Cenfori nus. Cenforinus, in't boek dat hy van den Geboorten dach gemaekt heeft, feit, dat foo ras wy geboren zijn, wy onder de bewaring en befcherming van Genius, den Geeft of LARES. Engel, leven. Andere hebben gefchreven, dat de Lares, of Huisgoden, en Genius een felfde faek waren en felfs Flaccus in 't boek dat hy de Indigitamentis aen Cefar Euclides. heeft nagelaten. En Euclides onder de oude Philofophen Lares en geeft aen yder menfch twee Lares, d'een goet en d'ander Goede en quaet indien fy goet waren, noemde men haer Lares; quade Gee en indien quaet, Lemures: welke wy goede en quade Lemures. ften. Geeften Geeften of Engelen noemen. En van dese heeft Plutar- Aen Bru chus gefproken in 't leven van Brutus, die verhaelt, dat tus verScheen fyin de nacht als hy op de fakendes oorloogs dacht, met nen quaeen lichtje by fich, aen hem een droevig perfoon ver- den Geeft. fcheen grooter dan natuurlijk : en terstond (gelijk hy een man fonder fchrik was) vraegde hy hem wien hy wefen mogt, die hem antwoordde; Ik ben uwen quaden Engel, hem feggende, ik fal u te Philippen fien dan fal ik voorfcker, antwoorde hem Brutus, u daer ook fien; 't welk hy deed voor fyn fterven. Onfe Godtsgeleerden, Goede en volgens het gevoelen der Ouden, feggen dat wy twee Ge- quade Engelen. nien hebben, die fy Engelen noemen den goeden, die naer onfe welftant tracht; en den quaden, die ons alle qualen toebrengt. Plato feide, dat Socrates eenen fonderlingen Engel of Genius had. van de was het Ten tyde der Romeinen was het niet geoorloft (gelijk Ten tyde de Rechtsgeleerde feit onder den tytel de Verborum Obli- Romeinen gationibus) te fweeren by de Lares, noch by den Engel van de Vorft. En den grootsten eed dien de Oude deden, niet geoorwas te fweeren by hare Huis-goden: en indien hy die Sweeren by fwoer, by geval van valsheit overtuigt was, dan wierd hy den Engel fwaerlyk geftraft. En de Romeinen vervloekten fich veel van de eer by alle hare Goden, dan alleen by den Engel van : loft te Vorst. de Vorft gelijk Tertullianus feit in fyne Verantwoor- Tertulliading, die hy gemaekt heeft tegen de Heidenen. Het nus, waren de gene, die voor de Romeinen waekten; 't welk Ovidius doen feggen heeft, Datis ; Et vigilant noftra femper in urbe Lares. Huis-Goden houden ftaeg in onfe Stad de wacht. De Huis kapel der oude Romeinen. Alexander Van defe Lares, of Huis-gooden, wierd het Lararium genoemt, een bestemde plaets of huis-kapel, waer in de gemeenfame en huiffelijke Goden door hare beelteniffen gefien, geëert, en gedient wierden 't welk ons Ælius Spartianus in gefchrift heeft nagelaten in 't leven Soon, hield van Alexander, Soon van Mammea, daer hy feit; Dat in fyn huis hy in fyn Huis-kapel de beeltenis van JESUS CHRI kapel de beeltenis STUS nevens die van fyne andere Goden hield. van Jefus Het is niet lang geleden, dat'er tot Lyons, voor het Chriftus. kruis van Colle, een oude metale Lamp wierd gevonden, die my gegeven is, aen welke een plactje vaft hing, op de wyfe van een fchryf-tafereel, daer groore Latynfche Lamp tot letteren in gefueden waren, die feiden, LARIBUS SALyons ge- CRUM: en daer onder kleinder verkorte Romeinfche letvonden. teren, met dusdanige of diergelijke bedieding; PUBLICÆ FELICITATI ROMANORUM ; 't welk alles is; Aen de Huis-goden toegewyd tot algemeen heil der Romeinen. En hare geftalte heb ik hier volkomen doen afbeelden, even gelijk my die ter hand was gekomen. Een oude Metale ( EEN EEN OUDE METÁLE LAMP, tot Lyons gevonden in 't jaer vyftien-hondert vyf-en-twintig. LARIBVS Maen en MERCU De Lares waren Sonen van de Maen en van Mercu- Lares Sorius gelijk vele Oude Schryvers ons hebben nagelaten; nen van de 't welk maekt dat ik Mercurius hier nu fal doen volgen, van Merom dat hy tot onfe reden dient: nemende uit de Godts-ge- curius, leertheit der Ouden, dat de Ster van Mercurius de men- RIUS. schen fnedig en welfprekende maekt: en dat hy fich een De Ster goede bode bevond, wanneer hy van de Son en van Jupiter van Merverfelt was; en een quade, wanneer hy quam in 't gefelfchap van Mars en van Saturnus. De Dichters hebben De teekeaen Mercurius den bode der Goden toegefchreven, fynen nen wan staf, wieken aen de hielen, en een hoetje met vleugelen, rius. curius. Mercu : by de Latynen Galerus geheeten daer door te kennen gevende, dat het woord vliegt, gelijk een vogel doet door de lucht. Hy is een bode, om dat men door het woord feit wat men gedacht heeft. De Grieken hebben Hermes hem EP MHZ genoemt, 't welk niet anders beteekent als Vertaelder of Tolk: en om defe reden hebben fy hem den Godt der Kooplieden gefeit; om dat tuffchen de verkoopers en koopers 't woord is, dat alle hare faken bemiddelt. NUMMUS CAII' MAMILIT LIMEANI ARGENTEUS. CMAMIL Het Hoetje tafus ge noemt. Plautus, en d'Oudste Schryvers hebben dit Hoetje van Mer Petafus geheeten; gelijk d'opfchriften van vele oude curius, Pe- marmers dat vertoonen met defe woorden, CUM MERCURIO PETASATO. En door defe Petafus, of hoetje, wierd beteekent, dat de welfprekentheit of aengenaemheit in 't fpreken diende om fich te bedekken tegen quaDe faken lijk aengebragte en wangunftige woorden. Andere hebben gefeit, dat het hoetje, waer mede het hooft van fyn beeld bedekt is, vertoont dat de faken van een goet Gefant seer geheim moeten verhandelt zyn. Wat fynen staf belangt, dat een stok met twee Slangen omwonden is, het felve beteekent niet anders dan Vrede: gelijk de Oude dat door hare Medalien vertoont hebben. van een goet Gefant moeten beimelijk verhandelt zÿn. |