Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

DE NAVORSCHER,

EEN MIDDEL TOT GEDACHTEN WISSELING

EN LETTERKUNDIG VERKEER TUSSCHEN ALLEN, DIE IETS WETEN,

IETS TE VRAGEN HEBBEN, OF IETS KUNNEN OPLOSSEN.

MET BIJDRAGEN VAN DE HEEREN:

A. J. VAN DER AA; Dr. J. P. AREND; J. VAN DER BAAN; Mr. A. BACKER; J. BADON GHIJBEN; Mr. J. T.
BODEL NIJENHUIS; Prof. P. BOSSCHA; J. BOUMAN; C. W. BRUINVIS; D. BUDDINGH; J. H. VAN DALE; Mr. J.
DIRKS; Dr. J. C. DRABBE; Jhr. w. J. C. RAMMELMAN ELSEVIER; P. FRET; E. GERDES; Ds. B. GLASIUS;
Ds. A. P. VAN Groningen; Mr. M. C. VAN HALL; K. J. R. VAN HARDERWIJK; Mr. W. J. C. VAN HASSELT;
Ds. o. G. HELDRING; C. J. HELLINGWERF; Dr. A. A. VAN HEUSDEN; Dr. J. J. DE HOLLANDER; J. HONIG;
JZN. JR.; L. J. F. JANSSEN; J. PH. VAN DER KELLEN ; G. L. KEPPER; S. F. KLYNSMA; Ds. J. C. KOBUS;
Mr. J. L. DE BRUYN KOPS; C. KRAMM; G. KUYPER, HZN.; W. J. LAGERWEY; J. H. VAN LENNEP; Mr. J. VAN
LENNEP; Ds. H. MENSINGA; J. F. G. MEIJER; Dr. E. MOLL; J. MOULIN; J. W. MULLER; S. I. MULDER;
F. NAGTGLAS; J. J. NIEUWENHUIJZEN; Mr. IS. AN. NIJHOFf; p. nijhoff; Ds. H. M. C. VAN OOSTERZEE;
J. H. PEETSOLD; R. POSTHUMUS; Ds. IS. PRINS; J. B. RIETSTAP; M. ROEST MZ.; Dr. R. C. H. RÖMER;
G. P. ROOS; G. VAN SANDWIJK; Ds. J. G. DE HOOP SCHEFFER; Dr. G. D. J. SCHOTEL; J. SCHREUDER;
J. SCOTT; Jhr. H. B. VAN SMINIA; Dr. F. A. SNELLAERT; Dr. H. J. SPIJKER; F. F. C. STEINMETZ; Mr. J. H.
DE STOPPELAAR; Dr. E. B. SWALUë; Mr. H. J. SWAVING; Mr. R. W. TADAMA; Dr. P. H. TYDEMAN; Dr. D.
J. VEEGENS; Mr. L. G. VERNEE; Prof. L. G. VISSCHER; Dr. A. VAN DER WILLIGEN ; J. J. WOLFS; DS, P. X.
VAN DER ZEE; en velen die nog onbekend wenschén te blijven,

[merged small][ocr errors][merged small][merged small][merged small][merged small]
[blocks in formation]

Sal, mel, fel, eischt het schrift wel.

DE NAVORSCHER,

EEN MIDDEL TOT GEDACHTENWISSELING EN LETTERKUNDIG VERKEER TUSSCHEN ALLEN, DIE IETS WETEN, IETS TE VRAGEN HEBBEN, OF IETS KUNNEN OPLOSSEN,

,,Die 't beter weet mag het zeggen",

Aanteekeningen.

[ocr errors]

waaruit wij zien kunnen van hoe veel belang het is voor Navorschers, zoo veel mogelijk zich tot de bronnen zelve te begeven.

Νομίζεται δὲ τούτοις τὰ ἀμφὶ τὰς γυναῖκάς τε καὶ τοὺς παῖδας ἁπλοϊκώτερα, ὥστε ἀνὰ πᾶσαν τὴν νῆσον ἐπειδάν τις ἐς τὴν τοῦ ἐπιτηδείου αὑτῷ οἰκίαν ἐσῄει καλούμενος, κύσαντα τὴν γυναῖκα οὕτω ξενίζεσθαι αὐτόν. Καὶ ἐν ταῖς ὅδοις δὲ ἀπανταχῆ παρέχονται τὰς ἑαυτῶν γυναῖκας τοῖς ἐπιτηδείοις· νομίζεται δὲ | τοῦτο καὶ ἐς τὴν Φραντάλων χώραν τὴν ταύτην πάρο αλον ἄχρι Γερμανίας, καὶ οὐδὲ αἰσχύνην τοῦτο φέρει ἑαυτοῖς, κύεσθαι τὰς τε γυναῖκας αὐτῶν καὶ τὰς OvyztÉpas.

