Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden,, Volume 9

adell aldaar Appingedam bediend behooren behoort belastbaar land benevens beslaat bestaan vinden bewoond Bisschop Breda bund Celebes Ceram daartoe dezer Diekirch dijk distr dorp eenige eeuw eigendom bezeten eiland fraai Franschen Friesland gebouw gedeeltelijk gem geheel Gelderland gelegen gemeente genaamd gesticht getal geweest goed Graaf griet Groningen groot grooth hebbende Heer heerl Hertog Hertogenbosch Herv hetwelk Holland huis huisgez huizen hunne Hunsingo Januarij Java kant kapel katoenplant kerk kloost klooster koffijplant landbouw leerlingen bezocht Leeuwarden Leyden Luxemburg Maas MAASTRICHT maken MATHENESSE MEDEMBLIK meest hun bestaan Meijerij naam Nederlands-Guiana Noord-Braband Noord-Holland onzen Oost-Indië oppervlakte orgel oude Overijssel overtollige water ontlast palm Pastoor pold polder Predikant prov regt resid rigting Rijnland rivier ruim sedert sluis Staats-Vlaanderen stad stond Sumatra Sundasche eil Suriname telt thans in eigendom toegewijd toren tusschen uitmakende eene bevolking Utrecht volgens het kadaster voorm vroeger Westergoo WILLEM Zeeland Zevenwouden zijnde Zuid-Holland