Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

Brest gebleeven waren, waarin hy kort na dit ongeluk eene menigte byzonderheden tot hetzelve betreklyk hadt opgetekend.

[ocr errors]

De Bourbon, een Konings fchip van vierenzeventig ftukken, met zeshonderd en zeventig koppen bemand waaronder dertien of veertien Officieren, en honderd twintig Soldaaten, zonder de troepen ter ontfcheeping gefchikt, by deszelfs vertrek gekommandeerd door den Hr. Radouay, Hoofd van 't Esquader, maakte een gedeelte uit van het Esquader van wylen den Marquis d' Antin, beftaande uit twee divifien, de eene van Toulon de andere van Brest. Zy vertrokken tot eene geheime expeditie in het begin van September 1740, en kwamen te rug, de eerfte te Toulon op den 15den April 1741, en de andere te Brest op den 18den van dezelfde maand.

Digt by Martinique zynde ftierf de Hr. de Radouay op den 2den Nov. 1740., en de Graaf de Boulainvilliers volgde hem op, in het bevel over de Bourbon.

[ocr errors]

,, Van St. Domingo vertrekkende, zegt de Hr. de ,, Morogues, hadt dit fchip weinig lek, ééne pomp ,, was genoeg, en men pompte flegts korten tyd. Het ,, water vermeerderde by de Azorische eilanden; men stopte eenige openingen, en daar fcheen nog geen ,, gevaar te zyn; maar het ruwe weder, 't welk men federt het begin van April hadt, maakte verfcheiden nieuwe lekken van onderen, daar het onmoogelyk was by te komen, en die geduurig vermeerderden". De Hr. de Morogues heeft my niet gemeld, dat thans, ten overmaate van ongeluk, de Bourbon door een zeer dikken nevel van het Esquader wierdt afgefcheiden.

[ocr errors]
[ocr errors]
[ocr errors]
[ocr errors][ocr errors]

Na raad gehouden te hebben, op den 9den, wierdt. beflooten om de fteven naar het naastgelegen land te zetten. Men was toen omtrent zes mylen van Kaap Finifterre, ten Zuid Oosten,

G 5

[merged small][ocr errors]
[ocr errors]
[ocr errors]
[ocr errors]
[ocr errors]
[ocr errors]
[ocr errors]
[ocr errors]
[ocr errors]

Van dit oogenblik af zettede men vyf pompen te ,, werk, en men verdeelde al het volk by dezelve, zo dat zy de pompen niet dan door de noodzaaklykheid van eenig ander fcheepswerk verlieten. Men ,, bragt levensmiddelen by yderen post; men haalde gefmeerde zeilen onder het fchip, men wierp het kanon van de tweede battery benevens die van de ,, plegt over boord, behalven een om feinen te gee-: ,, ven. Men behieldt flegts één anker; in 't kort, men deedt alles, wat menfchelyke wysheid en „, voorzigtigheid in deze omstandigheden raadden om het fchip te behouden, 't welk misfchien vier en twintig uuren vroeger zou gezonken hebben, zo ,, men zich bezig hadt gehouden met vlotten te maaken, waardoor de arbeid aan de pompen geftaakt zou geworden zyn. Die geweldige arbeid duurde twee da,,gen en drie nagten. Men zag geen land dan den 11 den, des avonds. Ten agt uuren hadden wy al agt voet water in 't fchip, en te middernagt twaalf. Toen luifterde het fchip niet meer naar 't roer, en zakte zigtbaar. Het zonk geheel op den 12, een kwar tier na vyf uuren; en een half uur na dat men de ,, groote floep hadt uitgezet. De kleine was een half ,, uur te vooren uitgezet. De groote, op een kleinen afstand agter het fchip zynde, zag hetzelve verdwy,,nen, zonder één man te kunnen redden".

[ocr errors]
[ocr errors]
[ocr errors]

دو

[ocr errors]
[ocr errors]
[ocr errors]

4

Ik heb hooren zeggen, dat de draaikolk, door het zinkend schip veroorzaakt, zo geweldig was, dat dezelve aan de groote floep wierdt medegedeeld. Men heeft my niet gezegd in welke van de twee de Graaf de Boulainvilliers zyn zoon dwong te gaan, die volftrekt inet hem wilde fterven.

[ocr errors]

وو

Daar was, vervolgt de Hr. de Morogues, in weerwil van het dringend gevaar, geen gemor in dit fchip. Men hieldt daar eene ftrikte orde en ,, ondergefchiktheid, en ik kan niet genoeg roemen de bedaardheid der Officieren en de gehoorzaam¬

[ocr errors]
[ocr errors][merged small]
[ocr errors]

„heid der Soldaaten, die in de houding der Officie ren het gevaar poogden te ontdekken, en die door hunne rustigheid gemoedigd wierden. Men moet, voegt 'er deze Heer met reden by, deze toneelen gezien hebben, om te weeten, wat het in hebbe ,, by dezelve een rustig gelaat te toonen.

Daar wierden flegts vierendertig perfoonen door de beide floepen behouden, daar geene andere dan de Officiers met eenige matroozen, door den Kapitein benoemd, om hulp te lande te gaan zoeken, in traden. Vyf honderd zeventien man, alle braave lieden, die door de zelfde ziel, als hun voortreffelyke Kapitein fcheenen te leeven, fneuvelden hulpetoos.

