BRIEFWISSELING VAN MR. W. BILDERDIJK MET DE HOOGLEERAREN EN MRS. M. EN H. W. TYDEMAN. GEDURENDE DE JAREN 1807 TOT 1831. UITGEGEVEN DOOR H. W. T. TYDEMAN, EERSTE DEEL. TE SNEEK, BIJ VAN DRUTEN & BLEEKER. 1866. VOORREDEN. Onder de groote verzameling boeken en papieren van mijn in 1863 ontslapen vader, Professor H. W. TYDEMAN te Leiden, is ook gevonden de zoo goed als volledige briefwisseling van hem zelven en van zijn vader, MEINARDUS TYDEMAN, met beider vertrouwden vriend, Mr. WILLEM BILDERDIJK, een geheel uitmakende van ongeveer 270 stuks brieven, waaronder 120 van BILDERDIJK, van welke sommige zijn van 12 tot 16 bladzijden in groot 4to formaat. De bij W. MESSCHERT te Rotterdam uitgegeven brieven van BILDERDIJK bevatten er niet één, welke in deze verzameling wordt aangetroffen. Dat er in dezen brievenschat het tijdvak van 1807 tot 1831 bevattende vele, ook nu nog zeer wetenswaardige en hoogst belangrijke zaken voorkomen, behoeft voor hen, die BILDERDIJK en de Leidsche Hoogleeraren M. TYDEMAN en H. W. TYDEMAN gekend hebben, of in hunne schriften geen vreemdelingen zijn, wel geen betoog. Onbekende bijzonderheden uit BILDERDIJKS veelbewogen leven, gedachten-wisseling over Staatkunde, Geschiedenis, Rechtsgeleerdheid, Godgeleerdheid, Nederduitsche Taal- en Letterkunde, Poëzij en Proza, zijn meerendeels de onderwerpen, in de Briefwisseling van deze drie geleerden vervat, die menigmaal een helder licht doet opgaan over BILDERDIJKS verstand en hart. Ik stel mij voor, deze Briefwisseling in twee deelen in het licht te geven. Voor een uitvoerig Register, rakende de personen en zaken, welke in deze brieven behandeld worden waarin ook gevonden wordt de geboorte-geschiedenis van menig uitgegeven werk van BILDERDIJK en van H. W. TYDEMAN, benevens de opheldering van talrijke daarin voorkomende bijzonderheden zal door mij wor |