Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

"

"

pis. Hy kon nooit fyn water loofen, wanneer hy lag, maar moeft altyd zitten, of ftaan. Dewyl alle deeze toevallen toonden, dat of een fteen, of eenig ander uitwas den hals yan de blaas geduurig prikkelde, wierd hy met den catheter onderzogt; doch men bemerkte niets in de blaas, waarom men ook alleen verzagtende middelen gebruikte. Intuffchen verminderden fyne kragten, hy kreeg eene uitteerende koorts, met verfcheide toevallen, waar tegen alle middelen vrugteloos waren, en de lyder ftierf. Na den dood vondt men de blaas ontstooken, en eeven voor den hals van de blaas een uitwas, de gedaante van een' tepel hebbende, zoo dik als de pen van eene raave, en zoo lang, als eene nagel. Dit heeft door fyne prikkeling op den hals van de blaas dezelfde uitwerking gehad, als een fteen in dezelve.

Niets is meer gemeen, dan dat men een Rheu- Pag. 22. matismus voor de jigt aanziet, en daar uit ontstaan veele misflagen, dewyl de geneezing zoo zeer verschillende zyn moet. De Hr. STRANDBERG fpreek daarom omftandig van deeze ziekte, en geeft de oorzaaken en tekenen van beide nauwkeurig aan de hand, wyzende den leezer te gelyk tot de voortreffelyke verhandeling van den Hooggel. Hr. BERGIUS Over de jigt, welke wy by eene andere gelegenheid hebben medegedeeld (*), en geevende daarom alleenlyk op, Pag. 27. hoe men een Rheumatismus moet behandelen. Boven alle middelen, zoo zeer in deeze ziekte gepreezen, verkieft hy het Aconitum, welke in Pag. 29. het

(*) Zie deeze Bibliotheek, III. D. 1. St. pag. 50.

Pag. 30.

het Hospitaal in Stockholm, en ook in de stad in oude Rheumatieke pynen zeer voordeelig is geweeft, bevestigende dit met eene Waarneeming van den Hr. RosÉN VAN ROSENSTEIN. Eene arme kraamvrouw ftondt te vroeg uit he bed, en verkouwde zich; fy kreeg daar op pyn in de heup, welke zich uitstrekte langs de dey, en het been, zoo dat fy in agt maanden nooit uit haar bed kon komen, en eene ondragelyke pyn had by de minfte beweeging. De Hr. RoSÉN gaf haar tien poeders, waar van elk bevatte een fesde deel van een grein Extract. Aconiti, liet haar daar van 's morgens en 's avonds een gebruiken, en telkens daar op drinken een pint warme bier-wey. Reeds twee dagen daar na kon fy opzitten, en door het gebruik van nog twintig zulke poeders, wierd fy in ftaat gefteld, om haar werk te doen.

[ocr errors]

Daar nu de zieken zelve merendeels gelegenheid geeven tot de fouten, welke van de Geneesheeren begaan worden, zoo moet men ook opnoemen, eenige der fouten, welke de zieken begaan, en waar door fy beletten, dat eene ziekte kan gekend en geneezen worden. Zeer groote misflagen begaan de zieken, wanneer fy den Geneesheer geen volkomen en voldoend antwoord geeven op de vraagen. Eene vrouw, welke zeer zwaar hoefte, en veel etter opgaf, van den Schryver na haare voorige gefteldheid ondervraagt zynde, antwoorde nooit na behooren daarop. Hy moeft de ziekte voor eene verzweering der long aanzien, en gebruikte daar Pag. 31. tegen eenige middelen. Na eenigen tyd zag fy 'er beeter uit, en had den hoeft overwonnen. Hy meende, eene groote geneezing verrigt te

heb

[ocr errors]

