A large dictionary English and Dutch, in two parts: ... The fifth edition corrected and enlarged.

acht alles baar bebben beeft beyd boek book boom boven brengen buys buyten deed DEEL dien dood draagen eenige Engeland fellow gaan gaat geeft geeven geld gelyk gemaakt gemeen give goed good great grond groote hand hard himſelf hoofd horſe houden Iemand iets keep kind kleyn komen Konings kort kruyd laaten land leeven leggen lets letter ligt little look loopen maaken made mede mind naam neemen nieuwe one's oogen open oude paerd place quaad recht ſchip ſet ſtaan ſtaat ſtellen take thing time trekken upon voet volk vrouw water weer weet werk wierdt wild will wind woord wyze zaak zeker zelven zetten zyde zynde