Mosaïze historie der Hebreeuwse kerke, Volume 2

aan-te af-te agten alhoewel alzoo Apis Balzem beeter beyde Broeders buyten by-aldien byzondere d'Egiptenaars d'Egiptize d'Oude datze deezer deffelfs dewijl dezelve dieze dingen Dood eenige eerft Efraim Egip Egipten Egiptenaaren Egiptize eygen Farao fchijnd flegts ftaan ftond ftrax gantze gebruyk gedagt Geên geenzinds gefchied Geflagt gelijk gemeen genoemd geweeft gezeyd Goden Godt goed Hebreën Hebreeuwfe Herodotus heyd Heylige Hiftorie hoedaanig Huys Ifis Ifraëls in't inzonderheyd Jakob Joden Jofef Joodfe Joſef Juda Kanaan komd Konink konnen Kriftus Kuffen Land lijk maaken meede meeft Menfchen miffchien Mofes moogelijk naader naaderhand naadien naamelijk nogtans omtrent Onder-en-tuffen onderfcheyden onze op-te Oude Overzetters plaatze Potiphar Quaad Regt ſchijnen Serapis Slange Stamme Targum te-gelijk teegens tuffen twijffelen Uytleggers Vader Jakob veel-eer verfcheyde verftaan Volk voorzeeker Vrugt Want weederom Weereld weynig wierd woorden Zebulon zeeker zelfs zelve zeyd zommige Zonen zoodaanig zoort zulx دو رو رو