Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

Waaren derwaars. IV. 105. Bergyk dorp in de Meyerye door de Gelderfchen gebrandfchat. I. 413.

Berlicum (Het dorp) by beleening tot een Heerlyk. heid gemaakt I. 409.

Beftand (Twaalf jaarig) met Spanjen te Antwerpen gefloten. II. 297.

Te 's Hertogenbofch af gekondigd, en vreugde daar over bedreven. II. 298. Gevolgen van het zeive.

II. 299.

Einde van het zelve. II. 263.

Beukelaar (Gerard) Priester te 's Hertogenbosch. Zyne onrustige redenvoe ringen, daar om hy uit de Stad gezet word. Dog door den Hoog Schout er wederom ingehaald. Il. 116.

Binderen Adelyk flift by Helmond. Door de bezetting dier plaats in brand geftoken. 1. 505.

Bisdommen (Nieuwe) in de Nederlanden opgerigt, en misnoegem daar uit ontftaan. I. 13.

De Staten van Brabant zenden deswegens een gezandfchap naar Spanjen. II. 15.

Verdeeling van den geest. lyken ftaat der Nederlanden, voor en na de opreg. ting der nieuwe Bisdommen. II. 13.

Blaarsbem dorp in de Meyerye door de Gelder

fchen gebrandschat. I. 503.

Bladel dorp in de Meyerye Dirk den Iften in het Graafschap van Holland aldaar bevestigd. I. 55.

Onderzoek naar de plaats daar het Hof aldaar gestaan heeft I. 56. en in de aantekeningen. I. 57.

Blokmeefters (hervorm de) te 's Hertogenbosch aangefteld. I. 504.

Blyde inkomften der Her 'togen van Brabant. Naamsoorfprong. I 201.

Die van Wenfelaus en Johanna. I. 202.

Van Antoni I. 252. Van Jan den 1Vden 1. 264.

Van Filip den Iften. I. 290.

Van Filip den Ilden I.

[blocks in formation]

Boekery corneemen om een te 's Hertogenbofch op te rigten welk te niet loopt. III. 273.

Boetfelaar (Fo. Frederik Hendrik Baron van den) Heere van Langerak en Schoot

1

afgezondene des Raads van ftaaten fterft te 's Hertogenbofcb. IV. 8.

BOHEME (Jan Koning van Polen en) eifcht een ge. deelte van Brabant, het welk afgeweezen word. I. 176.

Bembergen (Antoni van) Naar 's Hertogenbosch ge. zonden, en tot Bevelhebber aangefteld. II. 34.

BOMMEL, Door Filip den IIIden belegerd en verlaaten. I. 409.

Die van 's Hertogenbosch tragten die Stad te vergeefs te benaauwen. I. 424.

Zend eenige gemagtigden naar 's Hertogenbosch om een beftand te maken, die ruuw bejegend werden. I. 460.

Door den Admirant van Arragon belegerd en ver laaten. II. 229.

BOMMELER WAARD. Die van 's Hertogenbosch vallen er in, dog worden door de Gelderschen geflagen. I. 421.

Eenige Soldaaten vallen er in die rooven en plunderen. I. 424.

Inval der Spaanschen onder Mansveld daar in. II. 163.

Nogmaals II. 229.

Bon. (De Stad) In het jaar 1673. veroverd, en vreugde daar over te'sHertogenbosch. II. 228. Boosdoenders (menigte)

in de Meyerye. En fcherp Plakaat tegen dezelven. Ill. 399.

Boffchen Voor heen meer in de Meyerye als thans. I. 14.

Dorpen die hunnen naam daar van ontleenen. I. 14. en 15.

Middelen om het hout aldaar te vermeerderen. I. 15.

Het word jaarlyks duurder. I. 16.

Het noorder gedeelte van Brabant, bestond voorheen uit Boffchen, dog thans uit weilanden. I. 100.

Boukhoven. Na de Munfterfche Vrede door de Spaanfchen te rug gevorderd. III. 5.

Moeite met de boomen langs de Maas aldaar. III.

323.

Nieuwe moeite daar over en hoe die eindigd. ill. 392.

Boxtel. Dorp in de Meyerye door de Gelderfchen in het jaar 1388. gedeeltelyk verbrant. I. 236.

Door dezelven 1543. uitgeplunderd. I. 503. En gebrandfchat. I, 505. Boxel (Fan van Hoorn Baanderbeer van) voerd het bevel binnen 's Hertogenbofch. II. 112.

Ontflaag er zig van. II.

114.

BRABANT. (Het oude ende nieuwe). Landen die

on

onder beide hooren. I. I. Verdeeling van het hedendaagfche. I. 11. Verandering van landsdouw in het noorder gedeelte. I. 100.

De leenpligtigheid van Brabant, aan het Duitfche Ryk opgeheven. I. 321. Word onder den Bourgondifchen Kreits gebragt. 1. 524.

Önderzoek hoe ver het onder het Duitsehe Ryk gehoord hebbe, en hoe het daar van ontflagen zy. I. 525.

Door de Staatschen geheel afgeloopen. 11. 218. Voorflag om verfcheide vaarten door dat Land te graaven. II. 324. Voorflag om uit de Maaz in de Schelde te maaken. Il. 339.

een vaart

BRABANT (STAATSCH) Tragt deel in 's Lands Regeering te bekomen. II. .467 en 479.

Of hun eigen Geweft te beftieren. II. 533. Gronden fteund. II. 537. Doet gelyke pogingen Ais. 1648. en 1650. III. 7

waar op dit

en 14.

