Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

welk by eene andere geneeswyze den genoemden uitslag zoude voortgebragt hebben.

Eene vallende ziekte, welke op eenen bepaal- Pag. 50. den tyd weder kwam, heeft de Schryver voor eenigen tyd gelukkig geneezen, en daar mede befluit hy deezen brief. Een meisje van vyf. tien jaaren kreeg dezelve overwagt, den eerften en tweeden dag kwam dezelve op onbepaalde tyden en was van langen duur, doch op den derden en de volgende dagen kreeg fy bepaalt des avonds ten zeven uuren eenen zeer zwaaren aanval, welke aanhield tot 's nagts ten twaalf uuren, wanneer dezelve haar in eene doodelyke zwakheid verliet. De nood was dringend, en, dewyl de pols ook in den tusschentyd zeer ras was, liet hy aanftonds eene ader open, en fchreef voor eene amandelmelk met veel wynfteen en magnesia. Het bloed wierd daar door wel verkoelt, doch toen ontdekte men, dat in de maag veel gal was, hy schreef daarom een braakmiddel voor, welk het verwagte oogmerk berykte. Kort daar op gaf hy haar den koorts-baft met ammoniac-zout, en tien poeders van deezen bast, elk van een half dragme, namen den aanval wech. Het fcheen of er nog gal in de eerfte wegen was, hy gaf daarom nog een braakmiddel, welk veel gal ontlafte , en fy was in weinige dagen volkomen hersteld.

[ocr errors]

X I I.

Mémoire fur le Traitement des Fiftules à l'anus par la ligature, ou nouvelle Methode de les guerir fans Operation; par Mr. BOUSQUET, Medecin-Chirur gien de fon Excell. Monfeigneur le Baron DE BRETUEIL, Ambaffadeur de France auprès de S. M. le Roi de Suede. Ou l'on joint le Rapport de Mr. ACREL Chirurgien, donné à l'Academie des Sciences de Stockholm, fur ce Mémoire, avec la Réponse de l'Auteur.

Rön, om Fiftlar in Ano, eller nytt. faett, at bota dem, utan Operation. &c. Stockholm Tryckt bos Directeuren Lars Salvius. 1766. 8°. 5. bogen. d. i.

Verhandeling over de behandeling der aars-fiftels, door afbinding, of nieuwe manier om dezelven te geneezen zonder Operatie, door den Hr. Bousquet, waar by gevoegd is het berigt van den Hr. ACREL, aan de Academie der Wee tenschappen in Stockholm gegeeven, over deeze verhandeling, met het antwoord van den Schryver.

[ocr errors]

e Hr. BOUSQUET had deeze verhandeling aan de Koninglyke Academie der Weetenschappen overhandigt, om dezelve onder

haare

སྐྱ

haare Schriften te plaatfen, doch naderhand, dewyl hem het oordeel van de Heeren ACREL en MARTIN, aan welken dezelve ter onderzoekinge was gegeeven, mishaagde, te rug genomen, en die in de Franfche en Sweedfche taal laaten drukken, waar over de Academie opentlyk haare onvergenoegdheid heeft te kennen gegeeven in Lärda Tidningar 166. N°. 44.

en zoo eene,

Pag. 20.

De Hr. BOUSQUET bepaalt twee foorten van Pag. 12. Aars-fiftels, eene inwendige, welke zoo wel uit als inwendig eene opening heeft, en houd die foort, waar by in den darm geene opening is (cæca externa) voor zeldzaam. Elk deezer foorten overweegt de Schry. ver na haare verfcheidenheden, kentekenen en geneeswyze. Hy verwerpt het fnyden op de fonde, wegens de pyn, de bloedftorting, het gevaar van eene flagader te kwetfen, en andere toevallen, en geeft den voorkeur aan het afbinden. Sommige geneezen dezelven alleen door de drukking, en dit kan volgens deezen Schryver niet plaats hebben, dan wanneer de inwendige fiftelen digt by het os coccygis en ifchii zyn, wanneer deeze deelen konnen dienen tot een steunfel voor de wiek, die in het fondament geftoken word; en op deeze wyze Pag. 22. heeft de Hr. FOUBERT eene fiftel geneezen, gelyk blykt uit eene waarneeming, door den Schryver hier ter plaatse ingelafcht. Eens heeft Pag. 34hy de geneezing volbragt met een brandmiddel, doch hy houd hetzelve in veele gevallen voor Pag. 28. gevaarlyk. Hy toont, hoe moeyelyk het is, in de fiftelen, die eene inwendige en eene uitwendige opening hebben, met de fonde de invendige opening te ontdekken, en bewyst door een voorbeeld van den Hr. FoUBERT, dat Pag. 30. het

