Ordonnantien, Instructien, Reglementen, ... van Burgemeesters en Raad der Stad Groningen, van 1655 tot 1732, Volume 2

ACAD aldaer amplieren Angefteken Anno betaelt betalen Boeck Boeck-houder booz Bozge Bozgemesteren Bozger bp pœna bupten bzacht bzengen bzeucke Cedulle daelder daer dagen uyren Debiteur defe deſe deselve deser Stadt dewelcke Diaconen Diaconie Dienaers dooz dzie eenige elck faecken fal wozden fich fijn foo vervolgens fulcks fullen fullende gearresteert Gebluft gebzacht gebzupckt gedaen gelijck gestelt Gevult Gilde goede goederen Gorecht Groningen gulden Haadt haer Heeren voorfz hondert Huirder hups in't jemandt Kaadt Kercken klepne laeten Lampbeforgers Anfteeckers Lampen maer maken mede mochte mogen wozden Morgens muchte Negentijnde Jaer niemandt ofte Oldambten Olderman omme ontfangen oock Ordinaris Ordonnantie ordre ozdze Pander penningen personen plaetse poozten pzofijt Raadt respective ſal Sappemeer Schipperen Schupten selve ſes ſich ſijn sonder Stadt ſtuiv ſtupver ſullen tegens tijdt Turf Turff upren van't verbeurte vooz voozfz voozts waer wargen welcke wesen Winschooten wozdt zijnde