken. De Raad van Staaten, verleende aan die van het Kwartier van Kempeland, die hier door het meeste leeden, eene fchorfing van een half jaar der Betaaling van 's Lands Laften (b).

WeeklykTer deezer tyd gelaften de Staaten, alle de Stefche Bede den, en Plaatzen der Generaliteit, op zulke tyftoaden. den, en dagen, als zy naar gelegenheid haarer

plaatzen oordeelden, Bedeftonden te houden, om Godes zegen over den Lande, en over derzelver Wapenen, en die hunner Bondgenooten, aftefmeeken. Het bidden voor de Hooge Overheid, moeft volgens het oud gebruik, met naame voor de Algemeene Staaten, den Raad van Staaten den Prinfe Erfftadhouder, voor de Prinfeffe van

Groot

(2) EUROPISCHE MERCURIUS over het jaar 1747. Deel II. Bladz. 103. en 104. NEDERLANDSCHE JAARBOEKEN van Auguftus 1747. Bladz. 610.

(a) NEDERLANDSCHE JAARBOEKEN van Auguftus 1747. Bladz. 609.

(b) RESOLUTIE des Raads van Staaten van den 31. Aw guftus 1747.

gen daaro

Groot Brittannien, en derzelver doorlugtige Hui- XIX. zen gefchieden (c). De Regeering vond hier Boek. op goed, dat de Bedeftonden des Woensdaags 1747. avonds om zes uuren, in de Hoofd, en Walsche Kerken gehouden zouden werden; Hier van gaf Schikkin zy den Predikanten kennis, met Laft, dat zy inver ge het Bidden het bevel der Algemeene Staaten ag- maakt. tervolgen moeften. Zy deed mede afkondigen; dat geduurende het houden der Bedeftonden geene Neering, noch Ambagten mogten gedaan wor den (d). De Jaarmarkt, of Kermis werd voor deezen jaare mede afgefchaft, en het besluit daarvan, door de Nieuwspapieren bekend gemaakt (e). In de Meyerye gefchiede die schikking mede door de Regenten. Tuffchen die van Bladel, Reufel, en Neterffel, en den Kerkenraad ontstond 'er verfchil over. De Regeering aldaar, had wel den Woensdag beraamd, doch de Predikant wilde zig daar na niet gedraagen, en verkondigde van den Predikftoel; dat de Kerkenraad tot het houden, der Bedeftonden den Maandag beftemd had. De Algemeene Staaten, wien de Regeering dit te kennen had gegeven, befloten den Predikant te gelaften de Bedeftonden, op den tyd door de Regeering beraamd, te houden (f): En offchoon de Predikant den Staaten verzogt, dat zy de Regeering wilden gelaften, zig met den Godsdienft niet te bemoeien, maar dit aan hem, en den Kerken

() RESOLUTIE der Staaten Generaal van den 14. Juli 1747.

NOTULEN van den 22. Juli 1747.

(e) NOTULEN van den 6. Juli 1747.

f) RESOLUTIE der Staaten Generaal van den 13. Sep tember 1747.