zeigen. Dus krygt men uit den koorts-baft, Alöe, Rhabarber, uitmuntende dranken; uit de Alöe, myrrha en crocus, een zeer goed elixir, en uit de gummi guajacum en caftoreum heerlyke ontbindingen.

X Í.

An Hiftorical Account of a new method of treating the Scurvy at fea: containing ten cafes, which Jhew that this deftructive Difeafe, may be easily, and effectually cured, without the aid of fresh Vegetable Diet. By DAVID MACBRIDE. M. D. London printed for A. Millar and T. Cadell. 1767. 8°. pag. 62.

d. i.

Historisch Berigt van eene nieuwe manier om de Scheurbuik op Zee te behandelen, bevattende tien Waarneemingen, welke toonen, dat deeze doodelyke ziekte gemakkelyk kan geneezen worden, zonder hulp van verfche groentens; door D. MACBRIDE.

Uit

[it het voorgaande artykel is den Leezer gebleeken, dat de Schryver de Mout voorfteld, als een zeker middel, om de fcheurbuik op Zee te geneezen (*), en in dit werkje doed

(*) Zie pag. 120. fg. 1.

doed hy verflag, van het geen men omtrent dit middel, zederd dien tyd heeft waargenomen op, twee fcheepen, gelyk hem gebleeken is door de waarneemingen van de Heelmeefters deezer fcheepen.

De Heelmeefter van het eene fchip, ALEXAN- Pag. 7. DER JOUNG, heeft hem medegedeeld een dagverhaal, van al het geen omtrent de zieken, op de geheele reis naar Zuid- America, is voorgevallen, en dit dag-verhaal heeft de Schryver hier woordelyk ingelaft. Men vindt in hetzel, Pag. 12. ve ook, verflag gedaan, van de uitwerking van de mout, welke in de fcheurbuik zeer voordeelig is bevonden. Sommigen gebruikten een aftrekfel van dezelve als een voorbehoed-mid- Pag. 16. del. Anderen, met de ziekte aangedaan, hebben de mout alleen gebruikt, zonder eenig ander middel, en zonder eenige verfche groen- Pag. 21. tens, en zyn hersteld. Van deeze geeft de genoemde Heelmeefter een omftandig berigt, en fpreekt van alle derzelver toevallen. Het eenige ongemak, welk in deeze gevallen daar door veroorzaakt wierd, was eene loslyvigheid, doch deeze kan worden voorgekomen, wanneer men eerft eene geringe quantiteit geeft, en de gifte vermeerdert, naar maate de lyder in kragten toeneemt. Eenige ontlaftingen zyn goed, en. als dezelven al te fterk zyn, konnen fy gestopt worden, door een goed, gebruik van verdoovende en famentrekkende middelen, Het is aanmerkelyk, dat de mout meêr of minder ont laftingen verwekt, naar maate de lyder meêr of minder in de ziekte gevordert is, zoo dat eene halve pint fterker uitwerkingen heeft, wanneer dezelve gegeeven word, op het laatst van V. Deel. 1. Stuk.

da

Pag. 30.

Pag. 31.

de ziekte, dan viermaal zoo veel, in den be ginne gebruikt.

De tweede brief is hem uit BOMBAY geschreeven door den Heelmeefter JAMES BADENACH. Uit deezen blykt, dat de fcheurbuik door de mout zeer gemakkelyk kan geneezen worden, Pag. 51. zonder hulp van eenige verfche groentens. In drie of vier dagen zyn de pynen wechgenomen, en de uitflag is verdweenen; binnen tien dagen hebben de lyders op het dek konnen gaan, wanneer dit middel in tyds en in eene behoorlyke quantiteit was gebruikt. Een aanhoudend gebruik na de ziekte heeft belet, dat de lyders weder zyn ingeftort. Drie pinten warm water zyn gegooten op een once mout, en hebben dus ftaan trekken, geduurende vier uuren. Het water, doorgedaan zynde, is vervolgens gedronken. Men moet met eene geringe gifte beginnen, en dezelve dagelyks, na de omítandigheden vermeerderen.