hebben, doch fy had nu nieuwe klagten over een zweer aan het been, en verhaalde toen, dat fy te vooren ook zoo eene verzweering had gehad. Het bleek dus, dat de etter, welke zich eerft door het been had ontlaft, in vervolg van tyd zich op de long geplaatst, een' fterken hoeft verwekt, zich dus ontlaft, doch nu wederom, eene verzweering op het been verwekt zynde, de long verloft had. Indien fy in het begin zulks had gezegd, was fy zeer fchielyk te helpen geweeft, door de oude verzweering op het been, die zich geflooten had, weder te openen. Een voornaam heer wierd zedert elf jaaren, geplaagd met een' zwaaren loop, die hem zoo uitdroogde en afmatte, dat hy eindelyk daar by het leeven infchoot. Het eenige middel, welk in staat was, den loop voor eenige weeken te ftuiten, beftond in de schillen van granaat-appelen, geftooten, en in bier gedaan, en een drank van gebrande akers, als koffy. Op het einde van fyn leven verhaal- Pag. 32. de hy, dat hy voor elf jaaren eene heete ziekte had gehad, waar by, gelyk uit alle omftandigheden bleek, de lever ontftooken geweeft, en naderhand in eene verzweering overgegaan was, waar uit de etter zich in de darmen ontlaft had.

Dikwils gebeurt het ook, dat de zieke de waare oorzaak der ziekte voor ons verbergt, en dit heeft vooral in venus - ziekte plaats, gelyk de Schryver bevestigt door het voorbeeld van eenen jongeling, die zeer over de oogen klaagde, en fomtyds blind wierd, doch, zoo dra hy de oorzaak daar van, de venus ziekte, bekende, gemakkelyk genezen wierd, en door dat Oo 5

van

Pag. 33.

van eenen man, die uit deeze oorzaak de heup, jigt had.

Niets is gemeener in fleepende ziekten, dan dat de lyders eerst allerhande middelen beproe ven, eer fy eenen Geneesheer om raad vraa gen, en dan niet openhartig bekennen, wat fy gebruikt hebben, waar door men dikwils de oorzaak niet kan ontdekken. De Schryver is dit voorgekomen in eenen heer, die hem raad vroeg over eene moeyelykheid in het loofen van het water. Hy vernam van de knegt, dat hy het voeteuvel naar binnen had gedreeven, doch, fchoon de Heer zulks ten eenemaale ontkende, liet hy egter toe, dat men op den Pag. 34. Voet eene fpaanfche vlieg-pleifter leide, waar op de pyn in het wateren verdween en het voeteuvel zich openbaarde. Dikwils ziet men, dat de lyders door de middelen, die fy gebruiken, hunne ziekten ongeneeslyk maaken. Een Heer, die dikwils met het voeteuvel was geplaagd, op zekeren tyd pyn in de knie krygende, had dezelve verdreeven, en daar door zich op den hals gehaalt de geelzugt, en veele andere toevallen, welke niet dan na verloop van langen tyd en zeer moeyelyk te geneezen Pag. 35. waren, door het voeteuvel wederom te verwekken. Een ander met zinkingen op de keel geplaagd, gebruikte zoo lang een gorgelwater met Pag. 36. aluin, dat hy daar door de kanker kreeg. Iemand, die de roos op het been had, en gewoon was zich te laaten koppen, meende, dat zulks nu ook van nut kon zyn. Men deed zulks, doch met dat gevolg, dat het vuur in het been kwam, waar op volgde eene ylhoofdigheid en fchielyke dood. Een man, die veeltyds

[ocr errors]

tyds het voeteuvel had, droeg op raad van fy.
ne vrienden gaare kouffen, die blauw geverwt
waren, doch, wanneer de tyd naderde, op
welken hy gewoon was, het voeteuvel te kry-
gen, openbaarde zich hetzelve niet, maar de
punt van den neus wierd zeer rood, en zoo
ས་
pynelyk, dat hy zulks niet kon verdraagen,
waar van hy ook niet, dan met veel moeite,
verloft wierd.

-Eindelyk doen de zieken ook zeer kwalyk, Pag. 37.
en benadeelen zich zelven grootelyks, wan-
neer fy niet volgen den goeden raad, welke
men hun geeft. Deeze is de rede, dat veele
zoo lang ziek leggen aan tuffchenpoozende
koortsen, zoo dikwils bloedfpoegingen krygen,
en eindelyk in de teering vervallen, 't geen
zoude hebben konnen worden voorgekomen,
indien fy den raad van hunnen Geneesheer ge-
volgd waren, en de middelen, ter geneezinge
of voorkominge van deeze ziekte voorge-
schreeven, nauwkeurig gebruikt hadden.

« VorigeDoorgaan »