![[ocr errors][ocr errors][ocr errors]](https://books.google.nl/books/content?id=FsY_AAAAcAAJ&hl=nl&output=text&pg=PA811&img=1&zoom=3&q=derzelver&cds=1&sig=ACfU3U3LFtWJ4z89cmBy9bC5-U8qgjt_ZQ&edge=0&edge=stretch&ci=-2,618,21,203)
meenschap is tusschen de vaten van de long en die van de zyden, waar op de spaansche vlieg-pleisters gelegd worden , daar integendeel het borst-vlies en de tusschenribbige spieren voorzien worden van bloedvaten door de tus- schenribbige sagaderen, welke aan de bekleet- selen van de borst ook takken geeven; waar uit volgd, dat, wanneer meer vogten en bloed gelokt worden in de vaten van de uitwendige deelen, de kragt der vogten in de vaten van het ontstooken borst-vlies moet worden vermin- derd. Dewyl daarenboven de tusschenribbige spieren, en het borft vlies, zoo wel als de be. kleetselen van de borst, voorzien worden met takken van de waare tusschenribbige zenuwen, zoo zullen de spaansche vlieg-pleisters, op den rug en de zyden gelegd, ook om deeże rede, moge- lyk, grooter uitwerkingen hebben in het ver- minderen van de ontsteeking op deeze plaats , dan wel wanneer de ontsteeking in de long zelve is, welke zenuwen krygt van het agtste paar, en van de, ten onregte zoo genoemde, tusschenribbige zenuwen.
In een' brief aan Dr. PRINGLE verzekerd de Pag. 157. Schryver, dat hy met hem volkomen overeen- stemd ten opzigte van het gebruik van spaansche vlieg-pleisters in koortsen, zynde van oordeel, dat, wanneer 'er geen byzonder deel verstopt of ontstooken is, dezelven van weinig nut zyn, en somtyds schaade aanbrengen, behalven mo- gelyk op het einde, wanneer de pols begint te verminderen. In koortsen, waar by de zelf. standigheid der hersenen is aangedaan , en niet derzelver vliesen, heeft hy 'nooit gezien eenig
van spaansche vliegen ; en hy oordeelt altyd, dat de herflenen zelve aange
daan zyn, wanneer zich koorts en ylhoofdigheid openbaard zonder eenige voorafgaande hoofdpyn of roodheid in de tunica albuginea van de oogen. Deeze soort van koorts heeft hy dikwils waargenomen, doch altyd doodelyk bevonden.
![[ocr errors]](https://books.google.nl/books/content?id=FsY_AAAAcAAJ&hl=nl&output=text&pg=PA812&img=1&zoom=3&q=derzelver&cds=1&sig=ACfU3U02FVtNO7PotqxHzJcsP7odZ5vA-Q&edge=0&edge=stretch&ci=687,543,11,16)
By wyze van een aanhangsel worden nog medegedeeld twee Verhandelingen, welke, in het maaken van deeze verzameling, waren uitge. laaten ; de eerste derzelven, waar in gehandeld word van eene ziekte, welke zeer algemeen geheerscht heeft in Edinburgh en andere plaat. sen van Schotland in den herfst van den jaare 1758, is ook geplaatst in Medical Observations and Inquiries vol. 2. pag. 187.; en de tweede , waar in getoont word het gebruik van den Mercurius sublimatus corrosivus, in het geneezen van de ulcera phagedænica, word gevonden in hetzelf. de werk pag. 213. Van beide zullen wy nog
kortlyk spreeken. Pag. 159. De ziekte, welke in de eerste verhandeling
word beschreeven, was eene goedaartige koorts uit verkoudheid (febris catarrhalis), tafte veele menschen aan, doch was voor weinige, en al. leenlyk maar voor oude en zwakke doodelyk; dikwils verdween dezelve door zagt te zweeten, in andere door eenen hoeft, in weinige door den loop. De oorzaak der ziekte moest in de ongestadigheid van het weer gezogt worden, en de geneezing naar maate van de lig
haams-gesteldheid en toevallen verschillen. Pag. 172.
