De christelijke kerk in de drie eerste eeuwen, Volume 1Van der Meer & Verbruggen, 1853 - 437 pagina's |
Veelvoorkomende woorden en zinsdelen
ABGARUS alles Antiochië Apostel apostoliesche BARNABAS BASILIDES beeld berigt beschouwing bisschop brief brieven broeders Chris christelijke Christendom Christenen CHRISTUS dewijl dezer dien discipelen dood Ebionieten eenige eeuwige Efeze EUSEB Evangelie Evangelieën Gallie gebragt geest Geestes geheel gelijk geloof gemeente geschiedenis gnosis Gnostieken goddelijke Gods godsdienst goede grieksche HADRIANUS Heeren heid Heidendom Heidenen heidensche heilige hemel hemelsche historiesche hoogere hunne IGNATIUS JAKOBUS JALDABAOTH Jeruzalem JEZUS Joden Jodendom JOHANNES JOHANNES MARKUS joodsche Judea juist JUSTINUS keizer kerk kerkgeschiedenis Klein-Azië Korinthe later leer leven levend ligchaam lijke magt maken MARCION MARKUS AURELIUS martelaar MATTH menschelijke menschen moest naam nieuwe onze OPHITEN opzigt oude PAULUS PETRUS Phrygië POLYKARPUS Proconsul regt rigten rijk Rome Romeinen romeinsche sage Samaria schriften slechts stad tempel tendom Testament TRAJANUS tusschen uitwendige vader valsche volk voorlezingen voorstelling waarheid wereld wien wijsbegeerte wijsgeer wijsheid wijze wilde woord zedelijke zeker zelf zelve zijner zonden zooals zoogenaamde zoon zoowel zulke
Populaire passages
Pagina 127 - Ik raad u, dat gij van mij koopt goud, beproefd komende uit het vuur, opdat gij rijk moogt worden ; en witte kleederen, opdat gij moogt bekleed worden, en de schande uwer naaktheid niet geopenbaard worde; en zalf uwe oogen met oogenzalf, opdat gij zien moogt.
Pagina 127 - Zie, ik sta aan de deur en ik klop ; indien iemand mijne stem zal hooren, en de deur opendoen, ik zal tot hem inkomen, en ik zal met hem avondmaal houden, en hij met mij.
Pagina 96 - En nu zeg ik ulieden : Houdt af van deze menschen, en laat hen gaan ; want indien deze raad, of dit werk uit menschen is, zoo zal het gebroken worden; 39 Maar indien het uit God is, zoo kunt gij dat niet breken ; opdat gij niet misschien bevonden wordt ook tegen God te strijden.
Pagina 55 - En Jezus zeide tot hem : De vossen hebben holen, en de vogelen des hemels nesten ; maar de Zoon des menschen heeft niet, waar hij het hoofd nederlegge.
Pagina 222 - Zoo iemand wil deszelfs wil doen, die zal van deze leer bekennen, of zij uit God is, dan of ik van mij zelven spreek.
Pagina 134 - En zullen u tot den grond nederwerpen, en uwe kinderen in u ; en zij zullen in u den eenen steen op den anderen steen niet laten ; daarom dat gij...
Pagina 48 - Johannes weder hetgeen gij hoort en ziet: 5 de blinden worden ziende en de kreupelen wandelen, de melaatschen worden gereinigd en de dooven hooren , de dooden worden opgewekt en den armen wordt het Evangelie verkondigd; 6 en zalig is hij die aan mij niet zal geërgerd worden.
Pagina 55 - De oogst is wel groot, maar de arbeiders zijn weinige. Bidt dan den Heer des oogstes, dat hij arbeiders in zijnen oogst zende.
Pagina 134 - Och of gij ook bekendet, ook nog in dezen uwen dag, 't gene tot uwen vrede dient! Maar nu is het verborgen voor uwe oogen. 43 Want er zullen dagen over u komen, dat uwe vijanden eene begraving rondom u zullen opwerpen, en zullen u omsingelen, en u van alle zijden benaauwen. 44 En zullen u tot den grond nederwerpen, en uwe kinderen in u...
Pagina 55 - ... begonnen onder malkander te vragen, wie van hen het toch mogt zijn, die dat doen zoude. 24 En er werd ook twisting onder hen, wie van hen scheen de meeste te zijn. 25 En hij zeide tot hen : De koningen der volken heerschen over hen ; en die de magt over hen hebben, worden weldoeners genaamd. 26 Doch gij niet alzoo ! maar de meeste onder u, die zij gelijk de minste, en die voorganger is, als een die dient.