Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

ken zouden, kon zy niet beletten dat hy 'er meede plaats in nam: maar al die opwags tingen, nog zyne beloften, en verzekeringen konden haar, tot daar toe, niet verder bren gen als dat zy ze duldde.

[ocr errors]

ALLENGS won hy echter haare genegenheid, en kwam dien geftrengen agterdogt daar že meede bezet geweeft was te boven, in zoo verre, dat zy eindelyk bekende, hem de genegenheid en goede wille van een eerbare Dame waardig te agten.

MET welke verrukkingen hy die lang verzogte Verklaring aannam, kan afgemeeten worden, uit de moeitens die hy genoomen had om ze te verkrygen: alles was nu zoo verre, dat hy alleen op 't bepalen van den tydt tot voltrekking had aantehouden, welke, zy zei. de, aan de fchikking van haar' Bloedverwant, zyn' Vrind, over te laten.

Hy fcheen daar zeer wel meede te vreeden; zy deed zulks ook om aan dien Vrind te doen zien, hoe ze met genoegen een huwelyk aanging, welkens voortgang hem niet onverfchillig geweeft was. Dus fchikte zy zich tot trouwen, als tot een zaak daar ze in 't kort toe

ftond over te gaan. Daarop verliepen 'er eenige dagen, dat Ziphranes niet verder op trouwen aandrong, alleen, zei hy, by haar Neef geweeft te zyn, dog dien niet gevonden te hebben.

HOE vooringenomen zy ook was met haaren Minnaar, kwam 't haar wel vreemt te vooren, dat iemant, die, met zoo veel hartstogt als hy betuigd had, na de voltrekking

van een zaak te verlangen welke tans van żyn yver alleen afhing, zyne opwagting by den geenen daar hy 't ogenblik meede regelen zoude, niet met meer nadruk ging maken: te meer, daar zy zeer wel wift, hoe geregeld haar' Neef te vinden was; dit, en de verbeelding dat zy eenige verflaauwing in zyne houding ontdekt had, gaf haar zeer vreemde gedagten, en veel ongeruftheid.

EEN week was 'er op die wyze verloopen, na hy, gelyk boven gezegt is, haare gunftige gedagten had geweten, wanneer hy haar liet zeggen, dat hy verkouwden was, en het vermaak niet hebben kon van haar te komen zien.

DIE boodschap, en de manier daar ze in gefchiedde, vermeerderde haaren agterdogt van te goeden gedagten gehad te hebben van zyne liefde en eerlykheit: Ik ben bedroogen riep zy uit vol fpyt en ontroering; de wind nog het weder doen hem niet wech blyven; zyn onftandvaftige hart is verkouwd.

NIETTEMIN Verburg zy haar ongenoegen, en fchoon haar Neef, een en andermaal haar bezogt, federt dat Ziphranes laatft by haar was, gaf zy dien niets van de geheele zaak te kennen, tot die, eens in een vrolyké luim, haar zeide, Wel Ntgt, bee is 't, wan neer zal de zaak van myn Vrind eens voortgang hebben?-Waar op zy, als zonder na denken, antwoordde, dat moet my niet gevraagt worden: wat heeft Ziphranes er u van gezegt?

Hoe zou ik iets van hem kunnen verwagten,

[ocr errors]
[ocr errors]

zei de Neef, daar gy 't zelf voor my verbergen wilt? maar, vervolgde by, waarlyk wy moeten daar eens wat ernstiger van Spreeken: my dunkt dat 'er wat ongenoegen tuffchen uw beide moet wezen, want hy is me twee of wel driemaalen ontmoet, en fcheen my eer te willen myden, als te willen zoeken.

