Buiks-doorbooring, zeer dikwils in eene Vrouw verrigt. IX. 899. Buikspieren. Eene zeer groote holligheid, vol geronnen bloed, tuffchen dezelven gezien. VIII. 584. De twee regte doorgefneeden gevon den. VIII. 564. Buik-waterzugt. Waarneeming daar omtrent. VII. 478. Bedenking omtrent den tyd van het aftappen VII. 641. Geneezing daar van. VIII. 626. Aanmerking daar over. VIII. 886. Bedenkingen by het aftappen van het water. VIII. 688. - Behandeling dezer ziekte. IX. 825. Buikwonde. Befchryving daar van. X. 533. Buikzuiverende middelen. De nuttigheid daar van in de pokjes onderzogt. X. 822. planten. Optelling van die, welke in Zweeden groeijen. IV. 347. BURCHALL. Deszelfs waarneeming van eene flagaderbreuk in de dey, door de operatie volmaakt geneezen. VĮ. 46. BURMANNI (N.L.) Flora Indica. IV. 613. is aangefteld tot Hoogleeraar in de Kruidkunde te Amfterdam. V. 199. BURMANNUS (P.) word Lid van de Keizerlyke Academie der Natuur Onderzoekers. VIII. 248. Burrows (J.) A new practical Essay on Cancers. X. 731. BUSCH (P.D.) Deszelfs waarneeming van eene aanmerkelyke Hoofdwonde. X. 268. BUSNEL tot werkelyk raadgeevend Lid van de Academie der Heelkunde te Parys aangefteld. II. 203. BUSSON (J.) Quæftio Medico-Chirurgica: num in refecandis arcubus carnis fegmina refervare fatius. IV. 557. BUTLER. Deszelfs ziekte door het behandelen vangeverwde stoffen en metaalen. II. 232. feq. BUTTET. Deszelfs verhandeling over het ontwrigten der ribben. VIII. 770. BUTTNER (C. G. ) Wahrnehmung eines an der zunge, feid 24 Jahren, aus dem munde hervorgehangenen Fleischgewächses. VIII. 838. BUTT BUTTNER (C. W.) is Præfident van het Inftitutum fre BÜTTNER (S. A) te Göttingen overleeden. V. 205. BYRES (J.) Deszelfs berigt aangaande de ongemeene Byflaap. Schadelykheid van een' onmatigen. IV.697. Bytende middelen. Nadeelen daar van. VII. 644. CACAO. C. Acao. Befchryving van dezelve. III. 607. CADET tot Lid van de Koninglyke Academie der Deszelfs fcheikundige proeven met de gal van menschen en beeften. III. 196. CAESTRYCK. Deszelfs waarneeming van eene gere. gelde neusbloeding. V. 384. Calbaffen. Ongemeen groote. VI. 551. Calcinatie. Dezelve vermeerderd het gewigt van fommige lighamen. V. 839. CALKOEN (A.) word Directeur van de Maatschap py te Haarlem. IX. 473. (H.) word Directeur van het Zeeuwfch Genootschap. IX. 918. Calla. Uit den wortel van dit gewas word brood ge bakken. VI. 559. CALLENBERG word Lid van de Academie te Stock holm. IX. 917. Cala 1 1 Calomel. De nuttigheid van dit middel in onder fcheide ziekte aangetoond. X. 57. Calmar. Ziekten, in dit district gemeen. VI. 548- Cameleon. Byzondere foort daar van. IX. 188. Campanula latifolia. Gebruik van dit gewas in Noor Thyrfoides. 1. 531. Campechie - hout. Het extract daar van word in erden rooden loopt gebruikt. VI. 419. Campement, welke plaats men voor hetzelve moet verkiezen I. 693. CAMPER (P.) heeft zich van de Cicuta zonder eenige vrugt bediend. II, 98. Deszelfs leffen over de vee- fterfte. VL. 185. Voorlooper van waarneemingen omtrent den uitflag der inentinge. VI. 195. Deszelfs gedagten omtrent de aderlating in de ziekte der Runderen. VI. 706. Deszelfs gedagten en proeven over het afzetten van de dey in de geleding met het heupbeen. IX. 362. a. behaald den prys by de Academie te Toulouse. IX. 695. VIII. 247. word Stads- Phyficus te Groningen. word Lid van het Zeeuwfch Genootfchap. IX. 918. legt de poft van Hoogleeraar te Groningen neder. X 