Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

E N

GENEES-KUNDIGE

BIBLIOTHEEK;

Bevattende den zaakelyken inhoud van alle

NIEUWE WERKEN,

Welke, in de GENEESKUNDE en NATUURLYKE HISTORIE, buiten ons Vaderland uitkomen.

VYFDEN DEELS EERSTE STUK.

IN 'SGRAVENHAGE,

[ocr errors]

BY PIETER VAN CLEEF.

M. D C C. LXIX.

I.

,

Alta Helvetica, Phyfico-MathematicoAnatomico-Botanico - Medica figuris aneis illuftrata & in ufus publicos exarata. Volumen VI. Bafilea Typis &fumptibus Job. Rodolphi Imhof & filii 1767. 40. 1. Alphab. 9. plag. tab.

an. I.

d. i.

Natuur-Wis-Ontleed-Kruid- en Geneeskundige Verhandelingen van de Societeit in Bafel. Sesde Deel.

ehalven de verbeeteringen en vermeerderingen, welke de Hr. HALLER op de befchryving der Kruiden, die in Switzerland groeyen, aan de Natuur- en Geneeskundige Societeit in Bafel heeft toegezonden, en die meêr dan de helft van dit deel uitmaaken, vindt men in hetzelve verfcheide geneeskundige waarneemingen welke wy onzen Leezer moeten

mededeelen.

Een ongenoemd Schryver deelt fyne twyfe- Pag. 150. lingen mede, omtrent de golving van vogt, welk in het een of ander deel van het lighaam ftilftaat. De voornaamfte Genees-heeren zyn V. Deel. I. Stuk.

A 3

altyd

[ocr errors]

altyd van begrip geweeft, dat men in gekwetste menfchen, in zulken die een etterborft, de borftwaterzugt, het water in het harte-zakje, of den buik hadden, eene golving van het uitgeftorte bloed, de etter, of het water kon ontdekken, wanneer het lighaam van den lyder bewoogen wierd, en hebben zulks als een teken van deeze ziekten opgegeeven. Weinigen hebben niet zonder reden gedagt, dat dit teken fomtyds bedriegelyk was, en deeze Schryver oordeelt, dat men aan hetzelve geen het minste geloof flaan kan, zoekende fyne gedagten te ftaaven, door natuurkundige bewyzen, waarneemingen, en proeven. De dagelykfche ondervinding leert, dat men geene golving ontdekken kan, dan in eene ledige plaats; in de holligheid nu van de borft is, zoo wel in een' ziekelyken als gezonden staat, geene leedige plaats, maar de oppervlakte van de long raakt aan het borftvlies, zonder dat 'er lugt tuffchen beiden is. Indien derhalve in eenen gekwetften eenig bloed uitgeftort is, of in waterzugtigen water, of in etterborftigen etter, in de eene of andere holligheid verzameld is, blyft 'er egter geene ledige plaats over, waar in het vergaderde en ftilstaande vogt zou konnen bewoogen worden, en door eene golving tegen de zyden van het deel, waar in het zelve beflooten is, aanflaan. De lyder zal derhal ve, wanneer hy het lighaam beweegd, geenzins cene golvende ftoffe, of eenig geluid konnen ontdekken, noch ook de omftanders hetzelve hooren, wanneer fyn lighaam gefchud word. Het hartezakje, welk door het hart geheel ge.. vuld word, fluit ook alle golving uit, en in eene waterzugt van hetzelve, kan men die niet ontdekken. Hetzelfde moet ten opzigte van den

1

buik aangemerkt worden. Het buikvlies raakt overal de ingewanden åan, en noch tuffchen de kronkelingen der darmen, noch tuffchen eenige andere deelen, blyft eenige ledige plaats ove rig, en indien bloed, etter, of water, zich in deeze holligheid uitstorte, zoo dat of de geheele buik of een gedeelte van denzelven zwelle, is de ruimte altyd vol, en 'er kan dus geene plaats voor eene golving overblyven. Indien het vogt, tegen de oppervlakte der darmen aanftuitende, mogelyk eenig geluid verwekt, wanneer dezelven eenigzins wyken, moet men hetzelve niet aanmerken, als het geluid van het vogt, welk in de holligheid van den buik is, maar voor het geluid van het vogt, of de lugt, wel ke in de darmen word opgehouden: en, wanneer men, de hand op den gezwollen buik leggende, en op de andere zyde kloppende, even als eene golving van het vogt fchynt te bemerken, moet men deeze gewaarwording eerder toeschryven aan de zagtheid van het gedrukte en wykende vogt, welk te gelyk met de bekleetfelen bewoogen word, dan aan eene eigentlyke golving. Het zelfde heeft plaats met het vogt, welk in het celagtig weeffel van het buikvlies, of in eenige vliezige verdubbeling van den buik, in de eijerneften, of in de baarmoeder vergadert word; zulk vogt zal niet meer door eene golving konnen bewoogen worden, dan in eenen anderen vollen zak. Verder leert de natuurkunde, dat men geen geluid kan ontdekken, alwaar de veerkragtige lugt ontbreekt, nu is het bekend, dat noch in de borst buiten de wegen van de lugt, noch in den buik, buiten de maag en darmen, noch in eenige andere holligheid van het lighaam,

[blocks in formation]
« VorigeDoorgaan »