Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub
[ocr errors]

Pag. 68. eene langzaame koorts met eene moeyelyke ademhaaling zyn insgelyks daar door wechgePag. 70. nomen. Andere lyders met kliergezwellen, en hartkloppingen zyn ook door de Cicuta tot

volkome gezondheid gekomen Uit deeze gePag. 73. vallen befluit de Schryver, dat de Cicuta, verre van altyd nadeelig te zyn, fomtyds zeer voorPag. 85. deelig is, en toont, dat alle geneesmiddelen,

ook niet altyd die ziekten, waar in fy aangePag. 91. preezen worden, geneezen. In de Colica pictonum heeft hy verfcheide reizen de geneeswyze van DE HAAN vrugteloos aangewend. In de jigt heeft hy van het pulvis aconiti meêr nut befpeurt, dan van de Cicuta, doch het oxymel colchicum is by hem altyd vrugteloos gebruikt.

V.

CAROLI FRIDERICI KALTSCHMIED Med. Prof. P. O. Programma de Cicuta. Jene litteris Hellerianis. 1768. 4°. plag. 1.

d. i.

Voorberigt over de Cicuta door C. F.
KALTSCHMIED.

Z

oo zeer de Hr. TARTREAUX den brief van den Heer DE HAEN tegenfpreekt, en Pag. 4. veragt, zoo hoog word dezelve door deezen Schryver gefteld. Hy verzekerd noit iemand gezien te hebben, die door het gebruik van de Cicuta in eenige ziekte geneezen is, maar veelen, die verergerd, veelen die geftorven zyn.

Hy

Hy fpreekt voornamentlyk van drie zieken die door dit middel in gevaar gebragt waren. De eerfte was eene voornaame vrouw van 40. jaaren, welke tegen een knoeftgezwel in de regter borft de Cicuta gebruikt heeft met dat ongelukkig gevolg, dat fy, het gezwel binnen eene maand van de grootte van eene okkernoot tot het gewigt van vier ponden toegenomen, en zeer pynelyk geworden zynde, tot den Schryver kwam, om de borft wech te neemen, het welk behoorlyk zynde gefchied, fy volmaakt geneezen is. De tweede was een Pag. 5. man van 50. jaaren, welke, een' furunculus in de flinker borft gekreegen hebbende, door het gebruik van de Cicuta zoo ver gekomen is, dat hy pypzweerén en eene bederving van het borftbeen gekreegen heeft, en men overdwars midden door het borstbeen een stilet brengen kon, 700 dat de Schryver genoodzaakt was, het buitenfte gedeelte van het borstbeen wech te neemen, hetzelve van de beenbederving te bevryden, en dus den lyder te geneezen. De derde is geweeft eene vryfter, welke in eenen zeer flegten ftaat tot den Schryver is gekomen; fy had tegen een gering gezwel aan den hals pillen en pappen van de Cicuta gebruikt, doch daar door was, in korten tyd, de geheele flinker zyde van den hals zeer hard geworden, en fy had ondragelyke pynen in den buik gekreegen, welke alle middelen wederstonden, en haar deeden fterven. By het openen van den buik vondt men den dikken darm zeer vernauwt, en de klieren van het darmfcheil verhard. De beroemde TRALLES heeft alle deeze zieken te gelyk met den Hr. KALTSCHMIED gezien.

[ocr errors]

V. Deel. i. Stuk.

D

VI.

V I.

Obfervationum Medicarum Triga, 'pro
Gradu Doctoris exhibita a JUSTO NI-
COLAO WIEDENFELD Hannoverano,
Legionis Hannoverane quondam chi-
rurgo primario. Göttinge Litteris
Joannis Alberti Barmeieri. 1768. 4°.

plag. 3.

d. i.

Drietal van Geneeskundige Waarneemingen; door J. N. WIEDENFELD.