Phrantalorum regione ibi maritima usque ad Germaniam. Nec probrosum ducunt uxores et filias in hunc modum impraegnari".

Zonderlinge gewoonte. In eenen brief uit Engeland, tegen het einde van de vijftiende eeuw aan FAUSTUS ANDRELINUS geschreven, vertelt ERASMUS, sprekende van de schoonheid der Engelsche dames, het navolgende: »Zij hebben ook eene gewoonte, die nooit genoeg geprezen kan worden. Wanneer gij aankomt, heeten zij u welkom met zoentjes; als gi vertrekt, wordt gij met zoentjes weggezonden; keert gij terug, de omhelzingen werden herhaald; ontvangt gij een bezoek, de eerste groeten zijn met zoenen gepaard; als Zie hier nu de vertaling van CLAUSER; uwe gasten afscheid nemen, moet gij ze met »Parva ipsis uxorum liberorumque cura est. kussen beschenken. In één woord, overal Itaque per universam insulam hic mos serwaar gij ook zijt, er is niets dan kussen. Och, vatur: quando quis amici domum ingreditur, FAUSTUS! hadt gij eens deze zachte, zoete kus- ut primum cum amici uxore concumbat, ut jes gevoeld, gij zoudt wenschen in Engeland deinde benigne hospitio excipiatur. In perete blijven, niet om eene tienjarige reize, als grinationibus quoque mutuis utuntur uxoridie van SOLON, te doen, maar geheel uw leven"..bus amici. Eadem consuetudo observatur in NICANDER NUCIUS ook, ear Grieksch reizi. ger, die wat later in Engeland was, schrijft aldus: »De Engelschen toonen eerte groote trouwe en eenyoudigheid in hunner omgang met de vrouwen, want deze worden bij het groeten op den mond gekust; niet alleen door die van haar huisgezin, maar zelfs door hen, die zij nooit te voren gezien hebben. Deze gewoonte schijnt hun in het geheel niet onbetamelijk". Reeds vóór ERASMUS had LAONICUS CHALCONDYLES, in zijne Geschiedenis van het Byzantijnsche rijk en de Turksche overwinningen van 1298 tot 1463, er melding van gemaakt en daarbij opgemerkt: "voμitstaι de τοῦτο καὶ ἐς τὴν Φραντάλων χώραν τὴν ταύτην (Tαútη?) пáρaλov äxpe Teppavias", waaruit ik afleide dat hij dezelfde gewoonte ook in deze streken moet hebben waargenomen, ofschoon het uit bovenstaande aanhalingen blijkt, dat zij ten tijde van ERASMUS op het vaste land niet meer in zwang was. Zoude nu iemand uit oudere schrijvers bewijs voor het vroeger bestaan hier te lande eener zoo lofwaardige gewoonte kunnen leveren ?

Ik voeg hier nog bij den geheelen volzin van CHALCONDYLES,als ook eene allervreemdste vertaling er van door CONRAD CLAUSER, D. IV.

Verscheidene latere schrijvers zijn door deze overzetting op het dwaalspoor gebragt. Zie The Lawes Provision for Woemen, London 1632; ook Class. Biog. art. Chalcondyles.

De Tonometer. Is er een opteekenboek, geschikt ter bewaring van hetgeen er belang rijks in ons vaderland op het gebied van wetenschap of kunst gevonden wordt, dan is het DE NAVORSCHER. Daarom zend ik deze aanteekening, vooral ook met het doel, om eene vaderlandsche uitvinding zoo veel mogelijk bekend te doen worden, en haar daardoor te behoeden voor een lot, gelijk aan dat, hetwelk aan de Metronome te beurt gevallen is. Ook zij toch is Nederlandsch. WINCKEL, bekend mechanicus en horologiemaker te Amsterdam, is de eerste geweest, die ор het denkbeeld kwam om de maat der muzijk door den slinger te regelen. Het werktuigje, dat hij ten dien einde vervaardigde, de eerste metronome, is na zijnen, dood onder vele zijner kunstwerken publiek verkocht. (Kan een der HH.Navorschers ook opgeven, wie er thans eigenaar van is?) WINC

1

« VorigeDoorgaan »