Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

TER VERBETERING.

Bladzijde 17 onder Assinghe staat Hueslo lees Huysloe, Vueslo lees Vuesloe. Auynge sloet lees Auynge-sloet.

[ocr errors]

19

[ocr errors][merged small][merged small][merged small]

29 staat Bonynghe hoff lees Bonynghe-hoff.
>>> Broecsinge hof >> Broecsinge-hof.

32

[ocr errors]
[ocr errors][ocr errors][ocr errors]

36

[ocr errors]

39

[ocr errors]
[ocr errors]

45

[ocr errors]
[ocr errors]
[ocr errors]

Danninge haue » Danninge-haue.
Dysynge erve » Dysynge-erve.

ten N. van de Wijk » ten Z.O. van de Wijk.

46 voeg in onder Duurse na Duyrse:

Dwrse. a 1561, zie Hovinghe-goet: Hoeuinge.

[ocr errors]

onder Dwingelo: Dwinglo staat Leebroek lees Leerbroek.

55 staat Eminge spyck lees Eminge-spyck.

57 >>> Esdoringhe ghaerde lees Esdoringhe-ghaerde. 60 regel 3 van boven lees stuk Drente.

111 onder Obeslo staat Vueslo lees Vuesloe.

>> 139 voeg bij onder die Stroedijck: zie ook Dwingelo: Dwingler.

[ocr errors]

144 onder Veenhuizen: den Vene staat goed lees god.

>> 146 staat Vleminge spijck lees Vleminge-spijck.

Andere feilen verbetere de gebruiker welwillend.

VOORWOORD.

Ter toelichting van mijne wijze van bewerking van de Nomina Geographica voor de provincie Drente behoef ik niet veel te zeggen: ik heb mij zoo veel mogelijk aangesloten bij hetgeen mijne voorgangers deden.

Het is reeds eenige jaren geleden, dat het verzoek tot mij kwam, Drente te bewerken. Doch toen mijn werk gereed was, begon de publicatie van het oorkondenboek voor Groningen en Drente. Ik had uit den aard der zaak (ik woonde toen te Utrecht) geput alleen uit boeken, waarvan sommige tamelijk verouderd waren. Het scheen mij dus mijn plicht, nu ik beter materiaal ontving, dat ook te gebruiken. Zoo volgde langzamerhand eene tweede bewerking, waarbij ik mij wederom richtte naar de methode voor Gelderland gevolgd, omdat ik wist, dat deze in overleg met het bestuur des genootschaps was vastgesteld. Mijn werk was juist gereed, toen de betrekking van rijksarchivaris in Drente openkwam; het toen te doen drukken, achtte ik met het oog op de mogelijkheid eener benoeming niet gerechtvaardigd; er was trouwens ook geen gelegenheid voor. Toen mijne benoeming volgde, meende ik natuurlijk, dat ik mijn werk moest aanvullen uit de ongedrukte bronnen, die daarna tot mijn dienst stonden. Bij dien arbeid wijzigde zich mijne opvatting van mijne taak. Had ik vroeger oorspronkelijke en andere bronnen dooreen gebruikt, dit mocht nu niet meer. Immers wie geeft de zekerheid, dat een afschrijver niet willekeurige of onwillekeurige wijziging heeft aangebracht in de spelling, terwijl juist de zekerheid, dat deze of gene schrijfwijze vroeger of later gevolgd werd, van zoo groot belang is. Het doel van mijn werk zou zijn, vast te stellen de wijzigingen in de spellingen van hetzelfde woord in verloop van tijd 1). Ten behoeve daarvan moest ik dus oorspronkelijke stukken gebruiken,

1) Tot 1600, omdat na dien tijd de schrijfwijze vaster is geworden en daardoor grooter eenheid in de spelling der namen is gekomen

en mocht ik alleen uit die boeken putten, waarvan de bewerkers genoegzame waarborgen gaven, dat zij zeer nauwkeurig de spelling der handschriften hadden gevolgd. Men zal zien, dat ik mij stiptelijk daaraan heb gehouden.

