Beknopte naturlyke historie der zoogende dieren, Volume 1

aangezigt Aapen aart Afrika agter altoos Baviaanen befchrijving boomen bosfchen buik dezelve dien dood eeten egter elkanderen enige enigzints fchaapen fchen fchieten fchoon flaan flaapen flagtanden flegts fmoel fnuit fommige fomtijds foorten ftaan ftaat ftaert fterk ftreeken gedaante geheel gelijk goed gong Gordeldieren graauw groote groote Honden grooter hadt hair hals hetgeen hetzelve Honden hoorn Hottentotten huid hunne jager jagt Jakhalzen jongen kleine kleur koomt kragt land Leeuw lighaam lijf lugt Luipaard maaken mannetjen Meerkat mensch MIEREN-EETER naardien nagelen nagts neus Oliphant onderfcheiden onze oogen ooren paerd Panther Rhinoceros Robben ſchoon Schubdier ſtaan ſtaat tanden tegens terwijl Tijger troep tromp tusfchen verfcheiden verfcheuren verfchillende viervoetige dieren vingeren Vledermuizen vleesch vliegen vlugt voedzel voorfte pooten voorige voorſte vrugten waereld Walrus wanneer want water wierdt wijfjen wijfjens wild Windhond Wolf Wolven zegt zelfs zien zitten Zoogende Dieren zulk zwart zwemmen