Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

en deeze herstelden door buikzuiverende middelen, of ook door een clyfteer, indien fy zeer zwak waren: vlugge geeften wierden voor den neus gehouden, en dagelyks een glas brandewyn gegeeven, ook verzuimde men de gewoone middelen tegen de koorts niet. WanPag. 51. neer de hitte al te fterk, en het zweet zeer gering was, bragten Opiata, tuffchen de aanvallen des avonds gegeeven, te weeg, dat de volgende aanval beter was. De toevallen, welke na verzuimde tuffchenpoozende koortfen zich openbaarden, waren zeer verscheide, en fomtyds dodelyk; van de voornaamste spreekt de Pag. 52. Hr. HEUERMANN afzonderlyk. Wateragtige gezwellen der beenen, wierden door den koortsbaft, buikzuiverende middelen, en het uitgePag. 54. perfte fap van het Trifolium aquaticum geneezen, en deeze middelen waren ook nuttig, wanneer de buik reeds met water opgezet was. Pag. 55. Tegen de verhardingen van de milt gebruikte men insgelyks deeze middelen, leide op dezelven een pleifter van de Cicuta en fmeerde het Pag 57. unguentum nervinum daarop. By fommigen waren verzweeringen agter het borstbeen ontftaan, welke ongeneeslyk waren: in eenigen verteerde de ftoffe, welke zich in het celagtig weeffel van het middenschot ophield, het borstbeen, en maakte midden op hetzelve eene verhevenheid, ter grootte van een hoener-ey, welk van tyd tot tyd in grootte toenam. By anderen openbaarde zich zoo een gezwel, welk, geopend zynde, tot in de borit doordrong. Na den dood vondt men, tuffchen het middenfchot, veel taaye ftoffe; de regter long was in eenen lyder voor een groot gedeelte verteert; in eenen anderen was dezelve met, taaye flym

be

bedekt. De klieren in het darmfcheil waren. in beiden verhart, de darmen waren zeer flap, en zagen blauwagtig uit. By fommigen, die in het leeven bleeven, wierden de openingen der verzweering fiftuleus, en flooten zich niet, dan na verloop van drie of vier maanden, geduurende welken tyd de middelen tegen de koorts niet moeften verzuimd worden, door welke 't beft de toevallen, welke op de koorts volgen, verminderd worden, gelyk de Schryver bewyst door het voorbeeld van twee foldaaten, die dus zyn geneezen van zeer fterk gezwolle klieren, welke fy na eene derdendaagfche koorts gekreegen hadden (*). De gezwellen, welke zich by Pag. 59. eenigen aan de knie openbaarden, waren doorgaans van flegte gevolgen, dewyl het onderfte van het dey-been eindelyk door beenbederving aangetaft wierd. Indien men dezelven niet te keer ging door de middelen tegen de koorts, en door buikzuiverende, dan fchooten gemeenlyk de lyders daar by het leeven in, 't welk de Schryver met twee voorbeelden bevestigt. Een lyder, die na de koorts eene beeving van Pag. 65. het hoofd en de armen behield, genas door de gewoone middelen tegen de koorts, welke ook de aamborftigheid en droogen hoeft wechnamen. De doofheid, welke zich by fommigen onder de koorts openbaarde, wierd door kampher met boomwol, of amandel-oly, in het oor gedaan, of ook door den kampher-brandewyn geneezen, en in gevallen dezelven van

geen

(*) Omtrent foortgelyke gezwellen op de borst, waargenomen door den Hr. MONRO, zie deeze Bibliotheek I. D. 4. St. pag. 686.

geen nut was, bragten twee droppelen ol. Cajeputi met boomwol in de ooren gedaan, en fpaanfche vliegen agter dezelven gelegd, veel Pag. 66. voordeel aan. Veeltyds bleeven fy doof, wanneer de kwaal reeds lang geduurd had, eer fy in het hospitaal kwamen. De zwakheid der oogen wierd wechgenomen, wanneer men eenige droppelen van den Spir. fal. ammon. Spir. vin, Camph. of Spir. fal. volat. in de hand deed, en vier of vyfmaal's daags voor de oogen hield, als ook eens in de week zagte braak- en buikzuiverende middelen gebruikte. In den grauen ftaar is het Extractum foliorum Cicuta aquatica Pag. 68. recentium fes weeken, vrugteloos gebruikt. In het darm-fcheil van eenen foldaat, die eenigen tyd een hard gezwel op de regter bal, als ook verhardingen in den buik gehad had, en eindelyk aan eenen flymerigen loop geftorven was, vondt hy een hard fpek-gezwel, welk meêr, dan fes ponden, woog, en alle ingewanden verplaatst had, de ftreng der zaadvaten was verhard, een' duim dik, en behalven de verhardingen, ook met verfcheide waterblaasjes bezet; de bal was zeer vleefchig; de longen waP70. Pag, 70. ren ook zeer verandert. De geelzugt was, wanneer dezelve niet diep ingeworteld was, door het gebruik van de kina gemakkelyk te geneezen. Een lyder, die reeds vier maanden de geelzugt had gehad, eer hy in het hospitaal kwam, ftierf aan dezelven. In fyn lyk vondt men op de plaats van de lever, alwaar de vaten in dezelve komen, het celagtig weeffel bezet met fpek- en honig-gezwellen, als ook met dik vet; waar door de ductus cholidochus, arteria mefaraica fuperior, de twaalfvingerige darm toegedrukt, en de overige vaten op deeze plaats zoo met