Doch het doel is een aardrijkskundig woordenboek; de korte opgaven, zooals in het deel van Gelderland gegeven worden, voldeden mij daarom minder. Meer in mijn geest was in dat opzicht de behandeling der Friesche plaatsnamen, en ik geef dus uitvoeriger aanteekeningen, waardoor veelal de ligging en omgeving van eene beschreven plaats of goed duidelijker worden. Daarom gaf ik soms vele voorbeelden van éénzelfde spelling. Doch dit had tevens nog een ander doel: den gebruiker zou daaruit blijken, dat, naast eene veel gebruikte spelling, in hetzelfde jaar, bij denzelfden schrijver, andere schrijfwijzen voorkwamen.

Aldus schreef ik een paar jaren geleden, toen mijn werk in den derden vorm gereed was en ik de hoop koesterde, dat spoedig met het drukken kon worden begonnen. Doch omstandigheden, wederom onafhankelijk van mij, schortten den druk voorloopig op; voorzeker ook niet naar den wensch der commissie voor de Nomina Geographica. En toen in het voorjaar van dit jaar de tijd was gekomen, dat een nieuw deel der Nomina ter perse kon gaan, en de omvang en de kosten van mijn werk berekend werden, bleken deze te hoog te worden. Besnoeiing werd dus noodig 1); geen aangenaam werk, waar dit weder veel arbeid kostte. Immers geheel aannemen de voor de Geldersche plaatsnamen gevolgde methode wilde ik niet; zooveel doenlijk trachtte ik te behouden ruimere omschrijvingen, zooveel mogelijk ook aanwijzingen, of de spelling voorkwam in een nederduitschen of latijnschen tekst.

Thans is ook deze omwerking gereed en gaan de Drentsche plaatsnamen ter perse. Dat ik de wordingsgeschiedenis mededeelde, geschiedde met het doel, de welwillendheid in te roepen voor de feilen, die mijn werk aankleven. Iedereen toch zal toestemmen, dat de verschillende omwerkingen niet waren in het voordeel van mijn werk. Moge dit daaronder niet te zeer hebben geleden.

Assen, 24 April 1901.

JOOSTING.

1) In verband hiermede vermeldde ik bij iedere spelling niet alle jaren, waarin zij voor kwam, doch het eerste en het laatste jaar en eenige daartusschen.

GESCHIEDKUNDIG ONDERZOEK

DER

AARDRIJKSKUNDIGE NAMEN

IN

DRENTE.

I. De Provincie 1).

1. GRONDGEBIED.

Trente. in comitatu Trente situm, a° 1040 (chart. Drente). Threntia. -per Threntiam, a° 1250; sigillum.. terre Threntie, a 1285 (charters rijksarch. Gron.); scultetus Threntie, a° 1287 (chart. Drente); homines terre nostre Threntie, a° 1328; decanus Threntie, a 1332 (charters rijksarch. Gron.).

Drentia. extra Drentiam, a° 1263 (chart. rijksarch. Utr.); universitas clericorum Drentie, a 1294 (chart. rijksarch. Gron.); receptor... Drentie, a 1330 (Schuldreg. v. Budel, M. Reg. en Rek. bladz. 297).

1) De oudste spellingen van Drente missen de h, die in later eeuwen werd ingevoegd en thans nog door sommigen wordt gebruikt. Reeds sedert de eerste eeuw komt de naam voor, doch tot 1040 alleen in stukken, die in afschrift tot ons zijn gekomen. Voor het eerst vond ik de h in een charter dd. 1263, in den tekst medegedeeld. Uitvoerig wordt over de naamsafleiding gehandeld door Mr. E. Pelinck in Fruin's Bijdragen voor 1894 (Drente omstreeks het Romeinsche tijdvak) waar ook de andere literatuur wordt opgegeven. Zijne uitlegging heeft de meeste waarschijnlijkheid voor zich; een feit is, dat de oudste schrijfwijze de h missen, de spelling Drente wordt daarom door mij aangenomen als juist. Niet onvermeld mag blijven, dat zelfs besturen en personen, die Drenthe schrijven, daarnaast het adjectief steeds of bijna altijd Drentsch spellen, eene inconsequentie, die ook in Drente zelve bijna algemeen gevolgd wordt.

