Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

gal heeft onze Schryver tegengegaan, door het poeder uit den koorts-bast, en door het opbruizen van het loogzout met de zuuren, en befluit daar uit, dat de verrotting het beft door giftende zaaken belet word. Dat nu de koortsPag. 142. baft door deeze gifting de verrotting tegengaat, wil hy, dat beweezen kan worden door de ziekten, waar in hy van nut is.

Pag. 149.

Wyn wederftaat ook de verrotting; het bier zeer weinig. Samentrekkende middelen konnen de verrotting, eens begonnen zynde, niet te Pag. 153. gengaan; en hierom komen dezelven alleen in die gevallen te pas, wanneer, door eene al te groote verflapping der vafte deelen, de vogten zoo ontbonden zyn, dat fy door de vaten heendringen, vlakken, of bloedftortingen te weeg brengen; en in dit geval zyn de zuuren van groot nut, alzoo fy dan, als famentrekkende Pag. 155. middelen werken, om het welk te bevestigen onze Schryver een aanmerkelyk geval bybrengt.

Pag. 158.

Let men nu op alle middelen, die de verrotting in levendigen tegengaan, dan vindt men dat derzelver kragt afhangt van de hoeveelheid van lugt, welke fy bevatten; en hierom is het voedsel uit het ryk der planten hiertoe het gefchikste; van welker nut men niet behoeft te fpreeken, alzoo het aan een ieder bekend is, hoe dat alleen uit het gebrek aan hetzelve, op de fcheepen, veele rottige ziekten ontstaan, daar anders dit voedfel het lighaam de noodige quantiteit lugt, welke door de uitwaaffeming verlooren gaat, weder geeft. Hierom moePag. 160. ten de inwooners van koude landen, welke zoo veel niet uitwaaffemen, veel meêr

vleefch,

yleefch, en geeftryke gegifte vogten, gebruiken. "In het algemeen heeft men gedagt, dat deeze, de verrotting tegengaande, kragt van het voedfel uit het ryk der planten, daar in beftond, dat hetzelve eene zuure chyl maakte; doch, dewyl kruiden, die eenen loogzoutigen aart hebben, hetzelfde uitwerken, als de zuufen, blykt, dat het van deeze eigenfchap der chyl niet afhangen kan. Men zou de chyl konnen noemen een vogt, famengefteld uit de fap. pen der dieren en planten, in den eerften trap van gifting, bezwangerd en overladen met eenen doordringenden geeft, welke de verrotting fterk tegengaat.

Hoe dat men nu dit alles overweegt, zoo zal Pag, 163. men egter altyd bevinden, dat alle kragt beftaat in de lugt, welke door deeze middelen ontbonden word, dewyl men weet, dat deeze de dier, lyke vogten niet alleen voor de verrotting be waart, maar de verrotting zelve, eens begonnen zynde, belet. Hier van heeft men een overtuigend bewys, in het geneezen van de fcheurbuik op zee. Deeze ziekte, waar in alle vogten ontbonden, en bedorven zyn, kan niet geneezen worden, dan alleen door een groot gedeelte nieuwe lugt in dezelven te brengen; dit nu kan niet gefchieden, dan door fpyfen, en hiertoe worden zulke vereischt, welke zonder hinder in eene zeer groote quantiteit konnen gebruikt worden, waar toe de kruiden het best geschikt zyn. Deeze kan men egter niet altyd hebben, en daarom heeft men andere middelen noodig, welke de Schryver in de volgende verhandeling onderzoekt. Eer hy egter van deeze een einde maakt, raadt by, dat men

Pag. 165.

in de geele rot-koorts, welke in de Weft-indien waargenomen word, de uitwerkingen beproeve van loogzouten, in verfch citroenen-zap, welke men, terwyl de gifting zeer hevig is, zoude moeten laaten gebruiken; terwyl men den lyder zulke vogten moeft te drinken geeven, welke zeer fterk konden giften, als by voorbeeld, het verlengde fap van het verfche fuiker-riet, gemengt met het een of ander verfch zuur fapMoogelyk zoude door dit middel, waar door zeer veel lugt ontbonden word de rottige ftoffe, welke in het famenftel der galle schynt te huisveften, verbeeterd worden. LIND heeft door dit middel dikwils den aanval van eene tuffchenpoozende koorts belet, en RIVERIUS gebruikte hetzelve om de braaking in een Pag. 167. ogenblik te ftillen. Dit middel, in Edinburgh voorheen in groote agting, kan men niet alleen met zekerheid, maar ook met zeer goed gevolg geeven.

Pag. 171.

In de vierde verhandeling fpreekt onze Schryver van de fcheurbuik, die foort namentlyk, waar mede de Zee-lieden zoo zwaar geplaagt zyn, en in welke alle de vogten tot verrotting overgaan; ook ftelt hy middelen voor, om dezelve gemakkelyk op Žee te geneezen. De geneezing door verfche groentens, welke dezelve met zekerheid in 't werk ftellen, fchryft hy niet toe aan derzelver zuur, maar aan de gifting, welke fy veroorzaaken; en gelooft, dat de Mout daarom het befte middel hier tegen zyn Pag. 276. zoude, om dat deeze het fchielykfte van allen aan het giften gaat. Het is egter ook van de uiterfte noodzaakelykheid, dat de foldaaten op

zee

[ocr errors]

Pag. 190

zee wel gekleed worden, want hier van hangt de gezondheid voornamentlyk af; maar daarenboven heeft men middelen noodig, waar door men de scheurbuik voorkomen, of geneezen kan. Pag. 188, Dit oogmerk nu kan men door geene andere middelen, dan door versche groentens bereiken; en, om dat deeze niet altyd by der hand zyn, heeft men noodig een middel, dat eenen geruimen tyd kan bewaart worden, en egter dat vermooge behoud, om, in de maag en darmen gekomen zynde, te verwekken eene gisting, overeenkomftig met die, welke door versche groentens ontstaat. Het gemeene mout fchynt aan onzen Schryver, hiertoe het bekwaamfte te zyn; want gemout koorn verfchilt grootelyks van verfch, en krygt eene aangenaame zoete fmaak, terwyl het meelige gedeelte zoo ontbonden is, dat het in 't water kan gefmolten worden. Een aftrekfel van dit mout is een vogt, dat overeenkomt met het versche fap uit groentens, giftende even gelyk hetzelve, en zynde van denzelfden openenden, feepaartigen, en zagten aart. De manier, op welke hy Pag. 192, wil, dat men dezelve geeven zoude, beftaat hier in, dat men de mout kooke tot pap, met beschuit, of fommige van de gedroogde vrugten, die men op zee neemt; hier van de zieken tweemaal des daags rykelyk laate gebruiken, en daarop drinken een aftrekfel van hetzelve waartoe men drie deelen water, en een deel mout neemt. Hier door zouden de lyders ook open lyf krygen, daar fy in het algemeen zeer hardlyvig zyn. Indien dezelve egter buikpynen, en fterke afgangen mogt veroorzaaken, dan raadt hy de al te groote gifting met weinige droppelen elixir vitrioli te beletten. H 5

Niet

Pag. 193.

[ocr errors]

}

Niet alleen in de fcheurbuik, maar in alle heete rottige ziekten, ja zelfs in fleepende rot, tige ziekten, wagt hy een goed gevolg van dit middel, en raadt daarom hetzelve ook in deeze gevallen te beproeven, Pag. 201. Agter deeze verhandeling voegt de Schryver een uittrekfel van 't geene WOODALL, Over de fcheurbuik gezegt heeft. Dees Schryver, by de meesten onbekend, en te vinden noch in de lyft van den Hr. HALLER, noch in de Heelkundige Bibliotheek van den Hr. HEISTER, noch onder de Schryvers, welke over de fcheurbuik handelen, en van LIND voorgedraagen zyn, heeft over verfcheide ftoffen tractaatjes uitgegeeven, welke in 't jaar 1639. in een deel in folio herdrukt; en genoemt zyn The Chirurgeon's Mate, or Military and Domefticke Surgery. Deeze WOODALL heeft, volgens de meening van onzen Schryver, ook de Pag. 210. damp-infpuitingen (enemata fumofa), in tryn gebragt. By deeze gelegenheid zegt de Schryver, dat hy door herhaalde proeven gevonden heeft, dat een clyfteer van tabaks-rook van zeer groot nut is, tegen de aarsmaaden, welke daar door verjaagt worden,

Pag. 213.

De laatste verhandeling heeft de ontbindende kragt van den levendigen kalk tot onderwerp. De Schryver heeft waargenomen, dat de deelen van den kalk, welke zoo in het water ontbonden was, dat men denzelven niet meêr zien kon, aanftonds tot elkander kwamen, op den bodem van het glas vielen, en tot haaren vooPag. 216. rigen ftaat, van niet ontbonden te konnen worden, overgingen, zoo dra fy met vafte lugt verzaadigt waren. Dus het klaar blykt,

[ocr errors]

dat

« VorigeDoorgaan »