Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

in de enkelvoudige, en in de tedere planten meer dan in volwaffene waarneemt. Voor het overige worden eenige andere fraaye verfchynfelen in de planten opgenoemd, en ook verklaard de nuttigheid der kruidkunde, welke fy aan de geneeskunde verfchaft.

8. De fale fedativo Hombergii Diff. Göttinge Pag. 215. 1759. BECCHER word verklaard de uitvinder daar van te zyn; en 't geen de voornaamfte fcheikundige, HOMBERG, LEMERY, GEOFFROY, WEISMAN, en BARON hier in te weeg gebragt hebben, opgenoemt; en vervolgens worden de proeven van den Schryver opgegeeven. Van vier oncen borax zyn in veertien fublimatien opgeklommen zeven dragmen en veertig greinen van dit zout. Het Oleum vitrioli vermeerdert deszelfs quantiteit meêr, dan de Colcotbar. Hoe meêr de fublimatie herhaald word, zoo veel te fterker vuur heeft men noodig. De Heer VOGEL verwerpt voor een gedeelte de manieren van WEISMANN en andere, en hy beweert, dat de graad van hitte, door GEOFFROY voorgesteld, veel te fterk is. De tweede fublimatie geeft het meeste zout. Hoe langer men de gemengde stoffen laat digereeren, hoe veel te beeter het is, om meêr zout te krygen. Door middel van wyn-azyn, en door de cryftallifatie kan hetzelfde zout verkreegen worden, gelyk de Schryver uit fyne proeven heeft geleerd. Het zout kan niet op nieuws gefublimeert worden, ten zy hetzelve in water ontbonden zy, en ook dan is zulks moeyelyk. Op een gloeyend yzer vervliegt hetzelve voor een gedeelte, en gaat voor een gedeelte over in glas, zoo egter, dat hetzelve zich gemakkelyk tot fyne voorige gedaante laate wederbrengen. Hetzelve word in

gee.

Pag. 141.

geenen geeft van Ammoniac-zout ontbonden, dan alleen in dien, welke met minium gemaakt is; door de andere foorten word hetzelve als in eene lym verandert. Met loogzouten bruift hetzelve niet op, het geen de Schryver tegen den Hr. BLACK herinnert, en tegen verfcheide andere toont hy, dat hetzelve door Oleum vitrioli niet famengefteld worde. De borax is de verandering in glas, en andere eigenschappen verfchuldigt aan dit zout, welk van natuur daar mede vermengt is. Tot hier toe weet men nog weinig van de deelen, welke hetzelve famenftellen, doch dit is zeker, dat hetzelve een middelflagtig zout is, welk in zekeren zin vlug is, en het vitriool-zuur bevat. Deszelfs loogzoutige gedeelte fchynt eene byzondere natuur te hebben, zoo dat hetzelve noch met een loogzout uit het ryk der mineraalen, noch met een uit het ryk der planten overeenkome. Waarfchynelyk is het, dat dit zout gemaakt word van eene byzondere zoutagtige aarde. Het zelve heeft geene verdovende kragten, en kan ook in veel grooter giften gebruikt worden, dan doorgaans gefchied, zonder dat men daar van eenig nadeel te wagten hebbe.

9. Animadverfiones fuper morbis incurabilibus, Dif fertatio. Göttinge 1760. Dewyl B. SEIDELIUS niet nauwkeurig genoeg, hoewel zeer wydloopig, over de ongeneeslyke ziekten gehandeld heeft, ftelt de Schryver in deeze Verhandeling eenige bedenkingen voor. De ongeneeslyke ziekten worden onderfcheiden van de doodelyke, fchoon beide fomtyds famenloopen. Onder de ongeneeslyke is ook een onderfcheid, dewyl eenige door zich zelven, andere by toeval, de ge neezing onmogelyk maaken. Van de eerfte

word

word in dit gefchrift voornamentlyk gefprooken; en fonderlinge verfchynfelen voorgefteld van eene ophooping van kwaade ftoffen in de klieren van het aangezicht, den hals, en andere uitwendige deelen. Het onderfcheid, welke in de zitplaats van de Scirrhi plaats heeft, word ten opzigte van den ouderdom bepaalt, en eindelyk de geneezing van verouderde knoeftgezwellen, zakgezwellen, en polypi in het hart in twyfel getrokken.

