Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

VI. Regtsgeschiedenis.

De geschiedenis van het regt in Frankrijk blijft bij voortduring een onderwerp van vlijtige beoefening, en ieder jaar worden daarvoor nieuwe bronnen openbaar gemaakt en belangrijke bijdragen geleverd. Ook dit jaar bleef daarvoor niet onvruchtbaar, wij vermelden het eerst het

Essai sur l'histoire du droit français depuis les temps anciens jusqu'à nos jours, y compris le droit public et privé de la révolution française, par M. F. LAFERRIÈRE. 2 vol. 18°.

Het is eene tweede, geheel omgewerkte uitgave van de in 1836 uitgegeven histoire du droit français, wel te onderscheiden van de uitvoerige en voortreffelijke histoire du droit français van denzelfden schrijver. In dit werk wilde hij, zonder in bijzondere en uitvoerige onderzoekingen te treden, een overzigt geven van de hoofdpunten en van den ontwikkelingsgang des regts in Frankrijk, en van de omstandigheden, die op dien ontwikkelingsgang invloed uitoefenden, waarbij natuurlijk ook vooral aan den tijd der nieuwe geschiedenis, sints de redactie der coutumes, in de histoire nog niet behandeld, eene ruime plaats moest worden toegekend.

Als bijdragen tot de bronnen der regtsgeschiedenis verschenen :

Les Formules Angevines, étude historique sur la législation mérovingienne en Anjou, par M. G. D'ESPINAY. Saumur, 72 bl. 8°. De formulen voor Angers, het eerst door MABILLON, het best door DE ROZIÈRE in 1845 uitgegeven, behooren tot de oudste die bekend zijn. Zij dagteekenen van omtrent 681 en leveren voor de kennis van den regtstoestand van Angers vele bijdragen op. Deze heeft de schrijver bij een verzameld en daartoe aangewezen, hoe toen in Angers Romeinsch en Germaansch regt met en naast elkander bestond en in vele opzigten ook reeds op elkander invloed uitoefende.

Droits et priviléges de la commune de Nevers, par M. HENRI CROUSET. 1 série. Nevers, 8°.

Deze stad, ontving in 1194 van PETER van Courtenay, graaf van Nevers, hare eerste regten gedurende de minderjarigheid

zijner dochter, die later zelve met haren echtgenoot Gui van Forez deze bevestigde en hernieuwde, in 1231. Dit laatste charter, daar het vroegere verloren is, met verschillende andere voor de geschiedenis dezer stad belangrijke stukken, worden hier medegedeeld en opgehelderd.

Over den invloed van hen, die het Romeinsche regt beoefenden in de middeneeuwen, handelde in de Revue hist. BARDOUX, zoo als wij reeds vermeldden, zijn stuk verscheen ook afzonderlijk, daaruit afgedrukt:

AGÉNOR BARDOUX, De l'influence des légistes au moyen áge. Paris, 8°.

Eenigzints hetzelfde onderwerp werd ook behandeld door LEFEVRE, Des légistes et de leur influence au 12o et au 13° siècle, Discours prononcé à la séance d'ouverture des conférences de l'ordre des avocats, 8°,

waarbij echter meer uitsluitend op den invloed werd gewezen door de herleving van de beoefening des Romeinschen regts in Italië en door hen, die van daar het naar Frankrijk overbragten, uitgeoefend op de beoefening des regts.

Uit de Revue werd ook afzonderlijk uitgegeven: GINOULHIAC, Cours de droit coutumier français, 8°.

Een onderwerp uit het costumiere regt werd behandeld in de Etudes de droit coutumier dans le Nord de la France, par M. JULES PERIN. Paris, 4°.

Deze aflevering van een werk, dat op onbepaalde tijden en bij gedeelten verschijnen zal, behandelt de geschiedenis van de contrainte par corps, en hoewel reeds DE LA MARSONNIÈRE eene histoire de la contrainte par corps gaf, heeft het naauwkeurig en vlijtig onderzoek des schrijvers, ook in archieven en registers, nieuwe feiten aan het licht gebragt en onbekende bijzonderheden doen kennen, zoowel omtrent de heiligheid van ieders huis en woning als een vasten algemeenen regel, als omtrent de vormen, waarmede de schuldeischer den persoon des schuldenaars voor zijne schuld mogt aantasten. Door grondigheid en naauwkeurigheid onderscheidt zich dit geschrift, dat door de feiten en vormen, die het mededeelt, op de begrippen en regtsgebruiken der middeneeuwen niet zelden een nieuw

licht verspreidt. Wij hopen, dat de schrijver in de volgende afleveringen ook nog andere onderwerpen op even belangrijke wijze zal kunnen behandelen.

Met de geschiedenis van het kerkregt hield zich bezig FEL. LE RUSTE, Etudes historiques. Exposé du droit civil ecclésiastique depuis son origine jusqu'à nos jours, 8°.

Ook de geschiedenis der parlementen ontving eene aanwinst door:

CH. DESMAZE, Le parlement de Paris, son organisation, ses premiers présidents et procureurs généraux, 8°.

Eene aanvulling van het werk van DE BASTARD D'ESTANG, verleden jaar vermeld, bl. 637. Wie zich den grooten invloed dezer collegien herinnert, die naijverig op hunne regten en privilegiën, het misbruik der koninklijke magt vaak beperkten of verhinderden, en door het weigeren, om de koninklijke ordonnantiën te registreren, de vrijheid der burgers verdedigden, zal bevinden, hoe veel belang hunne geschiedenis oplevert. Daarbij waren steeds de meest geachte en aanzienlijke regtsgeleerden aan hun hoofd. Aan de andere zijde echter hadden zij hunne groote gebreken, eenen hoogst omslagtigen procesvorm, vooral in strafzaken, en eene onvolkomene inrigting. Treurig was het einde van het Parijsche Parlement, welks geschiedenis sints 1334 hier wordt geschetst. Zeventien leden verloren onder de guillottine het leven, wier schuld vooral daarin bestond, dat zij conseillers geweest waren.

