De indijking en droogmaking van de Zuiderzee en het IJ, met kanalen, van af den IJssel bij Arnhem, langs Amsterdam tot in de Noordzee; voorgesteld en aangeprezen als een krachtig middel tot verheffing van handel, scheepvaart en landbouw in Nederlandbij G.M.P. Londonck, 1848 - 157 pagina's |
Veelvoorkomende woorden en zinsdelen
afloop alles alsdan Amstelland Amsterdam bedijking Beemster behoefte belang bestaan beter blijven boezem bunders bunders land daardoor daargesteld daarstellen daarvan derzee deszelfs dezelve dien dijken dikwerf droog te maken drooghouden droogmaking duizende bunders eenige ellen Engeland Enkhuizen fabrijken gebragt gebrek geheel geld Gelderland gelegenheid genoegzaam gevolgen goed graven grond groote Haarlemmer-meer Hamburg handel havens hetwelk hooi hunne IJssel indijking ingedijkte kanaal kosten landbouw liggen magt mede meerdere middelen minder moest nadeel Nauerna Nieuwe Diep noodig Noord-Holland Noord-Hollandsche kanaal Noordzee omstreeks onderneming ondervinding ontwerp onze eigene onzer Overijssel polder provinciën regering regt Rijk Rijnland ringvaarten rivieren scheepvaart schepen slechts sluizen somwijlen Spaarndam spoed spuijingsvermogen stad Stavoren steden stellen stroom terwijl thans toestand uitgestrekte uitvoer uitwatering vaart verbeterde afwateringen verbetering verkrijgen verslibbing vertier volken voordeel vreemde vroeger waarde water waterberging welvaart wenschelijk werk werkeloos Zandpoort zeekanaal zelven zoodat zoovele zoude Zuiderzee zulks zullen