Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

J. F. BENSE, Lit. Ph. D.: Anglo-Dutch relations from the earliest times to the death of William the third. Being an historical introduction to a dictionnary of the low-dutch element in the englisch vocabulary. Den Haag, M. Nijhoff. 1925, XX-294 blz.

De invloed van het Nederlandsch op het Engelsch is tot hiertoe niet het onderwerp geweest van een breed aangelegd onderzoek. Dr Bense heeft zijn academisch proefschrift gewijd aan een schets der Nederlandsch-Engelsche betrekkingen van de vroegste tijden tot 1702: betrekkingen wier taalkundige gevolgen hij zal vastleggen in een woordenboek waarvan het eerste deel (A-E) ter perse ligt.

Nergens is de invloed van den Nederlandschen stam zoo sterk geweest en zoo beteekenisvol als in Engeland. Aan de colonisatie, aan de ontwikkeling van den landbouw en de industrie in Engeland en Schotland hebben de Zuid- en Noordnederlanders een belangrijk deel genomen. In dit alles zijn de Vlamingen en de bewoners van Fransch-Vlaanderen toonaangevend geweest.

:

In de eerste eeuwen na Willem de Veroveraar vaart de Vlaamsche inweiking met groote golven door het land en bereikt ze de meest verwijderde gewesten van Engeland en Schotland, zonder ooit Ierland te raken. Met de regeering van Edward I zet een nieuw tijdvak in het wordt een meer selecte immigratie. Met de belofte van "good beds,, enz. worden onze beste werkkrachten naar het wolrijke Engeland gelokt om daar de lakennijverheid te importeeren. Na het failliet der Italiaansche financiers, bezweken onder de eischen der kroon, komen de Vlamingen hunne plaats innemen. Zij zijn de financiers bij uitnemendheid tot ze in 1381 in Londen worden uitgemoord en hunne bordeelen gesloopt. In de volgende eeuwen worden de onderlinge betrekkingen steeds drukker, vooral door handelsverkeer en de werking der Merchants Adventurers. Toen de economisch doode tijd in onze nationale geschiedenis intrad werden de relaties meer intellectueel en letterkundig en traden de betrekkingen met Noord-Nederland op het voorplan.

Aan Antwerpen heeft Engeland, behalve op handelsgebied, heel wat te danken: het was hier dat Laurence Andrewe, later een

Londensch drukker, zijn stiel leerde bij Jan van Doesburg, terwijl de beroemde Caxton zijn smaak vormde in Brugge. In 1537 werd hier de Bijbel in het engelsch vertaald en gedrukt voor J. Van Meteren, van hieruit werden de exemplaren gesmokkeld naar Engeland toen het daar nog niet veilig was een kettersche vertataling te drukken. Talrijke Vlaamsche boeken werden langs Antwerpen geimporteerd en vertaald, gelijk menige onzer volksliederen zoo hun weg naar Engeland vonden. Richard Verstegen, zoon van een Antwerpsch inwijkeling in Londen, keerde naar zijn vaderstad terug en werd er schrijver en graveur. In 1505 bekomt FR. Bertie van Antwerpen het privilegie voor het fabriceeren van wit zout voor 20 jaren. enz.

Als we aan dit boek geen grooter eischen stellen dan ons gevraagd wordt door de titel,, introduction to a dictionnary" dan mogen we er mee te vreden zijn. Het is een knappe schets van een onderwerp dat niet door één mensch behandeld kan worden. Hier en daar wordt het wel eens een palmares, maar de auteur heeft een goed werk gedaan met te verzamelen wat over dit onderwerp gepubliceerd werd.

Het moet echter opgemerkt dat Dr Bense met zijn bibliographie bizonder spaarzaam is geweest. Van Belgische zijde wordt niet eens Van Varenberg's boek vermeld. We hopen echter met de inleider dat de schrijver ons de volledige „ geschiedenis“ der betrekkingen tusschen de Lage landen aan de zee en Engeland geven zal en dat hij het niet late bij deze vlugge„ schets “.

Dr J. A. GORIS.

[merged small][ocr errors][merged small]

In het Kerstnummer voor 1925 van het Tarief, het bekende Amsterdamsche typografenblad, heeft fr. B. Kruitwagen O. F. M., een heel aardig en rijk gedocumenteerd artikel laten verschijnen over de vraag: Hoe men vroeger drukfouten bij het publiek aanduidde. Na vastgesteld te hebben, dat de drukfouten werden