Eene bijdrage tot de geschiedenis der strafvordering gaf CH. BERRIAT SAINT-PRIX, Des tribunaux et de la procédure du grand-criminel au XVIII° siècle jusqu'en 1780 avec des recherches sur la question ou torture, 8°,

welke slechts gedrukt werd tot 100 exemplaren, waarvan 60 in den handel zijn gebragt.

De bekende commentator van het wetboek van koophandel leverde eene uitvoerige geschiedkundige beschouwing van den toestand der Joden, van den invloed, dien zij uitoefenden op wetgeving, letterkunde en koophandel, door hunne eigenaardige instellingen en hunne eigene beoefening der letteren en des handels.

Les juifs en France, en Italie et en Espagne, recherches sur leur état depuis leur dispersion jusqu'à nos jours sous le rapport de la législation, de la littérature et du commerce, par J. BźDARRIDE. Paris, 8°.

Oppervlakkig is het geschrift:

QUINION, Du Municipe romain, de la commune au moyen âge et de la municipalité moderne, 8°.

Daarentegen is in de uit de Revue overgedrukte verhandeling: LEVY-MARIA JORDAO, Le Morgengabe portugais, 8°,

een zeer grondig en belangrijk onderzoek ingesteld naar een zeer moeijelijk onderwerp, ook ter vergelijking met wat elders regtens was zeer dienstig.

VII. Burgerlijk regt.

Wel bekend is ook in ons vaderland de uitgaaf der Fransche wetboeken door ROGRON; van zijne bewerking van den Code Napoléon verscheen eene 16 uitgaaf, tot 1859 bijgewerkt, en voor handgebruik, vooral door de mededeelingen van de meest belangrijke beslissingen van het Hof van Cassatie, zeer geschikt:

ROGRON, Code Napoléon expliqué par ses motifs, par des exemples et par la jurisprudence, 16 édition, entièrement refondue. 2 vol. 8°.

Ook eene andere meer uitvoerige bewerking, vooral voor jonge regtsgeleerden, die den Code bestuderen en met den zin en de opvatting der bijzondere bepalingen zich bekend wenschen te maken, bestemd, werd op nieuw uitgegeven:

J. M. BOILEUX, Commentaire sur le Code Napoléon. 6o édition, corrigée et augmentée. VI vol. Paris, 8°. Voortgezet werd het klassieke werk:

Traité des successions, par M. C. DEMOLOMBE. Tom. IV.

Met nog een vijfde deel zal dit gedeelte van DEMOLOMBE'S verklaring van den Code voltooid zijn. Het thans uitgegevene, het XVI van het geheele werk, bevat de ontwikkeling van art. 841-869, in de bekende manier van dezen schrijver, die met eene groote uitvoerigheid en naauwkeurigheid geene vraag onopgelost, geene moeijelijkheid onverklaard laat en daarbij

zoowel de meeningen van anderen als de uitspraken der regterlijke magt pleegt te bespreken. Heeft dat XVe deel de verklaring van den Code nog niet tot de helft gebragt, wij wenschen den schrijver leven en krachten toe, om zijn werk te voleindigen, waardoor hij zich zelven een schoon gedenkteeken gesticht, der wetenschap en der praktijk eene groote dienst zal bewezen hebben, en een werk geleverd, waaraan misschien alleen eene al te groote uitvoerigheid en eene al te wijdloopige betoogtrant zou kunnen verweten worden. Het geheele werk bevat nu een Traité complet de l'Etat des personnes, 8 vol., zich weder splitsende in 6 afdeelingen: 1o. De la publication, des effets et de l'application des lois en général; de la jouissance et de la privation des droits civils; - des actes de l'état civil; du domicile (Code Napoléon, art. 1 à 111). 2o. De l'absence (Code Napoléon, art. 112 à 143). 3°. Du mariage et de la séparation de corps (Code Napoléon, art. 144 à 311). 2 vol. 4°. De la paternité et de la filiation (Code Napoléon, art. 313 à 352). 5°. De l'adoption et de la tutelle officieuse ; -de la puissance paternelle (Code Napoléon, art. 343 à 387). 6o. De la minorité, de la tutelle et de l'émancipation; de la majorité, de l'interdiction et du conseil judiciaire; des individus placés dans un établissement public ou privé d'aliénés (Code Napoléon, art. 388 à 515). 2 vol.

[ocr errors]

Vervolgens een Traité de la distinction des biens; de la propriété; de l'usufruit; de l'usage et de l'habitation (T. IX et X). Art. 516 à 636. 2 vol. Traité des servitudes ou services fonciers (T. XI et XII). Art. 637 à 710. 2° édit., 1858, 2 vol. Traité des successions. XIII à XVI (Art. 711 à 892). 1858, die ieder ook een afzonderlijk werk uitmaken.

Explication sommaire du livre premier du Code Napoléon et des lois accessoires, par M. VALETTE. Paris, 8°.

Dit werk is eigenlijk een vervolg en aanvulling van de in 1842 en 1843 door den schrijver bezorgde uitgaaf van PROUDHON'S Traité sur l'état des personnes, waarin niet alleen de wijzigingen en veranderingen, daarin door latere wetten en verordeningen noodzakelijk gemaakt, worden opgegeven, en omtrent enkele punten eene andere meening wordt voorgedra

« VorigeDoorgaan »