Nederduitsch letterkundig woordenboek, Volume 2

aanduidt angels bedr beteekenis beteekent bezigt Bijbelv Bijbelvert bijv bijw bijzonderlijk daad daer Deck deelw derwijze deszelfs dezelve dien digt eenig ding Eigenlijk Eindelijk elkanderen ergens evenveel Figuurlijk gansche gebezigd gebruik gelijkvl geluid gemeenlijk ghij goed Halma Hass hebt gij hetwelk hetzelve Hooft hoogd huis hunne iemand iets ijsl intusschen ital Kero klank klanknabootsend komt lijk maken meerv mensch naam naamw neders Notk oneigenlijk ongelijkvl Onzijdig Otfrid oude oulings Overdragtelijk Overdragtiglijk paard plantgewas regt scherp schijnt schip schoon schrik schurft serpentijn sijn slaan slechts slemp spadeling spelen spits Spreekw stamt stamwoord Statenbijbel steen steken stell stok Tatian trappen trekken tuilen tusschen Ulphil varen varken vast Verkleinw verwant volgens Kil Vond Voorts vries Vriesland waarmede waarvan wallis water werktuig werkw woord Zamen Zamenst Zamenstell zegt Zeker slag zelven zulk zweed