Handleiding tot den Nederlandschen stijl: of volledige aanwijzing voor Nederlanders, ter vervaardiging van schriftelijke opstellen, zoo in het al gemeen als in beroepsbetrekkingen, en gegrond op de redeneerkunde, Volume 1Mensing en Van Westreenen, 1839 - 455 pagina's |
Veelvoorkomende woorden en zinsdelen
achter algemeen altijd alzoo befluit beftaan bepaling beſtaan beteekenis betrekking bevat bewijzen bezittelijke voornaamwoorden bijvoegelijke naamwoorden bijwoorden bijzonder deelwoord denkbeeld denken derfcheiden derhalve derzelver deszelfs dewijl dezelve dienen dikwijls dwaling eener eenige eerfte eerſte elkander enkele enkelvoud fcheiden fchoon fchrijven fchrijvers flechts fluitrede fluitredenen fomtijds foort ftaan ftaat ftellen ftelling ftijl ftof gebezigd gebruik gedachten geflacht gefteld geheel gelijk geval gewigt gezegde goed gronden heid hetwelk hetzelve hooge kust hulpwoord hunne iets laatfte laatſte lidwoord ligchaam lijk maken mannelijke medeklinkers Meerv meervoud menfchelijke mensch naauwkeurig nazindeel noemt onbepaalde wijze onderfcheiden ondergefchikt onderwerp ontſtaat onze onzijdige oordeel opzigte perf perfoon regel regt ſtaat ſtijl taal trappen van vergelijking tusfchen tweeklank uitdrukking uitgang verbeeldingskracht verbinding verbuiging verdeeling vereischten verftand verl voegwoord volftrekt volgende volzinnen voorbeeld voordragt voornaamwoorden voorstel voorſtellen voorwerp voorzetfels voorzindeel vriend waarheid wanneer wederleggen werkwoorden woorden zaak zamengeftelde zamenhang zekere zelfstandige naamwoorden zelven zoude zulke