Welk een verlies! met Scaphanders zou men alles behouden hebben! Daar was geen ander toeval dan lekkagie. De zee was niet verbolgen, en het gevaar niet fchielyk. Zo men op deze toevlugt hade kun nen ftaat maaken, zou men al den tyd gehad hebben om werkstoffen in zee te werpen, die noodig waren, zwemmende vlotten te kunnen maaken, waar mede de luiden zonder Scaphander zich zouden hebben kunnen bergen. De oever was niet verre af; men zoude hen welhaast te gemoet zyn gekomen, zodra de floepen of Scaphanders daar berigt van gegee

[ocr errors]

ven hadden.

Tegenwoordig zoude, in gelyke omstandigheden, het verlies van een enkel mensch niet kunnen toegeschreeven worden dan aan eene zeer fchuldige onachtzaamheid, dewyl men zich met een vyftigtal Scaphanders, die zeer weinig omflag zouden maaken in een groot en zelfs in een middelmaatig Schip, onfeilbaare uitkomsten zou kunnen bezorgen, en zo veele menfchen behouden, de nuttigste voorwerpen voor den Staat, én de dierbaarste voor alle welgeftelde zielen.

X. HOOFD

X. HOOFDSTUK.

De konst van zwemmen volgens Thevenot, Digby en Wynman, beoordeeld.

De

[ocr errors]
[ocr errors]
[ocr errors]

"

heeft een

e Hr. Thevenot, een Franschman ftukje in 12mo, in 1696, te Parys by Thomas Moette laaten drukken, over de konst van zwemmen, met de noodige ophelderingen en plaaten. Daar is niets onbillyker, zegt die Schryver, pag. 1. en 2., dan de klagten der menfchen, die aan de Natuur verwy,, ten van hun het vermogen van zwemmen, zonder behulp van de konst, geweigerd te hebben, dewyl men niet kan twyffelen, of een mensch natuurlyk even als eene groote menigte andere dieren zwemt, en het zelfs op een veel volmaakter en meer verscheiden wyze doet, zo wel voor zyn vermaak als nut. Indien dat zo niet was, zoude men zulk een ,, groot getal menfchen deze konst niet zien oeffenen ,, met zulk eene verwonderlyke behendigheid, die duidelyk toont, dat hy daar alle de natuurlyke gefchiktheid, zo wel als verkreegen bekwaamheid, toe heeft".

[ocr errors]
[ocr errors]

"

[ocr errors]
[ocr errors]

Geschiktheid! Ja, die is den mensch natuurlyk, dit wordt van weerskanten toegestaan; maar aanstonds te zwemmen, wanneer men in 't water valt of daar in geworpen wordt, gelyk de viervoetige dieren doen, dat is het punt van gefchil, en dat is de zaak, die wy vroeger ontkend, en waarvan wy, zo ik meen, gelykheid getoond hebben.

[ocr errors]

de onmo

Dewyl nu de mensch, vervolgt Thevenot, de ,, geschiktheid heeft van te kunnen zwemmen, waarom zwemmen dan alle menfchen niet? Deze vraag is ligt te beantwoorden. Zy zouden inderdaad allen

[ocr errors]
[ocr errors]
[blocks in formation]

49

eveneens zwemmen, en zy zouden het voordeel » genieten, dat andere dieren hebben, en dat de Naook voor hen gefchikt hadt, zo zy daarin

[ocr errors]
[ocr errors]
[ocr errors]

tuur

,, niet verhinderd wierden, door driften, daar zy zich voor moesten wagten; zodaanige zyn de driften van de vrees, het ongeduld en het ,, ongegrond vooroordeel, waardoor zy onbekwaam ,, worden om gebruik te maaken van de vermogens, welken zy inderdaad bezitten. Een blyk van deze waarheid is, dat zy, die kragts genoeg op zichzel,, ven hebben gedaan om zich voor al het gemelde te ,, wagten, ten allen tyde gezwommen en zwemmende verwonderlyke dingen gedaan hebben, gelyk ,, zy, die hen durven navolgen, nog heden doen".

[ocr errors]
[ocr errors]
[ocr errors]

Ik antwoord aan Thevenot dat dit alles gefchiedt door konst, en niet natuurlyk zonder het ooit geleerd te hebben.

[ocr errors]

Zo de menfchen in 't water zinken, zegt dezelf de Schryver, pag. 40., het is hunne eigen fchuld, ,, want natuurlyk zouden zy niet zinken". Thevenot doet hier eene vermetele verzekering. De menfchen, die foortelyk zwaarer zyn dan het water, gelyk men 'er vindt, zinken natuurlyk. Inderdaad zien wy, " (vervolgt dezelfde Schryver), dat de menfchen zich ,, eenig geweld moeten doen om te zinken; daar is zelfs behendigheid noodig om veilig, vaardig, en. "bevallig te zinken". enz. Dit alles zyn gevolgen van de konst , en bykomende bedenkingen, die de

[ocr errors]

hoofdzaak niet raaken.

Om de voordeelen van de zwemkonst in den mensch nog sterker te doen voelen, brengt Thevenot het voorbeeld van Cæfar by; „ Toen hy op 't punt zynde van onder de overmagt van Ptolomeus, Koning van Egypte, die hem overvallen hadt, te bezwyken, zich voor Alexandrie, gewapend van boven neder in zee wierp, en zwemmende zyne fchepen bereik

[ocr errors]
[ocr errors]

"

" te,

« VorigeDoorgaan »