Drenthia. de partibus Drenthie, a° 1263; bona... in Drenthia jacentia, a 1291 (charters rijksarch. Utr.); universitas sacerdotum et clericorum terre Drenthie, a° 1301; scultetus Drenthie, a° 1303 (charters Drente); decanus Drenthie, a° 1311; universitas terre Drenthie, a° 1313 (charters rijksarch. Utr.); decanus Drenthie, ao 1321 (chart. Drente); cum ministerialibus de Drenthia, a° 1324 (Schuldreg. v. Budel, M. Reg. en Rek, bladz. 41); pro inquisicione in Drenthia, a° 1325 (a. w. bladz. 6); universitati terre Drenthie, a° 1327 (a. w. bladz. 86); in Drenthia, a° 1329 (a. w. bladz. 224); per.. Drenthiam, a 1330 (a. w. bladz. 296); decanus Drenthie, a° 1335 (chart. Drente); in Drenthia, a° 1336 (Rek. officiaal, M. Reg. en Rek. bladz. 523), a° 1338 (chart. rijksarch. Gron.); reddituarius. . per.. Drenthiam, a° 1341 (chart. Zwolle); universitas terre Drenthie, a 1344 (chart. rijksarch. 's Grav.); in partibus Drenthie, a° 1346 (chart. rijksarch. Utr.); decanus Drenthie, ao 1360 (chart. Drente); sigillum.. terre Drenthie, a° 1364 (chart. rijksarch. Gron.); provisor decanatus Drenthie, a 1368 (chart. Drente); decanus Drenthie, a° 1374 (chart. rijksarch. Gron.), a° 1379 (chart. Drente); sigillis terre Drenthie et civitatis Groninge, ao 1393 (chart. rijksarch. Gron.); decanus Drenthie, a° 1439; partium Drenthie judex commissarius, a° 1444; decanus Drenthie, a° 1460; coram drossato Drenthie, a° 1475; partium Drenthie decanus, a° 1479; coram.. partium Drenthie.. decano, a° 1481; decanus Drenthie, a 1493; parcium Drenthie.. decanus, a° 1500; Borck partium Drenthie, a° 1569 (charters Drente).

Threnthia. scultetum Threnthie, a° 1276 (chart. Drente); castellanus Covordie et commune terre Threnthie, a° 1291 (chart. rijksarch. Gron.); in terra Threnthie... communitas terre Threnthie, a° 1314 (chart. rijksarch. Utr.); decanum Threnthie, a° 1315 (chart. Drente); decani christianitatis Threnthie, a° 1320 (chart. rijksarch. Utr.); in terminis Threnthie, 1328; officium decanatus Threnthie, a° 1332; universitas terre Threnthie, a° 1339 (charters rijksarch. Gron.).

-

Drenthya. intrare terram Drenthye.. in terra Drenthye.. in Drenthya, a° 1298 à 1304 (stuk rijksarch. Utr.).

Ttrenthia. decanus Ttrenthie, a° 1303 (chart. Drente).

Trenthia.terra Trenthie, a° 1320 (chart. rijksarch. Utr.); in officiis Zallandie, Tventhie et Trenthie, a° 1329 (Schuldreg. v. Budel, M. Reg. en Rek. bladz. 223).

Thriantia. — cives Thriantie, a° 1323 (chart. rijksarch. Gron.).

« VorigeDoorgaan »