X V I.

Ephemeris variolarum corpori proprio infitarum; præmiffis & fubjunctis nonnullis, quæ huc fpectant, animadverfionibus; Prafide РPHIL. GEORGIO SCHRÖDERO Med. Prof. P. O. defenfa ab HENRICO HERMANNO V. BORSTEL Ked dinga- Bremenfi. Gottingæ litteris Hagerianis 1765. 4. plag. 5.

d. i.

Dagverhaal van de Inenting der Kinderpokjes, op zich zelve verrigt; waar by gevoegd zyn eenige aanmerkingen, hier toe betrekkelyk, onder voorzittinge van P. G. SCHRÖDER verdeedigd door H. H. VAN BORSTEL.

D

9

e Hr. VAN BORSTEL heeft zich laaten inenten op eenen tyd, wanneer hy door Pag. 8. fyne huisgenooten op de natuurlyke wyze zoude

heb

Pag. 21.

hebben konnen befmet worden > wanneer hy egter niets kwaads ondervonden heeft, of ooit iets vreeft. Hy verzekerd, dat de Hr. SULZER in Gotha van zeer veele, die hy ingeënt heeft, maar een kind heeft verlooren, waar in hy de inenting had afgeraaden, en waar van de minne met zwaare pyn de ftonden kreeg. Pag. 17. De Hr. WERLHOFF heeft in eenen brief aan den Hr. SCHROEDER verzekerd, dat hy in eene praktyk van vier- en veertig jaaren, geen een voorbeeld heeft gezien, dat iemand twee maalen de pokjes heeft gekreegen. De Schryver oordeeld de ingeënte pokjes byna niet befmettelyk, en meent, dat eene goede levensregeling, en zagte buikzuivering het lighaam tot de opera tie genoeg voorbereide, houdende andere middelen, die daar toe gebruikt zouden konnen worden, veel eer nadeelig, wanneer het lig haam voor het overige gezond is. Op beide armen wierd eene infnyding gedaan, den tweeden dag gebruikte hy een voetbad, en den vierden wierd eene aderlaating verrigt. Op den gewoonen tyd openbaarde zich de koorts, doch de uitbotting kwam eerft den fesden dag na de koorts, fchoon de Hr. SCHRÖDER dezelve door eene amandelmelk met kampher en falpeter tragte te bevorderen.

Pag. 23.

XVII

Kurze Inoculations-gefchichte von Winterthur im jabre 1768. Winterthur 8. 1768. 1. boge.

d. i.

Kort berigt van de Inentingen der Kinderpokjes te Winterthur in den jaare 1768. verrigt.

Me

en heeft in deeze kleine Stad, voor 't eerst in 1763. de pokjes in zeventien kinderen, met een gelukkig gevolg, ingeënt, doch een derzelven behield eene verzweering aan het been, waar op lang daar na de dood volgde. Integendeel fleepten de natuurlyke pokjes in hetzelfde jaar van twee- en negentig zieke kinderen agtien wech, en veertien hadden foortgelyke verzweeringen, waar van ook eenige ftierven. In 1768. wierden drie- en dertig menfchen ingeënt, waar van 'er een, die te vooren ongezond geweeft was, na de pokjes ftierf. Niemand van alle de overige was in gevaar, doch verfcheide hadden zeer veele, ja fommige wel 2000. pokjes. In twee kwamen de pokjes niet te voorfchyn.

[merged small][ocr errors][ocr errors]
« VorigeDoorgaan »