HANDELINGEN VAN HET GENEESKUNDIG GENOOTSCHAP, ONDER DE ZINSPREUK SERVANDIS CIVIBUS. DERTIENDE DEELS TWEEDE STUK. 1629 VAN HET GENOOTSCHAP. . Schoon de algemeene goedkeuring, waarmède onze Handelingen tot noch ontfangen zyn, ons genoegzaam van de moeite ontslaat om dezelve door eenig Voorbericht te verantwoorden, echter hebben wy geoordeeld, by de Uitgaave van dit tweede Stuk des XIIIden Deels met korte woorden iets te moeten zeggen ter verd deediging van onze tot hiertoe niet ongelukkige poogingen. Een iegelyk, die de Maandelykfche Nieuwspapieren leest, zal weeten hoedaanig eene aanleiding ons daartoe door zommigen derzelven gegeeven is. Men verwachte hier nochthans geen penneftryd. Wy zullen onder de gemelde Maandzuchtigen flechts één, die ons 't minst onwaardig fchynt, uitkiezen, zyne aanmerkingen zonder omflag beantwoorden, en die weinige Leezers, die by zulk foort van Gefchriften wat te hoog op zien, langs dien weg in ftaat stellen om van de rest te oordeelen. Men zie den Recenfent, N°. IV, Bladz. 475, enz. De eerfte aanmerking van den Schryver, of de Schryvers, betreft onzen Titel, die zyns oordeels niet Handelingen van, maar Verhandelingen, uit ge |