De Mercurius sublimatus corrosivus, tot de gewoone giften in ulcera phagedænica , carcinomatica, fcorbutica , geduurende veele maanden, inwendig gebruikt, is van veel nut geweest, en zon
der
![[ocr errors]](https://books.google.nl/books/content?id=FsY_AAAAcAAJ&hl=nl&output=text&pg=PA812&img=1&zoom=3&q=derzelver&cds=1&sig=ACfU3U02FVtNO7PotqxHzJcsP7odZ5vA-Q&edge=0&edge=stretch&ci=385,1097,11,24)
der dit te doen, heeft men van het uitwendig gebruik geen nut gehad. Tot het uitwendig ge- bruik tneemt men twintig greinen van den Mer. curius op eene pint. Verscheide voorbeelden brengt de Schryver by; waar van wy een zul- len opgeeven. Eene vryster van agt-tien jaaren had op de beenen leelyke verzweeringen geduu- Pag. 186. rende de twee volgende jaaren; men gaf haar zeven of agt greinen van den Mercurius sublimatus in agt oncen water ontbonden, welke Ty binnen agt dagen gebruikte. In den beginne wierd sy geplaagd met braakingen, en eene brandende hitte in de maag, doch naderhand, hetzelfde middel eenige reisen herhaald zynde, wierd fy door afgangen, zweet, eene rykelyke ont- lasting van pis, en zagte kwyling , volkomen geneezen.
X I.
C. G. LUDWIG Therap. Prof. Publ. Or
din. cet. Programma de Ischuria ex tu- moribus veficæ. Lipfiæ Litteris viduæ Langenbemie. 1767. 4. plag. 2. tab.
Waarneeming van eene pis-opstopping
door gezwellen in de blaas ontstaande; door C. G. LUDWIG.
E
en man, omtrent drie- en sestig jaaren oud, Pag. 5.
gezond, en sterk, wel gevoed, en vet, fen zeer Itil leeven lydende, veele en zeer
goe
goede spysen eetende , en tusschen beide den besten wyn nuttigende, klaagde, dat hy dikwils des morgens fyn water, niet dan met moeite, kon loosen. Doch dewyl dit ongemak niet al. tyd duurde, en kort daar op de pis, herhaalde reisen, zonder ongemak geloosd wierd, schreef de Hr. LUDWIG geene geneesmiddelen voor , dan somtyds in het voor en najaar, om hem voor ziekten te bewaaren. Behalven de buik- zuiverende aftreksels gebruikte hy somtyds een half once sal acidularum Egranarum, en dronk daar op veel van dit water, waar op hy niet alleen ontlasting kreeg , maar ook gemakkelyk
en veel waterde. Schoon de Schryver wist, dat Pag. 6. hy niet alleen in syne jonge jaaren, maar zelfs
in fynen ouderdom, een voorstander van Ve. nus geweest was, verzekerde hy egter, dat hy zich daar door nooit eenige ziekten had op den hals gehaalt, ook had de Hr. LUDWIG in hem daar van nooit eenig blyk ontdekt. Uit syne lighaams-gesteldheid dagt hy veel op een steen, doch in de pis ontdekte men nooit zand of Nym, met zand gevuld, maar dezelve zag altyd gezond uit. Hy kon op zekeren morgen geen droppel pis kwyt raaken , by welke plaatsing van fyn lighaam hy dit ook beproefde , zelfs niet, wanneer hy den afgang loosde, maar wandelde benauwt door de kamer, en liet den Schryver roepen. Dees zogt door de vingers den hals van de blaas te drukken, en dezelve door zagte wryvingen in staat te stellen, om de pis uit te dryven, doch te vergeefs. Hy raad- de een aftreksel van de Oreofelinum en het doir van een ey met fuiker te gebruiken, om de scherpte van de pis te verzagten, leide eene verzagtende pap op den schaam, en tusschen
