t zingen, Langoor bromt eens in de keel, Rekt zich uit en geeuwt en luistert Naar het lied van Filomeel. Wind en bosch en stroomen zwegen. Eindlijk zegt hij: „Gants niet kwaad; Maar het is te wild gezongen. En het blijft niet in de maat. De Nederlandsche spectator - Pagina 122geredigeerd door - 1860Volledige weergave - Over dit boek
| Willem Bilderdijk - 1856 - 512 pagina’s
...Naar het lied van Filomeel. Wind en bosch en stroomen zwegen. Eindlijk zegt hy: "Gants niet kwaad; "Maar het is te wild gezongen, "En het blijft niet in de maat." Na een korte poos gegrinnik Geeft hy d' ander ook gehoor , Koekoek flux aan 't koekoekschreeuwen, Koekoek... | |
| J. L. Ph Duijser - 1893 - 338 pagina’s
...Naar het lied van Filomeel. Wind en bosch en stroomen zwegen. Eindlijk zegt hij: „Gansch niet kwaad; Maar het is te wild gezongen , En het blijft niet in de maat." Na een korte poos gegrinnik Geeft hij d' ander ook gehoor, Koekoek fluks aan 't koekoek schreeuwen... | |
| Foeke Buitenrust Hettema, J. H. van den Bosch, Roeland Anthonie Kollewijn - 1906 - 562 pagina’s
...de bekende fabel : De nachtegaal en de koekoek. Langoor is niet ingenomen met de nachtegalenzang : „het is te wild gezongen, En het blijft niet in de maat." Maar de koekoek heeft de zuivere toon: „Dat zijn klinkklaar zuivere jamben." Eerst in 1824, in zijn... | |
| |