HEEREN en NEVEN, , angen tyt heb ik getracht eenig bewys te geven van d'achting die ik had, van aen Uwe Ed. Hoog - Achtbaerheden, vermaegschapt geweeft te zyn, en met eenen de vriendschap t'erkennen › my door Uw. Ed. van tyt tot tyt bewesen, waer in ik nochtans tot nu toe by gebrek van bequame gelegentheit myn vernoegen niet heb konnen voldoen. Doch tegenwoordig heb ik niet langer willen ftil fitten van Uwe Ed. myne goetwillige gedienstigheden te betuigen voor alle genotene gunsten, met dit Boek aen Uwe Ed. Hoog-Achtbaerheden op te dragen. Het handelt van den Godtsdienft der Oude Romeinen aenwyfende uit een groote menigte schoone Medalien van Vorften, Keiseren en Keiferinnen, de Tempelen, en beelteniffen harer Goden en Godinnen, hare Offeranden, Vergodingen, en Kerkgewoonten, met vele aenmerkkens waerdige faken der Oudheit. Daer by koomt noch een boek van den felven Schryver, handelende van de Legerfchikking en Krygs-tucht der Romeinen; als mede van de Badstoven en Oude Oeffeningen der Grieken en en Romeinen een werk voorheen in de Franfche tael beschreven, en wegens fyne voortreffelijkheit, met veel genoegen van een yder ontfangen, en meermalen herdrukt dus heb ik door verfcheide Liefhebbers der Oudheden aengemoedigt zynde, het felve in onfe Nederduitsche tael doen overfetten. Nu heb ik geacht niet beter te konnen doen, dan Uwe Ed. Hoog- Achtbaerheden hier over tot myne Beschuts - heeren te verfoekken, en het felve onder het aenfien van Uwe Hoog-Achtbare namen aen den dach te laten komen, op dat het daer door tegen alle nydige quaetwillighe den mag bevryd konnen blyven. Ik wil hopen dat het felve niet onaengenaem fal wefen: dewyl Uwe Ed. Hoog-Achtbaerheden met dat felve somtyts in te fien, lichtelijk noch eenig nut en foet tytverdryf daer in fult konnen vinden, na vermoeit te zyn geworden door de befigheden van alle uwe hoochwichtige bedryven. Laet dit dan met foo goede genegentheit zyn aengenomen, als het met een eerbiedig en dienstwillig hert aen Uwe Ed. Hoog - Achtbaerheden word toegefonden; overdenkkende, dat in voortyden een klein Lammeken, 't welk een gemeenen herder op den Autaer bragt, by de Goden alfoo aengenaem is opgenomen geweest, als , de de Offeranden van hondert Offen door eenige van de machtigste Vorsten en Keiferen doen flachten. De Schepper van dit alles wil Uwe Ed. Hoog - Achtbaerheden foo vele gelukzaligheden laten toekomen als gy felver moogt wenschen; en ik fal blyven Hoog-Achtbare, feer Aenfienelyke Uwen ootmoedigen en bereidwilligen Dienaer en Neef, JOHANNES JANSSONIUS I VAN DEN GODTSDIENST DER OUDE ROMEINEN. et gemeen gevoelen der oude Philofophen fal ons tot getuigenis dienen, waerde Lefer, dat Janus, een feer oude Konink der Laty- Janus eernen, eerft heeft begonnen Tempelen te te Richter der Tempe ftichten ter eeren van d'Onfterffelijke Go- len. den. Andere fchryven de Godtsdienst toe aen die van Creten, als aen Phoroneus, en aen Dionyfius. En naderhand alle de Vrye Staten, Vorsten, en Keiseren, die wel-genegen tot de Godt-vruchtigheit waren, hebben alle hare vermogens besteed, om hare Tempelen op 't heerlijkst te vercieren: maer onder alle houd men voor feker, dat de Romeinen de Godtvruchtigheit van den De RomeiGodtsdienst in acht namen en onderhielden,groote forg en nen hebben bekommering aengelegt hebbende tot de heerlijkheit en de Godtsgrootsheit der geheiligde gebouwen, die aen hare Goden dienst in en Godinnen waren opgedragen. Onder welke men noch acht gehet volkomenste en meeft in fijn geheel vind, den be- nomen. roemden Tempel van Pantheon, of aller Goden, (die De Tempel M. Agrippa, fchoonfoon van Keifer Auguftus, met groote koffen heeft laten bouwen) dien men noch in fijnen vol- is tegenwoordig la len ftant fiet tot Romen, gemaekt van een ronde geftal- Roto nda. te, en van wegen hare rondte by een yder la Rotonda, dat is, de Ronde genoemt: van buiten uit gebakken fteen, A en boven alle Pantheon beroemt der onder land. patra. dert Sefter tien zijn en van binnen vercicrt en verrijkt met marmeren van verscheide verwen en rontom zijn kleine kapellekens, waar in van ouds de beelden der Goden geftelt waren, en Phidias een voornamelijk dat van Minerve, door Phidias van yvoir gemackt, een beroemt beeldfnyder onder alle die van beeldfny Griekenland; en dat van Venus, aen welkers ooren de die van foo feer hoog geachte peerel hing van Cleopatra, KoninGrieken gin van Egypten, welke de Keifer Auguftus in twee ftukken doen fagen had, om de felve aen de ooren van De Peerel die Godin te hangen; dewyl haers gelijk in heel de weevan Cleo- reld niet gevonden kon worden. Haer wedergae was gefmolten door de gefeide Koningin in 't banket van M. Anthonius; fy woeg een half once, dat zijn tachtig caraTwee-hon- then, gefchat op twee-hondert Seftertien, die nu fouden uitmaken twee-hondert en vyftig-duifend Ryksdaelders. twee-bon- Plinius feit, in 't achfte boek van fijne Natuurlijke Hiderten vyf- ftorye, wanneer hy van de peerlen fpreekt, dat fy van tig-duifent grooten volmaektheid en voortreffelijke uitmuntentEen fonder heit was, dat die voor het byfonderfte en eenigste proefling werk ftuk van alle de werkken der Natuur kon gaen. De poorvan de Na- ten van defen Tempel zyn uit metael van wonderbaerlijke grootte, en de kolommen van de voorgallery (dat het alderkoftelijkste portael is) worden in onwaerdeerlijke fchoonheit en grootheit gefien. Voormaels heeft men die feftien gevonden, maer nu zijn'er alleenig derPantheon tien twee daer van heeft het vyer verteert, en van d'antoegeeigent dere weet men niet hoe die wech-gekomen is. De gefeiaen den de Tempel was toegeeigent aen den Wrekenden Jupiter, den Jupihoewel Dion verhaelt, dat Marcus Agrippa dien ter eeren van Auguftus deed bouwen. Sy was van ouds met filPantheon vere platen bedekt (gelijk verfcheide History-Schryvers Was metfil het felve getuigt hebben) welke Keifer Conftantin, de bere platen derde van dien naem, kinds-kind van Heraclius, daer afnemen deed, met een groot getal metale en marmere Ryksd. tuur. Wreken ter. bedekt. foo : beel |