Nieuwe laften op dat land gelegt. III. 31.

De Regeeringen der fteden van dat Landschap gemagtigd het platte land te Spyzigen. II. 239.

[blocks in formation]

11. 17.

BRABAANT (Hertogen van) Derzelver oorfprong. I. 62.

Zyn befchermers der Ker. ken en Kloofteren in dat land gelegen. I. 83.

En in geheel Neder Lot. haringen. I 95.

Zyn voogden over alle de minderjaarigen die Leenen bezitten. I. 112.

Opper befchermers der Stad Aaken. I. 137.

Stedehouders van het Duitfche Ryk. I. 153. BRABANTSCHE Steden (vereeniging der) 1. 217. Brabantfcben. Zyn Tolvry te Orfoy. I. 117.

Kannen in Holland om

[blocks in formation]

1419. I. 271. 1463. I. 336. 1722. In de groote Kerk. III. 446.

1744, In het Gouvernement. IV. 74.

1744. Gevaarlyke op de Markt. IV. 74.

1745. In den toren der Hoofdkerk. IV. 80. 1747. In den Paapenbril IV. 107.

Brandspuiten (De flang) binnen de Stad ingevoerd. II. 306.

Brant Adelyk geflagt in Brabant. Deffelfs oorfprong

1. 197.

Breauté (Jo. Karel van) zyn zonderling lyfgevegt met Lekkerbeetje op de Vugter heide. II. 237.

Brecht (Fo. Jakob van) brengt eenen Priefter die om oproerige redenvoeringen, uit de Stad gezet was, daar binnen. II. 316.

BREDA (Het Land van) Aan den Hertog van Bra. bant verkogt. I. 177.

Aan Jan van Polaanen ter Leen uitgegeven. I. 178.

BREDA. (De Stad) Door Parma verraft. II. 136,

Ingenoomen door Mau. rits II. 192. door Spinola. II. 386.

[ocr errors]

Vrede handeling aldaar. III. 149.

Brederode (Jo. Johan Wolfert Heer van tot Gouver neur van 's Hertogenbosch aangesteld. I. 456. Sterft III- 43.

Breugel dorp in de Meyerye door de Gelderfchen gebrandfchat. 1. 505.

Brochum (Jo. Willem van de Ryt Heere van tot Hoog en Laagfchout der Stad na het overgaan aangefteld, legt den eed af. II 458.

Brouweryen (koop) mo gen ten platten lande, niet als een en een half uur van de befloten Steden af wezen. III. 425.

BRUGEROM (Landfchap) Gelegenheid. Door Lambert den den Graaf van Leuven, van den Biffchop van Luik gekogt. 1. 6. en 74.

Aan den gemelden Bisfchop afgeftaan. Die het den Graaf van Namen geeft. Na wiens dood, het aan den Hertog van Brabant te rug keerd. I. 86.

BRUSSEL (HET KWARTIER VAN) Een der vier deeler van Brabant dus genaamt. I. II.

Aan Lambert den Ilden ten huwelyk aangebragt. I. 71. Oudtyds noemden zig de

Hee

Heeren van Brabant ook Graaven van Bruffel. I. 83. BRUSSEL (De Stad) door de Vlamingen belegerd. I.

III.

Oproer aldaar geftild. I. 164.

Door de Vlamingen in genoomen. I. 205.

Zy worden door toedoen van Evert Tferclaas verdreeven. 1. 206.

Oproer aldaar. II. 85. De Roomfche Godsdienft aldaar gefchort. II. 135. Geeft zig aan Parma over 11. 161.

Budel dorp in de Meyerye. De bezettingen van Roermunde en Venlo van in het zelve. III. 38.

[ocr errors]

Bulle (De gulde) heeft geen plaats in Holland ten voordeele der Brabanders. 1. 536.

Busbof. (Bernardus) Predikant te Utrecht, word by Jeening Predikant te 'sHertogenbosch. II. 454.

Buuren De Graaf van) word Leenman van den Hertog van Brabant. I. 173.

C.

CESAR (KAJUS JULIUS) jaagt de Menapiers in hunne boffchen, en verbrand hunne gehugten, flaat de de Tenchteren, en Ufipeeten. I. 33.

Brengt de Menapiers ten

[ocr errors]

Chattam. (Vreugde te 's Hertogenbosch wegens de overwinning te) III. 149.

Chevalier. Jakob Verdagt dat by Hertog Jan den 1Vden wil befpieden, gevat, en tot een eeuwige gevangenis veroordeeld. I. 287.

Word ter dood veroor deeld. 1. 292.

Cleerbagen (Juliaan) zyn aanflag op 's Hertogenboích II. 157.

Collateraal (Het middel van het) ingevoerd. III. 44.

Verhoogd. III. 157.

Collen (Herman) zet eenigen van zynen aanhang aan, de Regeering te zeggen, dat zy zig niet naar de Utrechtsche Vereeniging willen fchikken. II. 121.

Cortenberg. (Kaart van) Door Hertog Jan den IIden aan Brabant gefchonken. II. 167.

Crabbeels. (Clemens) tot Biffchop van 's Hertogenbosch aangesteld. II. 161.

Crevecoeur de Schans) door de Staatfchen geftigt. II. 177.

Door Prins Maurits be magtigd. II. 192.

Door Mansfeld te ver geefs belegerd. II. 201.

Door de Spaanfchen in. genoomen. 11. 229.

Door den Kardinaal Andreas vergroot. II. 231.

De Soldaaten daar in

« VorigeDoorgaan »