Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub
[merged small][merged small][merged small][ocr errors][graphic]
[blocks in formation]

DE SAAVEDRA.

Verfneeden naar den Medendaagschen (maak,

[blocks in formation]

Koninklijke Bibliotheck te's Mage.

[ocr errors][merged small][merged small][merged small]

Gelooft mij, lieve Lezers, die tijds genoeg hebt,

gc

om u een ogenblik met mij bezig te houden looft mij, zonder dat ik 'er op zweere, dat ik us uit grond van mijn hart, in dit boek het aangenaamfte, het aartigfte, het zinrijkste kind der gees. tigheid en vrolijkheid, om ik weet niet wat, mogt

in de handen geeven. Dan 't was onmogelijk den

loop der natuur te veranderen, uit kragt van welke ieder weezen niets anders dan zijn gelijken kan voortbrengen: Wat kon nu mijn onvruchtbaar, weinig aangekweekt vernuft (*) anders baaren dan een droogen, stouten, eigenzinnigen bengel, die 't hoofd vol heeft van enkel zulke invallende gedagten, die

nim

(*) Zou deezë nedrigheid oprecht zijn, of is het niet 20 wat hunkeren om lof en wierook ?

N. U.

nimmer in dat van eenig fterveling huisvestten; en des te meer, daar ik hem teelde in de gevangenisfe, waar het mij aan allen gemak ontbrooken heeft, en waar ik van niets dan jammer en elende omringd was? Een vrolijk leeven, eene fille wooning, landStrecken, die u toelagchen, een klaare hemel, ruifchende beekjes, die door hun geruis den geest in een ftille kalmte wiegen, zijn voorwaar! beter in staat, ook de onvruchtbaarfte zanggodin te maaken tot moeder van veele aartige kinderen, waar iedereen zijn vermaak aan heeft.

Men kan wel niet loogchenen, dat meenig vader eens echten lomperts zich de blind-doek der vaderliefde zo vast over de oogen bindt, dat hij de boeren-fluk ken en flechte ftreeken van zijn knaapje volfirekt niet zien kan, neen! dat hij ze veeleer houdt voor fchoonheeden, en ze zijne vrienden voor talenten en verdien ften wil verkoopen. Maar dit is met mij de zaak ziet. Is 't, dat ik DON QUICHOT doe voorkomen als mijn kind, het is toch eigenlijk niet meer dan mijn troetelkind. Oneindig verre is 't van mij, den ouden fienter te willen volgen, en u, als 't ware, met de traanen in de oogen te bidden, de gebreken, die gij aan mijn zoontje zult ontdekken, te vergeeven of te verheelen: want gij zijt noch zijn vriend, noch zijn bloedverwant gij hebt uwe eigen oogen en uwe vijf zinnen onder uw eigen beftier gij hebt uw eigen vrijen wil, zo goed als iemand, woonende in uw eigen huis, waar gij baas zijt, en daar de koning zelve u niets te bevecien heeft. Alzo zijt gij meester, om, zonder iemand na de cogen te zien, te zeggen van mijne historie al waɛ

« VorigeDoorgaan »