TE hooren dat hy ontmoet was, in den tyd dat hy haar liet weten verkouden te zyn, en te huis te moeten blyven, en dat door de perfoon aan wien zy 't overgegeven had om den tyd tot hun trouwen te bepaalen, met dien niet te fpreeken over een zaak daar men zoo yverig op aangedrongen had, was genoeg, om de oogen van minder doorzichtigen als Barfina te openen: zy wierd op eenmaal overtuigd van zyne valsheid en ondankbaarheid; en de verontwaardiging welke zy gevoelde over zulken laffen bedrog was op 't punt om de overhand te krygen; en haar de geheele hiftorie aan haar Neef te doen verhalen, wanneer eenige Juffers inkwamen, daar dit meede verhinderd wierd.

DIEN avond geen gelegenheid hebbende om de kwelling die haar benaauwde lugt te geven, om dat haar Neef eerder als 't verdere gezelfchap vertrok, bragt zy vervolgens zeer bittere uuren door, daar wy de byzonderhe den niet van behoeven te befchryven.

Zy zou al wat ze bezat hebben willen geven, om een eenige reede voor zoo. fchielyken verandering te kunnen uitdenken; zy had, meinde ze, al de bewyzen, al de be

[ocr errors]

tuigingen, al de verzekeringen van hem gehad, die een braaf Man geven konde, vai opregte agting, hevige en getrouwe liefde!

Hoe meer zy voorleedene van zyn gedrag met het tegenswoordige vergeleek, hoe minder zy het kon overeenbrengen: dit ging zoo ver, dat, of hy fchoon haar niet onverfchillig ware, zy echter, meer door de verbaaltheit, overt onbegrypelyke van zyn trouwloosheit, als over de te leurftelling harer uitzigten en verwagting, aangedaan was. Haar grootite drift was nu de oploffing van zyn gez drág te weten.

[ocr errors]

HAARE grootmoedigheid, even zoo weinig als haare gewoone zedigheid konden echter niet dulden, dat zy een ftap zoude doen, om të onderzoeken, waarom hy niet by haar kwam; en haar, Neef niet nader by haar haand op komende, had ze niemand op wiens befcheidenheid zy zoo veel aan konde, om die haren vertrouwden in de zaak te maken! → zy dagt dat het eenigfins tot haar nadeel strekken kon; in die kwellende toeftand fleet ze drie dagen, en ftond meer uit door 't pynlyk nadenken aller omftandigheden, als ze vervolgens deed, toen ze van de wezentlykheid bewuft was.

Zoo dra ze op den vierden dag haare meid bovenfchelde, bragt die haar een' Brief, wel ken zy zeide, heel vroeg, van een knegt vani Ziphranes gekreegen te hebben: - Van Zi phranes! riep Barfine uit, met een verbaastheid, die ze ogenblikkelyk niet meefter was Ill Deel 11 Stuk.

wat zal my dien te zeggen hebben? de inhoud was.

n

"

Aan BARSIN A,

SEDERT ik laatft de eer had. Uw op 'te wagten, is my een voorflag gedaan tot een Huwelyk, 't welk beter myn flach was, en ik heb het aangenomen, te meer om dat ik wel weet dat het uw vry om t'even wezen zal: Ik oordeelde het van myn pligt te zyn Uw hier van kennis te geven, eer Uw zulks van anderen gezegt mogte worden! - Ik wens U zoo gelukkig met een ander Man, als ik huiden morgen zelf denk te worden; ting."

ik zal altoos blyven met ag

MEVROUWE

[ocr errors]

Uwe onderd. Dr.

ZIPHRANES.

bui

WAT zy gevoelde onder het leezen van deezen Brief, kan ieder Juffer, welke, ten liefde, eenige Fierheid heeft, of vatbaar is voor gevoeligheid, oordeelen; maar Barfina had zekerlyk als nog, een al te groo te genegenheid voor deezen ongetrouwen vertreder van de allervuurigfte geloften en betuigingen, dan dat haar droefheid niet zeer hevig zoude geweeft zyn.

7

Maar hoe die ook ware, zy vertrouwde

« VorigeDoorgaan »