het veeltyds gebeurt, dat men met de fonde den darm doorboord veel hooger, dan de inwendige opening is. De Schryver gebruikt daarom in plaatse van de fonde, infpuitingen, waar aan hy, behalven het zuiveren van de fiftel, ook Pag. 32. toefchryft, dat fy dezelve regt maaken, hy houd met dezelven zoo lang aan, tot dat de ingefpoote ftoffe zich door den aars ontlaft. Vervolgens fteekt hy door de opening eene naalde, welke aan het voorfte gedeelte ftomp is, en aan het agterfte de gedaante van eene lardeernaalde heeft, waar in hy een looden draad vast maakt, dien hy gebruikt tot het afbinden. Dagelyks draaid hy den draad vafter toe, en dezelve valt Fag. 36. eindelyk geheel af. De voordeelen van deeze manier bevestigt hy door verfcheide voorbeelden en waarneemingen, die alle van den Hr. FOUBERT zyn.

Pag. 52.

Pag. 66.

Uit het berigt van den Hr. ACREL ziet men, dat hy de verdeeling der fiftels van den Schryver niet goedkeurt, dezelve ook aan meêr oorzaaken toeschryft, en begrypt, dat fyne manier in zeer veele gevallen niet kan te pas komen. Ook toont deeze Hoogleeraar, dat de manier reeds zeer oud is, en dat de Hr. FOUBERT, dezelve befchryvende in Mémoir. de L'Acad. de Chirurgie. 8. Tom. 9. pag. 127. 129, zich ook alleenlyk de vernieuwing daar van heeft toegeschreeven. Hy meent, dat de gewoone manier, van Pag. 70. de fistels met het mes te geneezen, geenzins zoo gevaarlyk is, als de Hr. BousQUET beweerd, en verkieft dezelve boven alle andere. De laatftgenoemde Schryver beantwoord alle herringeringen van den Hr. ACREL, en zegt, dat fyn oogmerk niet is geweeft, zich de uitvinding van deeze manier aan te matigen, maar dat hy,

die een leerling van den Hr. FOUBERT is, ziende, dat de manier, welke deeze beroemde Heelmeefter gebruikt, in het Noorden geheel onbekend was, door fyne verhandeling dezelve had willen bekend maaken.

XIII.

Paominnelfer vid Herr BOUSQUETS Rön. om Fiftlar in Ano, befynnerligen vid det, fom ban deruti berättat, rörande Kongl. Vetenskaps Academien och twänne desf Ledamöter. Stockholm, Tryckte bos Direct. Lars Salvius, 1766. 8°. pag. 28.

d. i.

Herrinneringen aangaande de Verhandeling van den Hr. BOUSQUET over de aars-fiftels, voornamentlyk omtrent het geen hy daar in verhaalt van de Koninglyke Academie, en twee van derzelver Leden.

D

e Koninglyke Academie der Weetenschappen in Stockholm heeft noodig geoordeelt, dit gefchrift in het licht te geeven, ten einde elk te doen zien, hoe het gegaan zy met de Verhandeling van den Hr. BOUSQUET. De Academie toont rede te hebben van onvergenoegdheid, dat hy by fyne verhandeling gevoegd heeft het oordeel van den Hr. ACREL,

welk

« VorigeDoorgaan »