Hiftoire naturelle, générale & particuliere, avee la defcription du Cabinet du Roy. Tome 19. 503. Hemicrania. Verhandeling over deeze ziekte. 578.a. Derzelver toevallen. 579. a. geneezing. 580. a. Hoeft. Etteragtige. Veroorzaakt door het opdroo gen van eene verzweering aan het been. 584. HOFFMANN (C. L.) nachricht von einer guten hei lart der Kinderblattern, und von einem neuen kräftigen middel bey bösartige und zufammenflieffenden pocken. 184. Aanmerking over dit werkje van C. H. SCHUTTE. 187. Wederlegging van deeze Aanmerkingen door C. HOFFMANN. 189.

HOFFMANN (J.M.) Diff. 'de Mercurii fublimati vittute in affectibus cutaneis. 759.

Honden. Befchryving en gebruik van die, welke in Kamfehatka gevonden worden. 702.1

Honger. Dezelve is fomtyds na tuffchenpoozende koortfen te fterk. 73.

Honig. Dezelve word tegen de Venus ziekte ge-
preefen. 361, doch in het graveel verworpen. 765.
Honig dauw. Aanmerkingen daar omtrent. 501.
Hoofdpyn, op een bepaald uur wederkomende. 66.
Hoofd-band. Dit verband word afgekeurt. 397.
Hoofdwonden. Waarneemingen over dezelven. 396.
HUBER (J. J.) Programma de Cicuta. 42.
HÜSER (J. T.) Diff. de Steatomate. 568.
HUXHAM (J.) te Plymouth overleeden. 204.
Hyana. Befchryving van dit dier. 509.

Hyoscyamus. Verdere proeven van STÖRCK met dit middel. 758..

J

J.

ACQUIN (N. J.) tot Lid van de Societeit in Bafel benoemd. 429.

JAEGER (C. F.) word Hoogleeraar der Kruidkunde te Tubingen. 860.

Jaguar. Belchryving van dit dier. 503.

ÄNISH (C. G.) Abhandlung von der in den Jahren 1766. und 1767. in Schlefien geherrschten Rindvieh-feuche. 627.

JANTKE (J. J.) te Altdorf overleeden. 861.

Jigt, door het gebruik van het Extr. Aconiti ge-
neezen. 363.
Inenting der pokjes. Doodelyk gevolg daar van.
399. 403. Dezelve onderzogt door J. ANDREW,
402. door G. WATTS. 404. door T. RUSTON. 407.
door C. P. DIEZ. 410. Optelling der voornaamfte
fchriften over deeze operatie. 412.

Berigt van de inenting aan de
Koninglyke Sweedfche Familie. 429. gedagten
van den Hr. DIMSDALE. 431. Aanmerkingen van
SCHROEDER en v. BORSTEL. 845. Kort berigt van
de inentingen te Winterthur in 1763. verrigt.

847.

Brieven van den Hr. HENSLER.
609. byna alle menfchen konnen ingeënt worden.
610. Proeven, genomen om de befte manier uit
te vinden. 613.

SCHULTZ. 828. a.

Waarneemingen van den Hr.

Inoculations- gefchichte von Winterthur. 847.
Infect. Middelen ter verdelging van een Infect, dar
het Koorn in Angoumois verteert. 750.
ISLENJEW doed eene reis door Rusland. 201.

K.

Kaaken. De toefluiting derzelven ontstaat uit

verfcheide

140.

KAESTNER (A. G.) Dijudicatio fyftematum anima-
lium mammalium. 639.

Kalk. Verhandeling over de ontbindende kragt van
den levendigen kalk. 122. q. en de manier op
welke dezelve moet gegeeven worden. 126.
Kalkwater. Onderfcheide kragten van hetzelve. 806.
KALTSCHMIED (C. F.) Programma de Cicuta. 48.
de tænia. 820. de paracenthefi abdominis. 821.
Kampernoeljen. Aanmerking omtrent derzelver oor-
fprong. 638. Derzelver inwendig maakfel. ib.
Kampher word zeer fterk in de pokjes gepreefen.
185. 191.

Kamfchatka. Befchryving van dit Land. 681: Lugt
gesteldheid aldaar. ib. Vuurbraakende bergen.

684. Bronnen. 685. Mineraalen. 686. Boomen en kruiden. 687. Voornaamfte spyfen. 691. Geneesmiddelen uit het ryk der planten. 692. Klederen der inwooners. 693. Wilde dieren. 694. Viffchen. 718. Vogelen. 721. Infecten. 722. Geboorte der kinderen. 722. Ziekten der inwooneren. 723. Keurslyven. Derzelver nadeelen. 826. a. KEYSER (J.) a letter to Mr. J. WATHEN in anfwer to his pamphlet. 96. a.

Kinderen. Opvoeding derzelven. 824. d. Aanmerkingen omtrent derzelver fterflykheid in Sweeden. 827. a.

KLINKOSCH (J. T.) Programma, quo divifionem herniarum & novam herniæ ventralis fpeciem proponit. 351. Anatome partus capite monftrofo. 356..

Kinkhoeft. Waarneeming van deeze ziekte. 398. KÖNIG. Doed eene reis naar Tranquebar. 860.. Koorn. Verhandeling over de ziekten van hetzelve en derzelver geneesmiddelen. 488.

