Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

i

Pag.

399

402

14. C. G. LUDWIG adverfaria de contagio variolofo.

15. The practice of Inoculation impartially confidered; by J. ANDREW.

16. A Vindication of the new method of inoculating the Small-pox against the arguments and objections of Dr. LANGTON en Mr. BROMFIELD, by G. WATTS.

[ocr errors]

17. An effay on Inoculation for the Small-pox; by T. RUSTON.

404

407

18. C. O. DIEZ de nova methodo inferendi variolas Anglicana.

410

19. J. G. KRÜNITZ Verzeichnifs der vornehm ften fchriften von den Kinderpocken und deren Einpfropfung.

412

[blocks in formation]

23. Natuur- en Genees-kundige Nieuwigheden. 420

24. Levensbefchryving van den Hooggeleerden Heere P. F. GMELIN.

25. Vervolg van de Lyft van Natuur- en Geneeskundige Werken, welke in het jaar 1767. zyn in 't licht gekomen.

433

44t

[merged small][merged small][ocr errors][merged small]

NIEUWE WERKEN,

Welke, in de GENEESKUNDE en NATUURLYKE HISTORIE, buiten ons Vaderland uitkomen.

VYFDEN DEELS DERDE STUK.

IN

GRAVENHAGE,

BY PIETER VAN CLEEF.

M. DCC. LXIX.

>

[ocr errors]

Hiftoire de L'Académie Royale des Scien ces, Année 1760. Avec les Mémoires de Mathématique & de Phyfique, pour la même année, Tirés des Regiftres de cette Académie, à Paris de l'Imprime rie Royale 1766. 4°. pag. 212. Hift. pag. 476. Mem. Tab. n. 18.

d. i.

Historie van de Koninglyke Academie der Weetenschappen voor den jaare 1760. met de Verhandelingen over de Wis- en Natuur-kunde voor denzelf. den jaare.

n het Hiftorische gedeelte zyn onder de Natuur-kundige Waarneemingen de volgende te vinden.

1. De Hr. DE BUFFON heeft de Academie Pag. 16. medegedeeld eenen brief van den Heere DE LA Nux, woonende op het Eiland Bourbon, en een van de Correspondenten, deezer Academie, bevat tende eenige aanmerkingen omtrent dit Eiland. Uit denzelven blykt, dat de Indiaanfche offen, welke eenen bult op den rugge hebben (Bizons), V. Deel. 3. Stuk. Ff 2

geene

Pag. 19.

Pag. 20.

Pag. 21.

geene byzondere foort uitmaaken, maar behooren tot dezelfde foort, waar toe onze gemeene betrokken moeten worden. De Hr. DE LA Nux heeft ondervonden, dat de eerfte met de laatste voortteelen, en dat de jongen naderhand ook wederom andere voortbrengen. De bult, welken de Indiaanfche tuffchen de schouderbladeren hebben, fchynt toevallig, of ten minften niet zeer eigen aan hunne natuur te zyn, om dat dezelve, als fy met andere koeyen voortteelen, zeer vermindert in de eerfte voortteeling, en eindelyk volkomen verdwynt. De eendvogels verschillen van de onze. De zwarten brengen fomtyds kinderen voort, die noch tot de zwarte, noch tot de blanke, fchynen te behooren, en op de huid vlakken hebben van eene donkerbruine kleur. De winden, welke gezegd worden in de zee, die tuffchen Afia en Africa is, fes maanden agter elkander te regeeren, zyn geenzins zoo ftandvastig, maar veranderen dikwils drie of vier maalen in eene maand; op het genoemde eiland waaid over dag de wind uit den tegenovergeftelden hoek van dien, waar uit dezelve des nagts komt. De stroom van de zee verwiffelt ook geregeld.

2. Het water in de Seine is, in den beginne van het jaar 1760., van de hoogte van drie vocten opgeklommen tot die van twintig voeten, en wel binnen den tyd van veertien dagen.

3. De Hr. DEPARCIEUX heeft door eenige voorbeelden getoont, dat de rievieren, welker water bekwaam is, om harde lighamen met een korft te bedekken, in Vrankryk niet zoo zeld. zaam zyn, als men gelooft had.

[ocr errors]

4. De Hr. MusSCHENBROEK heeft aan den Hr. NOLLET gefchreeven, dat men hem verhaald heeft,

« VorigeDoorgaan »