Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub
[ocr errors]

ken. Hy toont voor eerft, dat ons de natuur Pag. 1. van het venerische vergift, ten eenenmaale onbekend is, en dat hetzelve nog in onzen tyd dezelfde eigenschappen heeft, als op dien tyd, wanneer men hetzelve 't eerft in Europa heeft gebragt; fchoon men nu eenige andere toeval len ontdekt. Wanneer de befmetting voor korten is gefchied, vertoont zich de ziekte alleenlyk aan eenige deelen, doch door den tyd word het geheele lighaam en de beenderen zelve aangedaan. Tuffchen deeze twee claffen van toevallen, fteld de Schryver nog een derde, waar toe de bubones, gezwellen der ballen, en foortgelyke ongemakken, gebragt worden, schoon deeze ook eenigzins tot eene byzondere ziekte zoude konnen betrokken worden. Niet zelden gebeurt het, dat het vergift, schoon hetzelve feeds lang in het lighaam geweeft, en dit door Pag. 6. de lues aangedaan zy, egter toevallen van minder belang, als by voorbeeld, eenen druipert veroorzaakt: doch in zoo eenen druipert neemt men geene ontsteeking waar, dezelve verdwynt fomtyds van zelve, en de besmetting, die daar door verfpreid word, is wel traag, maar zeer kwaadaartig. In het algemeen beweert de Schryver, dat de Venus-ziekte, het zy de lyder door dezelve voor korten tyd befmet zy, of fy reeds langen tyd in het lighaam zy geweeft, door geen ander genees- middel in den grond kan geneezen worden, dan alleen door den kwik. Hy onderzoekt alle bereidin- Pag. 9. gen uit den kwik, en overweegt derzelver kragten, vooral van het unguentum mercuriale, de pilule mercuriales Edinburgenfes, pilula Keiferi, mercurius dulcis en fublimatus corrofivus, en toont vervolgens, dat de kwik, in alle deeze berei

[ocr errors]
[ocr errors]
[ocr errors]
[ocr errors]

dingen bevat, wel dezelfde uitwerkingen heeft, maar dat derzelver kragten veranderd, vermeerderd of vermindert worden door verfchillende middelen, by den kwik in deeze bereiPag. 16. dingen gevoegd. Hy gaat vervolgens over tot de manier, op welke de kwik op ons lighaam werkt, welke daar in beftaat, dat hy, in- of uit-wendig gebruikt, niet alleen de vafte deelen flapper maakt, maar ook de vogten fterk ontbindt, en uitzet, zoo dat er eene foort van volbloedigheid gebooren word, welke egter vermindert word door eene natuurlyke, doch veel vermeerderde, ontlafting, by voorbeeld van de kwyl. Doch, wanneer zoo eene ontlafting niet kan gefchieden, of om dat de lyder te zwak is, of dewyl de ontlaft-buisjes te veel tegenstand bieden, dan heeft men voor eene beroerte te vreezen, ten zy 'er eene bloedftorting kome. Om de Venus ziekte volkomen te geneezen, is noodig, dat al het flymerige, welk in het lighaam is, het zy hetzelve gezond, het zy het ontaart zy, door den kwik ontbonden worde, en dat niet alleen de aangedaane deelen, maar ook de kwik, met dezelven vermengd, uit het lighaam, gebragt worden. Van daar is het, dat de kwyling, na weinige giften van den kwik ontftaande wanneer de lyder nog g niet genoeg kwik genomen heeft, fchoon dezelve geweldig zy, en langen tyd duuré, niet geneeft, om dat de geneezing afhangt van de quantiteit van den kwik, en de ontbinding en ontlasting, door denzelven verwekt. Indien de lyder voor korten tyd befmet is, en de ziekte alleenlyk zich in een deel openbaard, dan volbrengt men de geneezing door dat deel te fmeeren met het unguentum mercuriale, en daarna

[ocr errors]

den

den buik te zuiveren met kwik-pillen. Doch, Pag. 30, wanneer de beenderen reeds aangedaan zyn, dan brengt de kwyling, door eene genoegzaame quantiteit van den kwik verwekt, alleen de geneezing aan. Indien de kwyling door eene geringe quantiteit kwik reeds verwekt is, dan is het fchadelyk, denzelven verder te gebrui ken, om dat dan de ziekte nooit in den grond geneezen word. In dit geval raad de Schryver, dat men het gebruik van dit middel ge. heel aan eene zyde zette, en denzelven niet eerder, en altyd in kleine gifte gebruike, dan wanneer de lyder wederom kragten genoeg heeft. Afkookfels van verdunnende middelen Pag. 36. te gebruiken, voor de kwyling, gelyk veeltyds gefchied, raad hy af, dewyl fy op deezen tyd zeer schadelyk zyn, en eene beroerte of andere ongemakken konnen verwekken.