Koorts. Tuffchenpoozende, die op den agtften dag wederkwam. 21. Waarneemingen, omtrent deeze koortfen. 62. fq. en de toevallen, daar op volgen. de. 67. Dezelve word dikwils door heete koortfen gevolg. 73. Waarneeming van eene zeer hardnekkige met zwaare ftuipen. 588. fq. Aanmerkingen omtrent de oorzaaken en geneezing. 593. Anderendaagfche, door eene kwyling ver

zeld. 383.

Aanhoudende. 390. uit verkoudheid. 812. ende. Misflagen, die by het geneezen derzelven begaan worden. 572 a.

Koortsbaft. Nut van denzelven in verfcheide ziekten. 75. Word ook in het zydenwee en de longontsteeking met voordeel gebruikt. 75.

KRAFT doed eene reis door Rusland. 201. 859.. KRAPF. (C.) Experimenta de nonnullorum ranun culorum venenata qualitate, horum externo & interno ufu. 39.

KRASCHENINNIKOW (S.) Befchreibung des Landes Kamchatka. 675.

Kronkel. Waarneeming van een' byzonderen kronkel in het darmscheil. 234. in de darmen. 236.

KRÜNITZ

KRÜNITZ (J. G.) Verzeichnis der vornehmsten fchriften von den Kinderpocken und deren Einpfropfung. 412.

Kwik. Dezelve is het befte middel, om de Venusziekte te geneezen. 93. Verfcheide bereidingen daar uit. ib. De manier, hoe dezelve op het lighaam werkt, verklaart. 24.

Onder den grond van Montpellier gevon

den. 453.

Kwikpleifter. Maag-pyn door dezelve verwekt. 554. Kwyling. In welke gevallen dezelve vereischt word. 95. door eene tuffchenpoozende koorts belet. 72. door eene anderendaagfche verzeld. 383.

Nadeelen, door dezelve verwekt. 778.

L.

AISMENT (BAILLIERE DE) word Secretaris by de Academie te Rouen. 859.

LANDUETTE. Deszelfs waarneeming van eene aanhoudende koorts, fchielyk in eene fleepende eindigende. 390.

Lapis infernalis. Nut van denzelven tegen vlakken op het hoornvlies, 86.

Lapis Lazuli. Dezelve bevat geen koper. 229. Lava. Scheikundig onderzoek van deeze ftoffe.

737.

LEBRUN heeft een der kleine pryfen by de Acade mie der Heelkunde te Parys gekreegen. 854. LEHMANN. Deszelfs onderzoek van de gom copal.

229.

LEPECHIN. Berigt omtrent deszelfs reis. 204. Lever. Dezelve is in eene buik-waterzugt zelden verhard gevonden. 82. Aanmerkelyke ontaarting van dezelve. 89. Verzweering. 296. 303. Wonde van dezelve. 388. Ziekte van dit ingewand, door het loffen van eenen fteen, geneezen. 389. LEXELL Word Adjunct by de Academie te Petersburg. 859.

LINNEI (C.) Diff. mundum invifibilem breviter delineatura. 637.

(C. C.) Defcriptio plantarum rariorum horti Upfalienfis. fafc. 1. 635. V. Deel. 4. Stuk.

Kkk

Lint

Lintworm. Geheel en al geloofd. 820.
LOBSTEIN (J. F.) is te Straatsburg tot Hoogleeraar
der Ontleed- en Heelkunde aangesteld. 199.
LOCANE. Deszelfs waarneeming van eene zak-
waterzugt, en bedenkingen over de doorbooring
van den buik. 391.

Long, met het borftvlies vereenigt. 541.
Loop en roodenloop, welke in Koppenhagen in
1757. enz. geregeerd heeft. 76. Middelen, daar
tegen gebruikt. 77. Sq. Ontleeding der lyken
van menfchen, aan deeze ziekte geftorven. 80. fq.
etteragtige, na eene verzweering van de le-
ver. 585.

Los. Befchryving van dit dier. 507.

Lowitz doed eene reis door Rusland. 201. 859.
LUDWIG (C. G.) Adverfaria de contagio variolofo.
399. de Ifchuria ex tumoribus veficæ. 813.
Lugt. Dezelve brengt te weeg, dat de aardagtige
deelen van het lighaam famenhangen. 107. Sq.

Doodelyke eigenfchappen van eene befloote

lugt 74

De koude lugt is in de pokjes zeer nuttig.
616. a.
Lugtgezwel. Waarneeming van een lugtgezwel,
door gebrooke ribben verwekt, en onderzoeking
van de oorzaak, waar door foortgelyke gevallen
fomtyds doodelyk zyn. 285.

Lugtverfchynfel. Een vuurig in Vrankryk Waarge-
nomen. 727:

Lyfimachia. Nut van dit middel in den loop. 79.

M.

aag. Derzelver spieragtige lagen beschreeven.

Maa8738-

Maagdenvlies. Hetzelve is in eene vryfter van
veertig jaaren ongefchonden gevonden. 9.
Maatftokken, door den tyd langer geworden. 726.
MACERIDE (D.) Experimental Effays on various
fubjects. 1c6. An hiftorical account of a new
method of treating the fcurvy at fea. 128.
Magazin. Dresdnisches. Zweyter Band. 242.

MA: