Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

4

[ocr errors]

dat de levendige kalk in het water kan ontbonden worden, alleen uit hoofde, dat dezelve berooft is van de lugt. Door de zwavel Pag. 220. hier van te berooven, kan men dezelve ook gemakkelyk in water ontbinden. Oly kan insgelyks met het water volkomen vermengt worden; als men de famenhang van de deelen vernietigt, door die van de lugt te berooven; want brengt men de lugt, welke van een opbruifend vogt afgefcheiden word, in eene ontbinding van gemeene feep, dan word de oly aanftonds uit dezelve afgefcheiden, en dryft binnen weinige minuten op de oppervlakte; het welk door geene andere rede ontstaat, als om dat 't geen, waar mede de deelen famenhangen, herstelt is. Kan nu oly op deeze wyze met water vermengt worden, dan volgt van zelve, dat kampher, en alle foorten van harften, op dezelfde wyze konnen ontbonden worden. Hier toe word vereischt, dat men dezelve met kalk vermenge, en dan fes oncen kalk-water daar op giete; wanneer de kalk, welke de vafte lugt tot zich neemt, op den grond zakt, het vogt helder blyft, en de kampher ontbonden is, welke niet gemakkelyk wederom van het water gefcheiden kan worden. Daar blyft altyd een klein gedeelte kalk in het water, doch dit fchaad niets; ook kan men hetzelve gemaklyk daar van afscheiden, als men wederom lugt in 't vogt brengt, want dan word hetzelve aanstonds troebel; en de harftagtige dee- Pag. 224 len fchynen zoo wel, als de kalk tot elkander te komen, doch de eerften worden wederom zeer schielyk ontbonden, en de kalk alleen valt op den bodem van het glas. Dit nu kan niet alleen gefchieden door middel van de lugt, wel

ke

Pag. 222.

Pag. 227.

ke van giftende zaaken ontbonden word; maar het zelfde doet ook die, welke door de verrotting uit de lighamen word afgefcheiden. Dewyl nu het kalk-water, als een middel tegen den fteen gegeeven wordende, door de eerfte wegen gaan moet; blykt het klaar, dat hetzelve alle fyne kragten verlieft, alzoo de vafte lugt, welk uit de voedfels afgefcheiden word,. de ontbonden deelen van den kalk wederom tot elkander brengt, en 't water van alle fyne kragten berooft.

Pag. 233. Uit alle

Uit alle proeven, welke men tot hiertoe op den fteen genomen heeft, blykt, dat dezelve op twee wyzen kan ontbonden worden; of door scherpe zuuren, als, by voorbeeld, door den geeft van falpeter; of door kalk-water, en bytende loogzouten; dewyl men nu deeze zuuren niet kan laaten gebruiken, kan men de eenigste hoop ftellen in de bytende loogzouten, dat is op kalk-water, welk de vafte lugt tot zich neemt, en dus maakt, dat de aardag, tige deelen, berooft van dat geene, waar mede fy famenvereenigt waren, noodwendig moeten verbrooken worden. Vermengt men dit loogzout met oly, en maakt men dus zeep, dan word hetzelve niet alleen van een groot gedeelte fyner kragten berooft; maar de zeep is zoo walgagtig, dat weinige lyders dezelve zoo lang konnen gebruiken, dat fy daar van Pag. 234. een weezentlyk nut befpeuren. Het zoude

daarom eene gelukkige ontdekking zyn, als men het een of ander middel kon uitvinden, welk de groote scherpte van het loogzout zoo kon bedwingen, dat men hetzelve in groote giften gebruiken kon. Moogelyk zoude kalfs-nat, of een afkookfel van de Heemft-war

tel

-tel aan dit oogmerk voldoen. Kalk-water, alleen gebruikt, kan nooit eenig nut doen, als een steenbreekend middel; om dat hetzelve in de eerfte wegen, door de lugt, welke het daar ontmoet, verandert, en ook door de vafte lugt van de pis aangedaan word. Hierom ziet men, dat menfchen, welke kalk-water drinken, met de pis zeer veele aardagtige deelen loozen, welke byna niet zyn, dan kalk, uit het water, waar in dezelve was ontbonden, door de vafte lugt afgefcheiden.