Deschryver, die in de Hospitaalen in Han

e eerfte der waarneemingen, door den

Pag. 5. nover, Parys, en Straatsburg voorheen gele genheid gehad heeft, veele gevallen te zien, en zelve agt- en twintig jaaren de geneeskunde Pag. 7. heeft geoefend) befchreeven, betreft de geneezing van eene uitdrooging, en verlamming ontstaan na eene verouderde vryfter - ziekte (malum bystericum). Eene getrouwde vrouw van 32. jaaren had geweldige ftuipen in de leden, welke door een fterk geschreeuw verzelt wierden. Somtyds waren deeze ftuipen geduurende drie maanden gering, doch gemeenlyk tegen den nagtevening, en zonnenftant taften fy haar zeer geweldig aan. Sy was reeds 15. jaaren met de ziekte geplaagd geweeft. Viermaalen had fy het Pyrmonts-water en een bad Påg. 8. met vrugt gebruikt, doch tegen den winter

1767. had fy eenen afkeer van alle spysen, en kreeg wederom zeer geweldige ftuipen met eene hardlyvigheid. Sy nam haar' toevlugt tot het Pyrmonts-water, doch braakte hetzelve geduurig uit. De braakingen waren zeer geweldig, en hielden niet op, fchoon fy, in plaatse van Pyrmonts-water het Selfer-water gebruikte. Sy wierd van de ftuipen, hardlyvigheid, en winden, die daarmede verzeld gingen, niet verloft, doch alle deeze toevallen vermeerderden veel eer merkelyk. De handen, doch voornamentlyk de drie agterfte vingers aan elke hand, waren lam. Sy had geweldige beevingen, en was zoo zwak, dat fy, uit oorzaake van de pyn in de leden, geen kwartier uurs leggen, of s'nagts flaapen kon. Haare buikpynen waren zeer zwaar, en fy kon noch door genees-middelen, noch door clyfteeren, die rykelýk gezet wierden, verzagt worden; maar raakte gemeenlyk aan het maalen. Alle de genoemde toevallen wierden veroorzaakt door eene hardnekkige vryfter-ziek te. In derzelver begin had fy geene middelen gebruikt, en fchoon het Pyrmonts-water en de baden haar eenige verligting hadden aangebragt, was het ongemak daar door egter niet wech genomen, om dat de oorzaak, die ongetwyfeld bestond in eene scherpe ftoffe, welke de zenuwen der eerfte wegen prikkelde, niet uit den weg geruimt wierd. Door deeze prikkeling wierden niet alleen krampen in de ingewanden verwekt, maar dezelven verfpreiden zich ook door den buik, en ftrekte zich uit tot aan de leden: de zenuwen meêr en meêr verżwakt zynde, moeft de ziekte zwaarer worden, de fpysverteering verminderen het lighaam niet gevoed worden, het bloed ontaarden, de

D 2

[ocr errors]

vee.

Pag. 9.

veezelen, en dus het geheele lighaam uitdroogen. Om de scherpte wech te neemen, liet de Pag. 10. Schryver haar gebruiken wey met tamarinden (ferum lactis tamarindinatum), het liq. terr. fol.tart. met den Spir. Cochlear., Rhabarber, lavementen met het ol. lini & Chamomilla, het lighaam wryven, en vervolgens het Pyrmonts-water drinken, beveelende haar te gelyk, niet dan zulke fpyfen, welke gemakkelyk te verteeren zyn, te Pag. 11. gebruiken, en voor eenen gewonnen drank een afkookfel uit de rad. Chin. Schorzoner. Gramin. liquirit. bord. mund fem. fænic. te neemen. Deeze middelen hadden die gelukkige uitwerking, dat de vrouw, dezelven eenen geruimen tyd gebruikt hebbende, volkomen gezond, en zwanger wierd, daar fy vyf jaaren onvrugtbaar geweeft was.

Pag. 14.

In de tweede Waarneeming word gefprooken van eenen man, die in eene zeer fterke raferny verviel door eene fchielyke verwiffeling van hitte en koude. Hy was negen en twintig jaaren oud, en op een' kouden dag naar buiten vertrokken. Zeer koud zynde kwam hy naar huis, en plaatfte zich by eenen zeer warmen Pag. 15. kagchel. Den volgenden dag, die zeer koud was, kwam hy op ftraat, en, wederom koud zynde, zette hy zich by den kagchel, en fliep aldaar geduurende vier uuren. Wakker geworden zynde had hy pyn in het hoofd en was benauwt, den nagt bragt hy onruftig door, was den volgenden dag zeer benauwt, en had zwaare hoofdpyn. Alle toevallen verzwaarden, en na verloop van fes dagen kreeg hy eene fterke raferny. In deezen ftaat liep hy uit het huis, en wentelde zich in de fneeuw. Naar huis gebragt

« VorigeDoorgaan »