Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub
[ocr errors]

De letter a betekend de Aanmerkingen.

A.

Aambeijen. Middel om de pyn van blinde aam

te verzagten. 579.

Aarde. Derzelver veranderingen onderzogt. 243. Aardwormen krygen wederom nieuwe deelen, wanneer fy doorgefneeden zyn. 523.

zyn een vry zeker middel tegen de vallende ziekte. 559. fq.

Aarsfiftels. Geneezing van dezelven. 149. 605.608. Aconitum. Nuttigheid van dit middel tegen de jigt. 363. 583. verdere proeven van STÖRCK. 757. ACREL (G.) Tal om nödvaendigheten och foer. maonen af de Chirurgiska handalagens foerkortande i utoefningen. 131.

Acta Helvetica. Vol. VI. §.

ADANSON. Deszelfs befchryving van een nieuw geflagt der boomen baobab genoemt. 749.

Adanfonia. Een nieuw geflagt, van boomen. 749. Aderlating. Aanmerkingen omtrent dezelve. 839. Afzetting der leden. Aanmerkingen daar omtrent. 155. 167. 168.

ALMENARA (J.) word gezegd, de konft om de venus-ziekte zonder kwyling te geneezen, reeds in 1516. geleerd te hebben. 764, a.

Aluin. Onderzoekingen aangaande de bafis van de

aluin. 481.

Amfterdam. Societeit aldaar opgeregt. 856.

ANDREW (J.) The practice of inoculation impartially confidered. 402.

ANDRY (C. L. A.) Quæftio Medica, an in parte mortua fectio poft fyderationem? 168.

Antimonii butyrum, in een vaft lighaam veranderd.

737.

Antimonii regulus. Uitwerkingen van het gemeene loogzout op denzelven. 228.

Antimonii vitrum. Aanmerkingen hier omtrent. 840. Antimonii vitrum ceratum is in den loop nadeelig geweeft. 77. Heeft de vallende ziekte geneezen.

580.

AP

APPELS (J. J. D') Deszelfs dagregifter van de Inenting der Kinderpokjes. 24. Verhandeling over het geneezen van den Staar. 24. Waarneemingen omtrent de ziekte, die by en in Laufanne eenigen tyd heeft geregeerd. 26.

ASCANIUS. Eerfte ftuk van deszelfs afbeeldingen van natuurlyke zeldzaamheden. 643.

AYRAULT. Deszelfs waarneeming van eene uitstorting van bloed in den buik, zich onder de gedaante van eene waterzugt vertoonde. 384.

Ba

B.

aarmoeder. Verhardingen van dezelve. 312, Waterzugt geduurende de zwangerheid. 320. Befchryving van twee nieuwe banden. 484. Ďerzelver dikte in eene vrouw, kort na de verlosfing geftorven. 567. Uitzakking van dezelve, door de buikwater-zugt veroorzaakt. 821, BAGGAART (J.) heeft reeds in de voorgaande eeuw de koele levensregeling in de pokjes aangepreefen. 616. a. Berigt van fyne twee werkjes, daar over in 't licht gegeeven. 616. a. feq.

Bal. Ontaarting van denzelven. 551. Deszelfs verfterving. 776. Hoe 't beft wech genomen word.

140.

Baobab. Een nieuw geslagt van boomen. 749. BARON. Deszelfs onderzoekingen aangaande de bafis van de aluin. 481.

Been. Een zonderling been in het bekken gevonden. 453.

Beenderen. Uit den grond gegraaven 249. In eene rots by Aix in Provence ontdekt. 476.

Verhandeling over het affchilferen der

zelven. 477.

Beeren. Befchryving van die, welke in Kamfchatka gevonden worden. 698.

Beeren-bezien. Deeze plant behoord niet tot de Arbutus. 766. Nut van verfcheide deelen van dit gewas. ib. Het gebruik daar van is reeds zeer lang in Spanjen bekend geweest. 767. Beerenklauw. Gebruik van deeze plant by de inlii 3

wooners

wooners van Kamfchatka. 689. Eigenschappen van den brandewyn, daar uit beryd. 690. Bekken. Deszelfs verwydering in de geboorte. 563. 564. a.

Tegennatuurlyk maakfel. Eene oorzaak der moeyelyke verlosfingen. 563.

Beenagtig uitwas boven aan hetzelve. 566. BERDOT (C. E.) Deszelfs waarneeming van eene tweehoofdige vrugt. 15. Van de waterzugt van den penszak. 17. Van eene tuffchenpoozende koorts, welke op den agtften dag wederkwam. 21. Van eene bloeding uit de onderfte lip, die zich alle jaar vertoonde. 21. Van eene verlamming der regter zyde, waar by de beweeging wedergekomen, doch het gevoel wech gebleeven is. 22. BERGE (DE) Deszelfs waarneemingen over de kragten van het oxymel colchicum. 393.

Bergen. Brandende. Waar aan het vuur in dezelven fynen oorfprong verfchuldig zy. 487. In Kamfchatka ontdekt. 684.

BERGER (FR. T.) Deszelfs waarneemingen van een fpekgezwel, door eene buik-waterzugt verzeld. 9. Van eene byzondere, doodelyke, hoofdwonde. 11. BERGIUS (P. J.) is benoemd tot Lid van de Keizerlyke Academie der Natuur-onderzoekers, en van de Societeit in Bafel. 200.

Berke-boom. Gebruik van denzelven by de Kamfchatdalen. 687.

Berlyn. Berigt nopens de opregting van de Academie aldaar. 227.

Berlynfch poeder tegen de koorts. 67.

BERNOUILLI (D.) Froeven van eene nieuwe manier, om het getal der menfchen, die aan de Kinderpokjes fterven, en het nut van derzelver inenting te bepaalen. 472.

BERTIN. Deszelfs befchryving der spieragtige laagen, waar uit de vleefchagtige rok van de maag der menfchen is famengefteld. 738.

krygt een der kleine pryfen by de Academie der Heelkunde te Parys. 855.

BERTRAM is tot lid van de K. Academie der Wee

tenfchappen benoemd. 651.

[ocr errors]

Beurs

[ocr errors]

Beurs-rot. Befchryving van dit dier. 251.
Beweeging. Noodzakelykheid van dezelve. 836.
Bier. Eigenfchappen van hetzelve. 833-
Bitterzoet. Kragten van dit gewas. 387.

Bitumen. Verhandeling over het Bitumen van den
Elfas. 239.

Blaas. Ontaarting van dezelve. $49. 550. 582 739.
Jq. Doorbooring van dezelve in eene pis-opftop.
ping. 818. ib. a,

Blindheid, door venus-ziekte veroorzaakt. 585.
Blixem. Doodelyke uitwerkingen daar van. 728.
Bloed, in den buik uitgeftort. 384.

De ontdekking van deszelfs omloop aan
FRANCISCO DE LA REYNA toegefchreeven. 764 0.
Bloedstempende middelen. Aanmerking daar om-
trent. 133. 134. 778.

Bloedftorting uit de onderfte lip, die alle jaar
wederkwam. 21.

Bloedzuigers. Nut derzelven in eene uitftorting
van bloed binnen het hoofd. 135. In cene hard-
nekkige oogontsteeking. 577. In eene tuffchen-
poozende koorts met verfchrikkelyke toeval-
len. 597.

BOEHMER (P. A.) Diff. de malignitate variolarum
naturalium tempeftivo veficatoriorum ufu aver-
tenda. 620.

Boonen. Brafiliaanfche. Zyn in den loop voordee-
lig. 80.

BORSTEL (H. H. VAN) Ephemeris variolarum cor-
pori proprio infitarum. 845.

Borften. Verharde. Hoe wechgenomen moeten
worpen. 142.

Bofch-menfch. Befchryving van dit dier. 252.
Bosch-duivel. Befchryving van denzelven. 851.
BOYER (J. B.) te Parys overleden. 204.

Bourbon. Eiland. Aanmerkingen daar omtrent. 451,
BOURRU (E. C.). Quæftio Medico-chirurgica; an
fatius fit catheterem in media fuæ curvaturæ
parte foraminulo utrinque pertundi, quam verfus
apicem? 170.
BOUSQUET. Memoire fur le trairement des fiftules
à l'anus par la ligature. co4. Herrinneringen van

Iii 4

de

[ocr errors]

de K. Sweedfche. Academie omtrent dit werk.

607.

Braakmiddelen. Bedenkingen omtrent derzelver gebruik. 574. a. 841. Nut derzelven. 776.

[ocr errors]

Dezelve beftaat uit

Brand in het koorn. 489.
eijeren van dieren. 637.
Branden van het bekkeneel tegen de vallende-ziek-
te beproefd. 345. De manier, op welke zoo een
brandmiddel werkt, aangetoont. 348. Aanmer-
kingen omtrent de gedagten van den Hr. DE HAEN
nopens dit middel. 349.

Brandewyn. Het misbruik van denzelven is in veele
oorzaak van eene verharding der maag, of ande-
re deelen. 60. Dezelve word in Kamfchatka uit
verfcheide planten gemaakt. 688. 690.

BRANKS doed eene reis naar het Eiland der Pata-
goniers. 801.

BRAUN (J. A.) te Petersburg overleeden. 805.
BREMER (VAN) tot Lid van de Societeit der Wee-
tenschappen te Göttingen benoemd. 423.
Breuk, met het vuur verzeld. 386. Verdeeling der
breuken. 351. Nieuwe buikbreuk. 353. Waarnee-
ming van eene dubbele aan eene zyde. 354. a.

Geneezing van dit ongemak. 146. Het is fomtyds noodig, den bal wech te neemen. 147. Bronnen van zwavelagtige wateren, door den Hr. PALLAS ontdekt. 203. Warme, in Kamschatka waargenomen. 685.

Buikpyn. Krampagtige. 34.

Buiks-doorbooring, in eene waterzugt. Aanmerkin gen daar omtrent. 821.

BURMANNUS (N. L.) is aangesteld tot Hoogleeraar in de Kruidkunde te Amfterdam. 199. BÜTTNER (S. A.) te Göttingen overleeden. 205. BUXTORF (J. L.) Deszelfs waarneemingen," de vroedkunde betreffende. 30. Van eene watervrees. 32. van eene krampagtige buikpyn. 34. van de naar binnen gedreeve fchurft. 35. van eene onthouding van fpyfen geduurende tien dagen. 36. van ftuipen voor eene vroedtydige verlosfing. 36. Byus. Berigt van een Byffus, in Saxen gevonden. 278.

C.

« VorigeDoorgaan »