[ocr errors][merged small]

geeft fr. Kruitwagen een aantal klachten van oude geleerden over de menigvuldige drukfouten, waarmede de vreugde, die de nieuwe drukkunst vergezelde, van meet af werd bedorven. Daar zijn citaten uit Murmellius, uit Sebastiaan Brandt, e. a. Er is daar o. a. een vers van den Belgischen geschiedschrijver Jacob de Meyere, dat in 1534 verscheen als aanhangsel bij een werk van Guil. Brito Bellum quod Philippus..., gessit (M. de Keyser), en dat de Antwerpsche zetters van dien tijd geldt. Wij laten de vertaling van die bittere klacht hier volgen. De Meyere spreekt het boek, dat nu het licht gaat zien, volgender wijze toe: "Als je naar Antwerpen gaat, blijf dan uit de handen van die slordige, geldzuchtige, vermetele, onbeschaafde, onbekwame en barbaarsche drukkers, die met grenzenlooze onbeschaamheid een nette, goede en zuivere kopij durven bederven, en een arbeid, welke met toewijding is verricht, verknoeien. En dan richt hij zich tot den toenmaligen landsvorst, Keizer Karel V, en zegt: "O verheven vorst Karel, die aan zoo vele volkeren wetten geeft, en hen aan uw heerschappij onderwerpt, hervorm Uw stad Antwerpen, zuiver haar van zulke monsters, en verban daaruit voor altijd die zoo schadelijke ondieren, opdat de vrije kunsten weer bloeien, niemand boeken drukke, die er niet toe bekwaam is, en door de uitbanning van die knoeiers de wetenschappen door U mogen triumfeeren

[ocr errors]

Terecht zegt fr. Kruitwagen dat men dergelijke klachten niet tragisch moet opnemen. " Zeker waren er onder de toenmalige drukkers heel wat prutsers en knoeiers. Doch er waren er ook genoeg, die altijd net en correct werk afleverden

Verder heeft fr. Kruitwagen het over de lijstjes met drukfouten, de errata of corrigenda, die achteraan in de boeken gedrukt wer

den. Daar zien wij o. a., dat Jan Grapheus, in zijn uitgave van H. C. Agrippa's De incertitudine scientiarum (Antwerpen, 1530), de schuld der drukfouten geheel op den schrijver werpt. Hij leidt zijn drukfoutenlijst in met de woorden (vertaling): “Sommige veranderingen door den schrijver na het drukken aangebracht, en fouten vanwege de slecht geschreven kopij... In andere gevallen is het de schrijver, die de schuld op den drukker schuift, zooals b. v. Barlandus in zijn Brabantiae ducum historia (gedrukt door Hadrianus Tilianus & Joannes Hoochstratanus, te Antwerpen in 1526). Hij betitelt het drukfoutenlijstje als volgt: Emendationes, quibus incuriae typographorum incurritur. (Verbeteringen door welke wordt attent gemaakt op de zorgeloosheid der drukkers).

De minderbroeder Adriaan Pauwels, in zijn vertaling van Bonaventura's Spieghel der goede Manieren (uitgave van J. Moerentorf, te Antwerpen 1605) was in het verdeelen der verantwoordelijkheid rechtvaardiger. Hij spreekt van de Fauten des schrijvers en twee oft drij des druckers. De schrijver nam 18 fouten op de 20 voor eigen rekening, wat voor Moerentorf wel zeer vleiend was. Nog heel wat meer bijzonderheden op het gebied der drukfouten wist fr. Kruitwagen hier bijeen te brengen en in te kleeden op zijne gewone, leuk-onderhoudende manier.

[ocr errors]

In het Antwerpsch Archievenblad, dat sedert Januari 1926 weer verschijnt als driemaandelijks tijdschrift, komt in Nr 2 voor, een Inventaris op het Plantijnsch Archief samengesteld door Dr J. Denucé. Wij vestigen de aandacht onzer lezers op dit werk, dat menig navorscher goeden dienst kan bewijzen.

Wij ontvingen van de firma A. W. Sythoff, uit Leiden, een exemplaar van den Catalogus van de Tentoonstelling ter Herdenking van het drie honderd vijftig jarig bestaan der Leidsche Universiteit (Museum "De Lakenhal, Leiden, Februari MCMXXV). Dr J. J. De Gelder bewerkte dezen catalogus en Prof. D1 P. J. Blok schreef er een inleiding voor. De omslag is getooid met het sierlijke drukkersmerk, van Plantin, die de tweede officiëele drukker was van de Leidsche Hoogeschool.

EEN XVI EEUWSCH RECEPT OM INKT

TE MAKEN

Bij het rangschikken en doorpluizen van het archief van den heer graaf L. Van der Burcht vond ik, op de laatste bladzijde van een rentboek, in 1557 begonnen, een recept om inkt te maken, dat mij de moeite waard scheen om afgeschreven en bij gelegenheid uitgegeven te worden.

Ziehier het bewuste recept, dat voor de meeste lezers van dit Tijdschrift wel eenig belang zal opleveren.

Item, om goet incket te maeken, nempt 7 loot gom; 8 loot galnoot gheknoost 1); 4 loot coperloot, ende dair toe nempt een mingelen regenwater, ende dat te samen in een pot gheset, dicht toe gedaen, ende die alle dachs eens omme gheroert, geduyrende 14 ofte 20 daegen of een maent ten hoochsten, es zeer goet omme goet bruyn incket te maeken; ende hoe se langer staet, hoe dat ze bruyner worden sal.

Dr J. GESSLER,

Hasselt.

1) Vermorzeld.

« VorigeDoorgaan »