De bestorming van Arnhem: (30 November 1813); een verhaal uit bange dagen

Ameil angst antwoordde armen Arnhem Arnhemsche bajonetten Barend bestorming blik burgers cavalerie Charles cipier dacht dappere deur dien Dijkhorst Doesburg dragonders Drempt eenige elkander ellende Fransche Frederik Olden gelaat gendarmen generaal Bulow generaal Oppen Gerrit geweest Gijs Gijsbert ging goed groote Gulden Bodem hand hart Heijenoord Hein Jansen Herman hoofd hoorde houwitsers huzaren Jacobs Jan Olden Janspoort kapitein karabijn keek Kees Keizer kind kogels kommandant Kozakken krijgsmacht kurassiers kwam leger liep Lindenhoeve lippen Loubet luitenant maken meisje menschen moeder monsieur muur naderde Napoleon Neen officier onze oogen oogenblik paard plotseling poort Pruisen Pruisische riep Rijnpoort ritmeester Roode Haan ruiters scheen schipbrug sloeg soldaten sombere sprong staarde stad stem stond straten Tarente Termogniac terwijl thans toren troepen tuinknecht tusschen vader Velp Velperpoort verschrikkelijk vesting vijand volk vroeg vuur wachten want weer wierp wist zadel zeide zeide Anna zeide de jonge zeide Grootvader zoon