de

dezelven vastgegroeit waren, dat men dezelven nauwelyks kon ontdekken; de lever en milt waren grooter en harder; de galblaas vol gal. Zeer gemeen was de fcheurbuik na langduu-Pag. 71, rige koortfen, en in de meeste lyken vondt men verhardingen en verftoppingen in de klieren en ingewanden; het bloed was by de meesten dun. De beweeging was voor deeze zeer fchadelyk, Pag. 73. gewoone middelen tegen de fcheurbuik, de geeft van koper-rood, verfche kruiden, melk en water, in plaatse van bier, waren zeer voordeelig. Heete en zoute spyfen verminderden Pag. 75. dit ongemak, doch verfche fpyfen vermeerderden hetzelve, zoo dat deeze foort van fcheurbuik van die, welke op zee waargenomen word, verschilde. Aan het lepel-blad fchryft hy, zelfs Pag. 76. in de laatstgenoemde foort, weinig toe. Kwik-Pag. 77. middelen heeft de Schryver gebruikt, wanneer de fcheurbuik verzeld wierd door pyn en zwelling der voeten, of door verhardingen der beenen. Zeer omzigtig moet men egter met het gebruik derzelven te werk gaan. In de fcheur- Pag. 79, buik na eene koorts, waar door het tandvleefch nog niet gezwollen is, doch die door eene hardigheid en pyn aan de geledingen verzeld word, is eene geringe kwyling het beste middel, doch. hoe fterker de fcheurbuik is, des te geringer moet de gifte van den kwik zyn.

Steeken en pyn in de zyde, den rugge, tuf-Pag. 80. fchen de fchouder-bladen zyn door zweetdryvende middelen verdweenen; en 't best beantwoorde aan dit oogmerk Sulphur auratum Antimonii tertiæ præcipitationis met de flores Sulphuris. By vrouwsperfoonen verftrekt het tot een ze- Pag. 82. ker teken, dat de koorts volkomen geneezen is, wanneer de ftonden wederom zich open

E 4

baaren,

baaren, en tot op dien tyd behoord men met de middelen tegen de koorts voort te gaan. By hen, die eenen druipert hadden, en de koorts kreegen, hield de ontlafting op; en in anderen, die reeds kwylden, en door de koorts overvallen wierden, wierd de kwyling geftuit, doch in beide gevallen openbaarden zich de ontlafting weder, zoo dra de koorts geneezen was, ten zy fy in tuffchen van deeze ziekten te gelyk verloft waren. Dikwils is de koorts zoo verbonden met andere ziekten, dat, wanneer men dezelve geneeft, de andere ziekten zich weder openbaaren. Dus wierden veelen na de koorts door de fchurft aangedaan, en, wanneer men dezelve genas, kwam de koorts weder welke van zelve wech bleef, zoo dra de schurft wederom te voorfchyn kwam: om deeze lyders te geneezen, moeft men beide ziekten te gelyk te keer gaan, en dan wierden fy gelukkig herfteld (*). Zeker lyder had eene kleine verzweering onder de regter knie, zoo lang dezel. ve open was, bevondt hy zich tamelyk wel, kon goed eeten en drinken, en zich vry wel beweegen, doch, zoo dra dezelve zich foot verviel hy in eene dubbelde anderendaagsche koorts, welke wechbleef, zoo dra de verzweering door eene blaartrekkende pleifter geopend was: eindelyk wierd hy geneezen, doch stierf naderhand aan eene heete koorts, door eene Diarrhea colliquativa, en aamborftigheid verzeld. In het lyk wierd de borst vol water gevonden, de

(*) Vergelyk hier by de Waarneeming van den Hr. MEDICUS, waar van wy gefprooken hebben in deeze Bibliotheek, IV. D. 2. St. pag. 391.

« VorigeDoorgaan »