de
![[ocr errors]](https://books.google.nl/books/content?id=FsY_AAAAcAAJ&hl=nl&output=text&pg=PA814&img=1&zoom=3&q=derzelver&cds=1&sig=ACfU3U0E4yIsNmY7xHMBgYPmFOvbnFPsXQ&edge=0&edge=stretch&ci=987,1369,5,16)
![[ocr errors]](https://books.google.nl/books/content?id=FsY_AAAAcAAJ&hl=nl&output=text&pg=PA814&img=1&zoom=3&q=derzelver&cds=1&sig=ACfU3U0E4yIsNmY7xHMBgYPmFOvbnFPsXQ&edge=0&edge=stretch&ci=48,1413,6,15)
![[ocr errors][ocr errors][ocr errors]](https://books.google.nl/books/content?id=FsY_AAAAcAAJ&hl=nl&output=text&pg=PA815&img=1&zoom=3&q=derzelver&cds=1&sig=ACfU3U3uYRHPyJq-wkS2nZjGzVt_GUDoXw&edge=0&edge=stretch&ci=-8,188,23,468)
![[ocr errors]](https://books.google.nl/books/content?id=FsY_AAAAcAAJ&hl=nl&output=text&pg=PA815&img=1&zoom=3&q=derzelver&cds=1&sig=ACfU3U3uYRHPyJq-wkS2nZjGzVt_GUDoXw&edge=0&edge=stretch&ci=214,768,11,18)
de beenen, om wech te neemen de spanningen, welke hy meende ontstaan te zyn door de ster- ke poogingen, om de pis te ontlaften. Na verloop van twee uuren kwam de Schryver weder, doch vondt, dat de lyder geene ver- ligting bespeurt had, maar dat veel eer de poo- gingen om te wateren vermeerderd waren. Hy nam dan aanstonds fynen toevlugt tot den catbe- ter, doch de heelmeester deszelfs punt tot aan den hals om de blaas brengende, vond aldaar een hinderpaal. Beide onderzogten fy derhal- ven het perinæum , het geen in een zeer vet mensch niet gemakkelyk was, doch konden geene oorzaak ontdekken, waarom de catheter, behoorlyk in de pisbuis gestooken zynde, niet tot in de blaas kon gebragt worden. De Heel- meester die met eene zagte drukking het werktuig verder tragte voort te duuwen, scheen eindelyk den hinderpaal te zullen overwinnen; doch, wanneer hy den zilveren draad uit de holligheid van den catheter trok, kwam uit de- zelve geen pis, maar eenige oncen bloed, zon der dat de lyder daarom egter eenige pyn had, welke altyd bespeurd word, wanneer de hals van de blaas gekwetst is, 't geen derhalven in dit Pag. 7. geval niet kon geschied zyn. Men dagt aan- Itonds, dat de aderen in den hals van de blaas met aderspatten zouden opgezet zyn, en, schoon de lyder zich voor eenige weeken rykelyk had laaten aderlaaten, om ziekten voor te komen, stelde men egter wederom eene groote aderlating in het werk, om de toevallen van de ontsteeking wech te neemen. Hy gebruikte ook verschei- de verzagtende in- en uitwendige middelen, en clysteeren, doch had van dezelven geen voor- deel. Den volgenden dag raadpleegde de Hr.
LUD
![[ocr errors]](https://books.google.nl/books/content?id=FsY_AAAAcAAJ&hl=nl&output=text&pg=PA815&img=1&zoom=3&q=derzelver&cds=1&sig=ACfU3U3uYRHPyJq-wkS2nZjGzVt_GUDoXw&edge=0&edge=stretch&ci=-4,853,11,26)
![[ocr errors]](https://books.google.nl/books/content?id=FsY_AAAAcAAJ&hl=nl&output=text&pg=PA815&img=1&zoom=3&q=derzelver&cds=1&sig=ACfU3U3uYRHPyJq-wkS2nZjGzVt_GUDoXw&edge=0&edge=stretch&ci=338,1240,11,17)
![[ocr errors]](https://books.google.nl/books/content?id=FsY_AAAAcAAJ&hl=nl&output=text&pg=PA815&img=1&zoom=3&q=derzelver&cds=1&sig=ACfU3U3uYRHPyJq-wkS2nZjGzVt_GUDoXw&edge=0&edge=stretch&ci=364,1346,4,9)
« VorigeDoorgaan » |