[ocr errors]

Venus-ziekten, die nog niet zeer veroudert Pag. 43. zyn, worden dikwils geneezen door kleine giften van den kwik, en buikzuiverende middelen, tuffchen beide, zonder eene kwyling; doch wanneer men vreeft, dat de lyder geene goede levensregeling houden zal, dan is de kwyling, altyd te verkiefen. De manier, welke by de Franfchen uitbluffching genoemd word, en waar door fy het kwaad zoeken wech te neemen, zonder eenige aanmerkelyke ontlafting, kan alleen gebruikt worden in warme landen, alwaar de lighamen veel uitwaaffemen, doch zeldzaam word de ziekte daar door in den grond genee.

zen,

maar dezelve blyft in het lighaam, en word erfelyk. Omtrent het gebruik van het Pag. 49. middel van VAN SWIETEN merkt de Schryver aan, dat hetzelve in eenen druipert, die niet veroudert is, de ontsteeking en andere toeval

len

..len merkelyk vermeerdert, doch van zeer veel nut

is in gezwellen der ballen, en een' opgeftopten druipert. In eenen zeer grooten graad van Venus-ziekte heeft hy daar van geene heilzaame gevolgen gezien, noch ook zelfs in een' minder' graad, dan alleen in die zieken, welke gemakkelyk aangedaan wierden door eene kleine gifte van den kwik. Hy ftemt egter toe, dat hetzelve de pynen des nagts, de uitwaffen der Pag. 51. beenderen, en de uitflag op de huid veel verminderd, fchoon deeze toevallen kort daarna zich wederom openbaaren (*):

[ocr errors]

(*) Tegen dit werk heeft de Hr. J. KEYSER een ander in het licht gegeeven, waar van de titel is, A Letter from J. KEYSER furgeon and Chemift at Paris to Mr. JONATHAN WATHEN, in answer to bis pam phlet, intitled: practical Obfervations &c. London. 1765. Hy toont daar in, verftoort te zyn over eenige paffagien in het werkje van WATHEN, geeft eenige bewy fen van de goede uitwerkingen van fyne pillen, voornamentlyk eenen brief van den Hr. LE CAT, en caft den Schryver, die fyne pillen niet meêr, dan ande re, fterk geroemde, kwik- middelen, veragt, zeer onbescheiden aan. De Hr. WATHEN heeft hetzel-. ve beantwoord in het volgende gefchrift. An answer to the Letter of Mr. KEYSER; in which the infufficiency of bis Medicine for the cure of the Venereal difeafe is further confidered &c. London 1765. Hier, in toont de Schryver, 1. dat men zeer veel moeite heeft gedaan, om de pillen in den beginne aan te pryfen; 2. dat men dezelven in de franfche armée en hospitaalen om geene andere rede gebruikt heeft, dan om dat dit middel beeter koop was, dan andere kwik middelen, en dat wel tegen het genoege van alle Heelmeefters: 3. dat de getuigeniffen, door fommige Heelmeefters aangaande de kragten van deeze pillen gegeeven, hen afge perft zyn met bedryging, dat fy zouden verplaatft worden,

In den brief aan den Hr. COLLINSON, agter Pag. 59 dit werkje gevoegt, zegt onze Schryver, vooreerft, dat hy, voor eenige jaaren aan hem eene verhandeling hebbende mede gedeelt, over de doofheid, veroorzaakt door eene verftopping in de buis van EUSTACHIUS (tuba Euftachiana), en voorgeftelt eene operatie, om dezelve te geneezen, (welke verhandeling aan de Koninglyke Societeit voorgeleezen, en naderhand in derzelver werk gedrukt is) zedert dien tyd deeze operatie dikwils heeft in het werk geftelt, en fomtyds, met zeer gewenscht gevolg. Onder deeze geneeze lyders is een jong menfch, die van de geboorte af volkomen doof is geweeft is in fyn eene oor, en nu volkomen hoort (†). Ten tweeden deelt hy een geval Pag. 60:

me

worden, en dat van allen, die dit niet geagt hebben, de getuigeniffen zeer ongunftig zyn geweeft, 't geen de Schryver met goede bewyfen beveftigt. De fcheikundige onderzoeking van deeze pillen door de Leden van de Academie in Parys vindt men in deeze Bibliotheek IV. D. 1. St. pag. 16.

(†) De Verhandeling, waar van de Schryver hier ter plaatfe fpreekt, word gevonden in Philo fopbical Tranfactions for the year 1755. vol. 49. p. 1. pag. 213. In dezelve toont de Schryver, dat de doofheid zeer dikwils ontstaan kan door eene verftopping in de buisen van EUSTACHIUS, en fteld, ten einde decze verstopping wech te neemen, voor, om door den neus eene infpuiting te doen in de gemelde buis. Hy bragt eerft een ftilet, aan 't end een weinig omgeboogen, door den neus in de buifen, in doode lighamen, en dus eene handigheid daar toe gekreegen hebbende, deed hy hetzelfde aan een perfoon, die zeer doof was, en op wien alle middelen kragte loos bevonden waren. Hy had zoo dra het filet Diet weder te rug gehaald, of hy zeide, dat hy beter hooren kon. Deeze uitflag fpoorde hem aan tot verdere poogingen, en hy liet maaken pypjes V. Deel 1. Stuk. G

vag

« VorigeDoorgaan »