In het zweet heeft onze Schryver door her- Pag. 235. haalde proeven ook vafte lugt gevonden, want door hetzelve word de kalk uit het water afgefcheiden, en zakt op den grond. Het fpeek- Pag. 240. zel bevat natuurlyker wyze zeer weinig lugt, en egter kan hetzelve eene groote quantiteit tot zich neemen. De gal heeft iets meêr van dee- Pag. 242. zę lugt, en neemt dezelve ook niet, in eene zoo groote quantiteit, tot zich. Hier uit ziet men klaar, in wat zin men deeze vogten seepaartige noemen kan, en men begrypt, op welke wyze fy vette of olyagtige zaaken konnen ontbinden; fy florpen, namentlyk, de vafte lugt uit dezelven op, en vernietigen dus dat geene, waar door de deelen met elkander vereenigt zyn. Van deeze eigenschappen hangt af de gifting der voedsels in de eerfte wegen; welke niet na behooren konnen verteert worden, als de genoemde vogten al te veel lugt in zich bevatten; het welk, volgens de meening van on- Pag. 245. zen Schryver, plaats heeft in lyders, die met -de jigt geplaagt zyn, welke daarom geneezen door het gebruik van waters, die zeer veel aardagtige, en van lugt ontbloote deelen in zich bevatten, en hier door de lugt, welke

Pag. 249.5

in al te groote quantiteit in de vogten van dee ze lyders gevonden word, opflorpen. Voorheen dagt men, dat deeze wateren den fteen konden veroorzaaken, doch nu is men van het tegendeel overtuigt, en heeft daar van dagegelykfche proeven met het water van Carlsbadt in Bohemen.

De eigenschap van de kwyl, dat dezelve de vafte lugt tot zich neemt, toont ook, hoe geschikt dezelve is, om befmettingen, welke dikwils niet anders, dan rottige dampen of vaste lugt, uit rottende lighamen afgefcheiden, zyn, te ontvangen, en beveftigt het gevoelen van die, welke willen, dat men door een braakmiddel zou konnen beletten, dat deeze befmetting tot in de vogten doordringe. Hierop ruft ook de raad van veelen, dat men de kwyl nooit moet doorflikken, als men in befmette plaatfen is.

Pag. 251. In het bloed fchynt de vafte lugt voornamentlyk met de roode bolletjes. vereenigt te Pag. 253. zyn. Melk bevat eene zeer groote quantiteit van deeze lugt, en hierom moet men dezelve niet met kalk-water vermengen, alzoo dit daar door veel van fyne kragten verlieft. ALSTON raadt hierom, dat men hetzelve altyd alleen gebruike, om dat 'er geen ding met kalk-water kan vermengt worden, of het vernietigt min of meêr deszelfs kragt.

Dus heeft onze Schryver, zoo hy hoopt, voldoende beweeżen, dat de vaste lugt in het dierlyk lighaam zoo wel, als in dat der planten de onmiddelyke oorzaak is, van de famenhang der deelen. Hy voegt er nog by, dat men deeze lugt geenzins verwarren moet met die, welke ons omringt; want, fchoon dezelve eeni

[ocr errors]

ge

ge veerkragt mogt hebben, is dezelve egter niet tot de ademhaling dienftig; maar veroor- Pag. 256. zaakt ommiddelyk den dood van het dier, welke dezelve mogt ingeademt hebben. Deeze vafte lugt egter, in de darmen ontvangen zynde, moet tot in het bloed overgaan; daar het voldoende fchynt te zyn, dat de andere lugt eenige fubtiele deelen aan hetzelve mededeelt, of op hetzelve eenige drukkingen maakt. Tot hier toe ontbreeken de proeven, waar uit men zoude konnen befluiten, of dezelven twee onderscheide elementen zyn, dan of de vaste lugt een gedeelte van de andere is, welke, door de vermenging met andere beginfelen, van aart is verandert.

Hy eindigt dit werk met eenige onderrigtin- Pag. 261. gen aangaande het mengen der gommen, en harften met water, door middel van kalk, welke zelfs de kragt van fommige middelen, als, by voorbeeld van den koorts-baft, wanneer dezelve als een famentrekkend middel gegeeven word, verfterkt.

De kampher, muscus, harft van jalappen, Scammoneum met fuiker gewreeven, en daar na met kalk-water gemengd; geeven zeer goede ontbindingen, welke met veel nut in de geneeskunde konnen gebruikt worden, doch men moet driemaal zoo veel van de genoemde harften neemen, dewyl derzelver deelen zoo van een gescheiden zyn, dat fy alleenlyk eene ligte prikkeling in de darmen verwekken. Indien men de kragt der harftagtige lighamen door den kalk zoekt te vermeerderen, dan moet men dezelve met kalk wryven, en allengskens, onder het wryven, kalk-water daar by gieten, daarna eenige uuren laaten trekkens en eindelyk doorzeigen.

« VorigeDoorgaan »