Tijdschrift voor Nederlandsch Indië, Volume 3,Nummers 1-2Ter Lands-drukkerij, 1874 |
Overige edities - Alles bekijken
Veelvoorkomende woorden en zinsdelen
adat algemeen ambten ambtenaren assistent-resident Atjeh Atjehneezen Bali Balineezen bamboe Bantam Batavia Benkoelen bestuur betaalmeester bevolking controleur Daing Mabella Dajaks Dalem Mangkoe negara dien district djangkrik eener eenige eindelijk Engelsche Europeesche expeditie geheel gelegenheid generaal van Swieten gewoonlijk gezag gezaghebber goed gouvernement grond groote Habib heer Roos hetgeen hoofd hunne Iman Indië Indische inlander inlandsche Java Javanen Kambera kampong kapitein kasaanwijzer koffie koffiekultuur kraton kruisboot kultuur laatste land lijk Lombok luitenant maken Maleier Maleische Mangoenang menschen militaire minder minister moeielijk moekims moest mogelijk Nederlandsch Negara ratoe negri Nipa noodig ontginning onze oogenblik paarden paksie Pangeran picols Raden Intan Radja recht regeering resident rijst rijstkultuur Samangka schijnt sedert slechts Soemba Soembanees Soerabaja soort spoedig Sulthan Telok Betong terwijl thans Tjoet toestand troepen tusschen Verspijck versterking vijand volk vooral voordeel vorst waarmede waarvan Waij Orang wanneer weinig wijze zaak zeker zelfs zijner zooals zoodat zooveel zouden zulk
Populaire passages
Pagina 289 - ... voor luttel gewin, met achterlating van woning en kinderen. Die handel is zoo onbeduidend, dat de inlander hem noemt met een term, welke, vertaald, zou luiden: //verkoopertje spelen//. De. vagebond op Java heeft het beter dan de gezeten landbouwer. Terwijl de eerste dikwijls ruim voor zijn huisgezin kan zorgen, kan de laatste zich het noodzakelijk onderhoud slechts verschaffen door de vereenigde inspanning van zijn persoon, van zijn vrouw en kinderen.
Pagina 227 - Er is in al onze gaven en vermogens veel erfelijks, en als de ouders tot hooger standpunt zijn opgevoerd, worden de kinderen geboren met eene predispositie die hen in staat stelt om weder eene schrede hooger te stijgen. En zoo gaat het voort van geslacht tot geslacht , als maar eenmaal de rechte aanvang is gemaakt.
Pagina 398 - ... een land als het onze lieden kunnen gevonden worden, die, in strijd met de beginselen van het volkenrecht, dat een beschaafd volk toch ook op minder beschaafde vijanden behoort toe te passen, in strijd zelfs met de bepalingen van het militaire Crimineel Wetboek, dergelijke eischen kunnen doen. „ Ik stel er roem in, dat in dezen oorlog geen bloed nutteloos vergoten is en dat hij met humaniteit is gevoerd.
Pagina 49 - ... de voorwaarden ter toelating van Nederlanders en vreemdelingen. Behoudens nadere regeling, voor zooveel noodig, gelden, met betrekking tot de toelating van landsdienaren als erfpachters, de bestaande bepalingen omtrent deelneming van landsdienaren in ondernemingen van landbouw en nijverheid. Art. 5. De in erfpacht afgestane gronden, de daarop geplaatste gebouwen en opstallen en de voortbrengselen der gronden of der daarop gevestigde ondernemingen van nijverheid zijn onderworpen aan de bestaande...
Pagina 469 - Het verslag, bedoeld bij het 1ste lid van art. 60 der Grondwet, doet den Staat van het openbaar onderwijs, ook dien van de scholen voor de inlandsche bevolking bestemd, jaarlijks kennen.
Pagina 289 - Alleen werkt hij er harder of liever langer voor, en dekt verder hel tekort door zicli te onthouden van goed voedsel of gepaste kleeding. Hij kan echter onmogelijk door aanhoudenden rijstbouw zooveel verdienen, als hij noodig heeft om te. leven. Hij wordt gedwongen koelie te worden op een fabriek of daglooner in een anders tuin. Vroeger was zulks niet noodig, want toen was hij gewend de rijst als een artikel van weelde en voor anderen te verbouwen, terwijl hij zich zelf met kruiden en knolgewassen...
Pagina 293 - t eijland als een wonder ende sieraet van de nature op te doen, met soo schoone en heerlijcke rijsvelden, item allerlei) boom- ende aardvruchten, dat sulx niet te plaisant can afgebeeld worden.
Pagina 364 - ... leugenaar en huichelaar, die vol draaijerijen zit, die nimmer is te vertrouwen en op wiens woorden geen staat is te maken. Gastvrij jegens den hem bezoekenden vreemdeling (meer uit vrees dan uit gulheid) is hij overigens in al zijn doen en laten dom inhalig; hij taxeert zijn eigen goed zoo hoog, en dat van anderen zoo laag mogelijk; vraagt, bedelt, bedriegt en steelt, en is onbeschaamd nieuwsgierig.
Pagina 376 - Eenige onder hen storten zelfs tranen. Het lied behelsde een afscheid aan de achter te laten betrekkingen der bruid en een afsmeken aan haren aanstaande om zacht en goed voor haar te willen zijn. Haar hoofd was met een stuk lijnwaad bedekt, waardoor haar gezicht voor iedereen verborgen bleef. Nadat het treurlied was afgeloopen, werd de bruid gekleed, waartoe slechts eenige minuten noodig waren. Zij werd in aller tegenwoordigheid omhangen met zooveel kains, als ze kon torscnen.