Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub
[ocr errors]

Het bloedstempen is het eerfte en voor- Pag. 9. naamfte, welk by alle operatien voorkomt. Hier toe gebruikten de ouden verfcheide middelen, welke men zeer gemakkelyk kan misfen, hoedanig zyn de opflorpende, de lymaartige, en de brandende, daar men naderhand bedagt heeft, de vaten met naald en draad Pag. 10. toe te binden, 't geen genoegzaam gefchieden kan, zonder een naal-voerder (porte d'aiguille) daar by te gebruiken. De dubbelde naalde van RAVATON, kan men ook wel miffen, en Pag. 11. voor dezelve moet de enkelde verkoren wor den. Het is egter niet altyd even gemakkelyk, den draad om de vaten te brengen, en men ziet dikwils na het afzetten der leden, dat dezelven zich optrekken, en in het vleefch verbergen. PAREUS had hierom een arterie- tang voorgefteld, doch ook deeze, fchoon van HEISTER Pag. 12. gepreezen, is in onbruik geraakt. Naar het toebinden moet de Eiken-zwam, door BROSSARD uitgevonden, geplaatst worden. De gemeene zwam is tot het zelfde oogmerk toereikende, en by gebrek van beiden, kan men fponfen gebruiken, welke zelfs boven die konnen verkooren worden. Men bediend zich van dezelven op tweeërley wyzen, of famen. gedrukt, en met was overtoogen, gelyk men doed by het verwyderen van wonden of pyp zweeren, of, zonder dezelven in was te fteeken, alleenlyk met de handen zeer fterk gedrukt. Een of meêr. ftukken fpons tegen de monden der flagaderen gelegd, en door eene behoorlyke drukking ondersteund, zwellen fchielyk op, vullen de wonden der flagaderen, drukken dezelven zoo wel in- als uitwendig, zoo. dat de loop van het bloed geftuit word, en

13

het

hetzelve aldaar verdikt. Dezelve blyft zeer lang en vaft zitten, en, wanneer die, door de verettering losgemaakt zynde, afvalt, is men zeker voor eene nieuwe bloedstorting. In Pag. 13. plaatse van het Tourniquet van SCULTETUS, door PETIT verbeterd, welk alleen kan gebruikt worden, wanneer de flagaderen op de leden befchadigt zyn, gebruikt de Schryver een ander werktuig, welk elk een kan maaken, voor alle deelen van het lighaam zich schikt, en niet koftbaar is. Hetzelve beftaat uit twee plankjes, die door eenen yzeren draad, in eenen krultrek gebogen, famenvereenigt, en met flanel en gewast linnen bekleed zyn. Op het bovenfte plankje word vaftgemaakt, het middenste van een lange zwagtel, waar mede men beide de plankjes tegen een drukt, en dus te weeg brengt, dat het onderfte, door den yzeren draad naar beneden gebragt wordende, eene behoor. lyke drukking maakt.

Bloedstortingen uit verborge plaatfen in het lighaam, hebben minder nut van famentrekkende middelen. Daar dezelven onzeker en fchadelyk zyn op plaatfen, waar by men met de handen komen kan, zoo kan men ligt begrypen, dat fy, inwendig gebruikt, en met het bloed vermengt, al konden fy, schoon deezen geheelen weg moetende afleggen, hunne kragten behouden, niet minder schadelyk en meêr werkzaam zyn zouden. De bloedstempende pillen van HELVETIUS uit aluin en draakenPag. 14. bloed behooren hiertoe, gelyk ook de OoftIndische gom Okiao. Het is byna onmogelyk, om op eenige wyze te konnen ftillen eene bloedftorting, ontstaande door het openberften van een groot inwendig vat; doch zulke bloed

ftor

ftortingen, welke ontstaan, door den fterken drift van het bloed, uit de monden der flagaderen, die verwyderd zyn, en waar by het bloed zich ontlaft, uit de holligheid van den neus, uit de lugt-pyp, uit de maag door de korte vaten, welke dezelve met de milt gemeen heeft, uit de lever, nieren, baarmoeder, vinden altyd het zekerfte middel in den koortsbaft, geschikt na de omftandigheden, of vermengt met een verdovend middel, zoo als de krampverdryvende pillen van den Hr. VAN RO

SENSTEIN.

By het geneezen van uitwendige gebreeken Pag. 15. is men doorgaans veel te wydloopig, en tegen dezelven vindt men oneindig veele onnutte middelen in de Apotheken, welke beter daar uit gelaaten wierden, en zoo wel in andere plaatsen, als in Londen, waar van de Apotheek Pag. 16, 't naaft aan de volkomenheid komt, konnen ontbeert worden. De verbanden, en andere gereedschappen der Heelkunde zyn ook zoo overvloedig, dat men het grootste deel derzelven niet noodig heeft.

Tegen de uitwendige toevallen aan het hoofd, als fchuddingen, kneufingen, beenbreuken, enz. worden zeer veele hoofdmiddelen (cephalica) voorgeftelt, en van veelen gebruikt, daar een derzelven genoegzaame kragten heeft, en, zonder met de anderen vermengt te zyn, te gelyk met de aderlatingen, en buikzuiverende middelen, verdeelt 't geen kan verdeelt worden, en aan de herffenen en derzelver vliezen de verlooren kragten wedergeeft. Door geen Pag. 17. middel kan men het uitgeftorte bloed in het hoofd eerder doen opflorpen, dan, wanneer men rondom den hals bloedzuigers zet. In

I 4

nood

[ocr errors]

noodzakelyke gevallen, moet men hoe ee der hoe liever een trepaan ftellen, welke, indien Pag. 18. zulks vereischt word, ook kan gezet worden op de naaden, op de holligheid van het voorhoofds-been, op de flaapbeenderen, en het agter-hoofds-been, men heeft alleenlyk te vermyden de plaatsen, alwaar onder het been groote vaten loopen.

[ocr errors]

Tegen alle foorten van eene traan-fistel vindt men genoegzaame middelen voorgesteld, doch dezelven voldoen den Schryver niet, behalven die van FOUBERT, en dewyl ook deeze ongemakken heeft, bedient hy zich nog van eene Pag. 19. andere. Hy opend eerft den traan-zak, ftoot door het os unguis met een fyn en scherp Troisquart, in dikte overeenkomende met een klein kegelvormig goud pypje, welk van boven wyd en half ovaal is by den zak, maar van onderen in den neus rond en nauwer. De rand van het bovenfte einde is omgeboogen, zeer glad gepolyft, en heeft ook twee openingen, waar door een zyde draad gedaan word. Zoodra het Troisquart word te rug gehaalt, word het pypje in de opening geftooken, zoo diep, dat de bovenfte rand fluit op het os unguis. De wonde word de eerfte dagen gevult met fyn plukfel, bedekt met eene pleifter, en zagt gedrukt door het gewoone verband voor een oog (monoculus). Pag. 20 Na verloop van een en twintig dagen ziet men dat de wonde grootendeels gevult is met vleefch, en byna geneezen, zoo dat de zyde draad alleen fchynt te beletten, dat dezelve zich volkomen fluitte. Dezelve word daarom daar uit getrokken, de zak meêr gedrukt, dan te vooren, en de traanen loopen aityd door het pypje.

[ocr errors]
[merged small][ocr errors]

De meeste werktuigen, welke tot hier toe ter geneezinge van den ftaar (cataracta) voorgeftelt zyn, worden van den Schryver, voor overtollig gerekend, en hy gebruikt daar toe alleenlyk een mesje, waar mede hy, de ftaar en- Pag. 21, kelvoudig, en het kasje van het cryftallyn niet verdonkerd zynde, het geheele werk verrigt. Hy opend daar mede eerft het hoornvlies, en vervolgens het kasje van het cryftallyn, neemende dan hetzelve, indien het hard genoeg is uit het oog. Doch, zoo het cryftallyn weeker is, drukt hy hetzelve daar uit. WARNER is het in deeze ook met den Schryver eens.

Om eene toegroeijing van den oog-appel wech te neemen, is het niet altyd noodig de opening in het midden te maaken, maar men kan dezelve ook op eene anderen plaats van den regenboog verrigten, doch liefft van boven. In de Verhandelingen van de Koninglyke Sweed- Pag. 22. fche Academie leeft men twee aanmerkelyke waarneemingen van den Hr. ODHELIUS hier

omtrent.

Het uittrekken der tanden heeft gelegenheid gegeeven tot het uitdenken van veele werktuigen, welke alle onnoodig zyn, daar elk, deezer zaaken na behooren kundig, niet meêr, dan een eenvoudig werktuig, daar toe noodig heeft.

Om de Trichiafis en Diftichiafis, wanneer de hairen van de oogleden zich naar den oogappel gekeerd hebben, het oog-prikkelen, en veele toevallen verwekken, te geneezen, heeft men zeer weinige werktuigen noodig. De Schryver verrigt de operatie met een bekwaam tangetje, eene fyne fchaar, en naalde met een' draad. Indien de huid op het ooglid zeer los

« VorigeDoorgaan »