Mijnheer J. B. Serjanszoon, orator didacticusVan Dishoeck, 1918 - 297 pagina's |
Veelvoorkomende woorden en zinsdelen
aangezicht Aphroditè Aristippus armen Artaxerxes avatara baljuw Zoerdaan blauwe blik blonde borst Charis dacht dank deed eenige epicurist Epicurus Filmeene fluisterde geest gelijk gij zijt ging glimlach goed gouden groene groote Guido Zeemrike hand hart heer Serjanszoon heerlijke heid Hephaistus hernam hief hoofd hunne Huplinck Hyrieus Ieperen janszoon Jobijntje Joodje juffrouw Cornelie karmijnen Katrijne keek kleine Kleinen Trianon knikte kwam langs leven licht liefde liefelijke liet lijk lippen maken meid menschen mevrouw Botteldoorn-Sas mevrouw Valdesse mijnheer Artaxerxes mijnheer Ser mijnheer Serjans mijnheer Serjanszoon mijnheer Urias mijnheer Zeemrike mijnheer Zetternam moest mooie nacht negertje nooit ofschoon Onkel Sooi onze oogen oogenblik oolijk pelgrim Petite-Cousine pioenen plots Pygmalion roerde rond rozige scheen schielijk schoon seffens servetring smid stond tafel terwijl tuin tusschen vensterruiten vingeren voelde vriend vrouw waarlijk waarmede want wilde wondere woorden zelf zilveren zoete zonderlinge zooals zoodat