230. Campernoelje. Befchryving van eene, op de witte CAMUS A. 1e) Projet d'anéantir la petite verole. VII. 557. te Parys overleeden. VII. 216. Canis lagopus Linnæi. VII. 25. CANNEGIETER (A) word Lid van het Zeeuwfch CANTERZANUS (S.) word Secretaris by de Acade, mie te Bologne. VI. 469. CAN CANTON (J.) Deszelfs manier, om phosphorus te maaken. IX. 198. Deszelfs proeven, om te toonen dat het ligten der zee voortfpruit uit de verrosting der dierlyke lighaamen in dezelve. IX. 309. CANVANE (P.) A Differtation on the Oleum Palmæ Chrifti, five Oleum Ricini. I. 644. CAPDEVILLE behaald eenen der vyf kleine pryzen vẩn de Academie der Heelkunde te Parys. II. 201., CAPPEL (W. F.) word Hoogleeraar in de Geneeskunde te Helmftad. III. 426. CAPPELER (A.) Deszelfs beschryving van eene bereiding der kreeft-oogen, en derzelver gebruik in onderfcheide heete ziekten. VIII. 194. Capra, Ammon. Befchryving van dit dier VIII, 603. Caracal. Befchryving van dit dier. V. 508. Carbunculus. Middel daar tegen. IV. 617. Aanmerking daar over. VII. 250. Carbunculi peftilentiales. Behandeling derzelven. VIII. 143. Carcinoma, aan de poortier van de maag gevonden. VII, 271. Cardamine. De bloemen van dit gewas onderzogt, en tegen ftuiptrekkingen aangepreezen. IX. 273. Carduus Erifitbales. I. 531. Carelien. Misflagen, die aldaar in de leevenswyze begaan worden. VI. 559. CARL. (J. A.) Deszelfs verhandeling over den gezond-brond Heil- bron in Beyeren. II. 508. Over den Sulzer - bron. II. 509. CARLISLE (G.) Berigt van eene ongemeene groote breuk. IV. 446. CARON krygt een' der kleine pryfen van de Academie der Heelkunde te Parys. VIII. 437 CARPENTIER (LE) behaald den prys der Kruidkunde te Rouen. I. 734. CARRARD (B.) behaald den prys by de Maatschappy te Haarlem. VII. 206. word Lid van de Maatschappy te Haarlem. IX. 473. CARTERET. Deszelfs berigt van eenen Cameloparda lis. IX. 505. CAR CARTHEUSER (F. G.) word tot Hoogleeraar in de Geneeskunde en Wysbegeerte te Gieffen beroepen. II. 888. € CASELLE (MASARS DE) Berigt van deszelfs werk over het gebruik van de Cicuta, en andere vergiftige planten. VIII. 697. Caffia Herpetica. Aanmerkingen omtrent dit gewas. III. 721. Caftanje-boomen. De ouden geeven een foort van Inkt. I. 417. Van eene aanmerkelyke dikte. IX. 373- 488. CASTILHON (L.) behaald den prys by de Academie te Rouen. VI. 714. Caftoreum Nuttigheid van dit middel in den Kinkhoeft. VI. 266. CAT (LE) Lettre à Mr. DU MONT, Fils, fur l'opinion de l'adhérence des Pierres à la Veffie. I. 135. Deszelfs waarneeming over de hervoortbrenging van nieuw been in den arm, en een werktuig, by deeze gelegenheid gebruikt. IV. 457. Deszelfs befchryving van eene wanftal tige vrugt, waar in de meefte ingewanden ontbraken. VI. 117. Waarneeming van eene doodelyke water- en darm-breuk. VI. 602. VII. 492. Eenige waarneemingen van deezen Heer. te Rouen overleeden. V. 205 Catanea. Befchryving van deeze Stad. IX. 368. Catarrbus fuffocativus, onder de Kinderen in Göttingen waargenomen. VI. 850. Catechu. Wanneer dit middel in den rooden loop te pas komt. VI, 419... Catbaratta Ceppbus. Befchryving van deezen Vogel. 1. 711. Parafitica. Narigt daar van. VII. 37! Catheter. Op welke plaats de opening in denzelven moet gemaakt worden. V. 170. Befchryving van een' Catbeter voor vrouwsperfoonen. VIII. 580. CAUSSIN krygt een zilvere medaille van de Societeit te Bruffel. VII. 204. CAVENDISCH (H.) krygt eene goude medaille van de Londenfche Societeit. III. 424. CA |