Pag. 54.

Ten einde men beter zoude konnen oordeelen van de kragten van dit middel, in vergelykinge van andere, voegt de Schryver hier by een uittreksel van de proeven, door den Hr. LINT genomen, en in fyn werk: Treatife on the Scurvy pag. 191., befchreeven. De proe⚫ven van deezen Heer met die van den Hr. Pag. 60. BADENACH vergelykende, ziet men klaar, dat een aftrekfel van mout zoo goed is tegen de fcheurbuik, en zulke fchielyke uitwerkingen heeft, als de verfche fappen van zuure vrugten, en derhalve voor dezelven behoord verkooren te worden, deels, om dat men de mout beter. koop krygen kan, deels om dat die ook langer kan bewaard worden. Wanneer de mout te fterk

fterk purgeert, houd men eenigen tyd met dezelve op, of vermindert de gifte, of doet zoo veel Elixir vitrioli daar in, als den drank eenen aangenaamen zuuren fmaak kan geeven. Verwekt het middel buikpynen, dan geeft men vyftien of twintig droppelen van het Laudanum liquidum in twee lepels kaneel-water, als de lyder naar bed gaat. Wanneer men in het vervolg corenthen of rofynen by de mout voegt, zal dezelve niet alleen fmakelyker zyn, maar ook beter uitwerkingen hebben.

XII.

Tal om Nödvaendigheten och foermaonen af de Chirurgiska Handalagens foerkortande i utoefningen, Haellet foer Kongl. Vetenskaps Academien, vid Prefidii nedlaeggande, den 15. Fulii 1767. af OLOF ACREL, Med. Doct. Profeffor och Regements Faeltfkaer vid Kongl. Adels-fanan. Stockholm tryckt hos Direct. Lars Salvius, 1767.8°. 5. bogen.

Redenvoering over de noodzaakelykheid en de voordeelen van het verkorten der Heelkundige handwerken; door O. ACREL.

N

Jiemand kan beeter inftaat zyn, alle handwerken der Heelkunde nauwkeurig te onderzoeken, en middelen, om dezelven veel te

Pag. 4.

Pag. 5.

verkorten, en fyn oogmerk met meêr gemak, en minder moeite, te bereiken, voor te ftellen, dan zoo een, die veele jaaren de Heelkunde niet alleen geoefend, maar ook fyne kennis door die van anderen dagelyks vermeerdert heeft. Men kan daarom ook, op het inzien van dit werkje, vertrouwen, dat de Hooggel. Heer ACREL, die reeds veele jaaren, zoo de Heel- als Genees - kunde met zeer veel lof geoefend, en verfcheide blyken van fyne groote Kundigheid, in deeze weetenschappen, gegeeven heeft, daar toe volkomen bekwaam is, en zal zich ook by het leezen van hetzelve geenzins bedroogen vinden, maar ligtelyk ontdekken, dat hetzelve zich aan elk een aanpryft, en met nut moet geleezen worden.

Verre van de ontdekkingen der ouden te veragten, merkt hy aan, dat men derzelver voetftappen behoord te volgen, en hunne fouten aanmerken, als middelen, waar door men op den regten weg komen moet, toonende dat het veel gemakkelyker is, ontdekkingen te verbeteren, dan uit te vinden. Men beneemt daarom niets van de verdiensten der laatere Schryvers, die zeer groot blyven,' dewyl fy deels de fchadelyke wydloopigheid hunner voorvaderen bepaalt, deels hunne nadeelige voorstellen verbeetert hebben, gelyk de Hr. ACREL bewyst, door het voorbeeld van veelen, geevende aan elk den lof, die hun ten regte in het een of ander gedeelte toekomd. Verder loopt hy de voornaamfte Heelkundige handwerken door, en geeft aan de hand, waar door elk derzelven, ten voordeele van den lyder, zeer gemakkelyk gemaakt is, of nog meer zoude konmen verkort worden.

Het