No. 245, De wijn is een Spotter, De fterke drank is woelachtigs Al wie daarin dwaalt, zal niet wijs zijn. SPREUKEN XX. vs. 1. Door eene fchoone perfoons-verbeelding, wordt de wijn hier als een bezield en handelend wezen voorgefteld; en de ongeregeldheden, die deszelfs onmatig gebruik in den drinker doet ontstaan, worden figuurlijker wijze gezegd, door den wijn en fterken drank zelven gepleegd te worden. Deze dichterlijke fraaiheid is voorbijgezien door alle de uitleggers, die de woorden vertaald of opgevat hebben, als of er ftond: de wijn maakt spotachtig; de fterke drank maakt onrustig. De zin blijft wel dezelfde, maar de verdienfte van den dichterlijken stijl behoort toch ook in het licht gefteld te worden. De benaming, fpotter, heeft in SALOMO's Spreuken een zeer kwaden reuk, gelijk wij reeds op me nigvuldige plaatfen hebben aangetoond. Zij duide niet enkel iemand aan, die, met weinig pasfende vrolijkheid, zich verlustigt ten koste van het geen goed of achting-waardig is, en daarover een belag chelijk licht weet te fpreiden; maar zij brengt ons ook een nog veel verachtelijker karakter voor den geest; dat namelijk van een' mensch, die met al wat heilig is, met deugd en beginfelen den spot drijft, en kwaad en fchande pleegt, als of het fpel ware. Ziet daar ééne van de jammerlijke uitwerkfelen der rampzalige dronkenfchap! Door den mensch van zifne nedelijke vermogens te berooven, berooft zij hem |