Pagina-afbeeldingen
PDF
ePub

1

tegens hun eigen belangen te Adwifeeren,
vooral, daar het nooit ontbreeken zoude aan
anderen, die zich na de verbeelding van den
raadvrager gaarne fchikken willen, daar
om vroeg hy dan, van ter zyden, met veele
dubbelzinnige vragen, of hy niet zomtyds
fcheuten in zyn hoofd, pynen in zyne lende-
nen, of drukkingen voor 't hard gevoelde?
daar de zieken zeer verlegen op ant-
woordde, van ja; (en 't zou een wonder ge-
weeft zyn indien niets iets diergelyks, na
zulk een hevige kuur, plaats gehouden had;
- de arts daarop zyn hoofd fchuddende,
zei, met een bekommerd wezen, Mynbeer!
Mynheer! dat zyn flegte tekenen: -
Sy zult
nog wat dienen te medicinceren:
dat al 't vergifd nog met geheel uitgedreven
is. En daar op een lange redenvoering aan-
vangende over de doordringbaarheid, en vlug-
heid zommiger fenynen, bragt hy zyn' lyder
weder vol vrees, en als op nieuw geheel
buiten zich zelven.

ik vrees

Of hem nu even dezelve medicynen als te vooren toegediend wierden, of dat ze van cen ander zoort waren, zou ik niet zeggen kunnen, maar welken ze geweeft zyn, hy verviel binnen korten tyd in zoodanigen staat dat men volftrekt aan zyn' opkomft twyffelde en de Doctor verpligt was, om al wat de konft vermag in 't werk te ftellen, om hem weder te redden.

MAAR om niet te langdradig in dit onaangenaame deel van myn Verhaal te wezen, zal ik alleen zeggen, dat zyn fterf uur nog

niet daar was! hy herftelde nogmaals en fcheen alleen verandering van lugt noodig te hebben tot wederbekoming van zyne kragten.

DEWYL men hem te zwak oordeelde, om na zyn eige Buiten-Plaats te gaan, die meer als dertig uuren van Londen geleegen was, wierden er kamers gehuurt te Cafehoughton. een dorp dat men zeide, in een zeer gezonde lugtftreek geleegen te zyn, die, na de gedagten van zyn Doctor, zeer wel met zyne gefteldheid overeenkomen zou: dewyl ze niet te Dik, nog ook niet te Dun was; maar zoo als ze vereischt word, voor iemand die zoo verzwakt was als hy.

Hy ondervond wel haaft de goede uitwerking er van, of, mogelyk, van geheel en al de geregten van de Apotheekers Winkel na te laaten: hoe't zy, zyn kragten namen toe, en in korten dagen kon hy in de tuinen wandelen, brengende ieder morgen hem nieuwe kragten, beter eetluft, en frisfer levens gees

ten aan.

Oм kort te gaan, hy wierd in korten tyd volkomen wel; en maakte reets schikkingen om weder na Londen te keeren, wanneer een onverwagt en wonderlyk toeval hem verrafte, en, beide ziel en lichaam van onzen lyder, weder in even dezelve, zoo geenen flimmeren ftaat fcheen te zullen storten als hy te vooren geweeft was.

OP ZEKEREN avond vermaakte hy zich met de vrolyke overwegingen van zyne herftelling, in eene fraaije laan, op eenigen afftand

e

16

De

2

Bes

e

d

van het Dorp, wanneer hy al wandelende, een Juffer zag, geheel in 't wit gekleed, leunende over het Hek van een landhoeve, be hoorende aan een van de Heeren van dien oord. Hy, op deezen avontuur niet bedagt, ging voort, en tot op ontrent twintig treeden het hek genaderd zynde, verbeeldde zich het was Barfina's gedaante, geftalte, wee zen, in 't kort zy geheel en alt-hy trad te rug en ftond ftil, vol fchrik en verwondering maar niet gaarne door een fchyn willende ver fchrikt wezen, riep hy al zyn' moed by een, en nogmaals naauwkeurig toeziende, keerde het voorwerp zich ten vollen na hem toe, 't geen in 't eerft niet geweeft was, en hy hoorde. 't duidelyk uitroepen Ziphranes! waarop het aanftonds uit zyn gezigt geraakte, of liever zyne oogen geraakte buiten ftaat van zien, want hy viel in een flaauwte, op 't oogenblik dat zyn naam genoemt wierd, door eene ftem. die hem toefcheen dezelve van Barfina te we zen: alles liep toen te famen om hem te doen denken dat hy van haaren geeft vervolgd wierd.

Ongelukkig was hy deezen avond geheel al leen uitgegaan, 't geen hy anders, zedero zyne ziekte, nog nooit gedaan had; en ware het niet de zorgvuldigheid van een zyner be dienden geweeft, die, dugtende, de avond+ hugt mogt zynen meefter nadeelig wezen, hem te gemoet gegaan was, zoo ware hy waarfchy nelyk, in dien ftaat in de laan blyven leggen. en hadden hem flimmer toevallen kunnen og verkomen.

DB

DE KNEGT hem daar vindende, en zonder beweging ziende, dagt in 't eerft dat hy dood. was; maar de flapen van zyn hoofd wryvende, en hem wat opregtende, bevond hy 't anders, en bragt hem met veel nioeite by zich zelven ; to de eerfte woorden die hy zei, hadden zin nog flot, en beduiden niets als dooden, geeften, fpooken: en, dat hy 'er geen fchuld aan had, ze had zich zelven te Fort gedaan. enz. niettemin al zyn verftand by een roepende, bekwam hy, meer en meer, en bedaarde ook in zyne uitingen, dog vroeg aan zyn knegt, of die niets gezien had? die er neen op zeggende:- riep Ziphra nes op nieuw verbaasdelyk uit: hemel! ben ik het dan alleen, die in leven en dood van haar moet vervolgt worden!

Hy wierd eindelyk overreed om na zyn kamers te gaan, alwaar hy zich aanftonds te bed begaf, en de knegt by zich hield om te waaken: die was zeer verwonderd dat zyn Meester, in de plaats van te flapen, de geheele nagt door ylde; de verbaaltheid en vrees hadden hem zóó getroffen, dat hy een zeer hevige Koorts doorstaan, en 's anderen daags weder om den Dokter zenden moett.

2

[ocr errors]

IN zyne ylingen verhaalde hy, aan ieder die hem bezogt, al wat 'er tuffchen hem en Barfina was voorgevallen; en hoe zy, niet voldaan met het vergif te gebruiken, nog als een geeft rondfom hem bleef waaren: zoo iterk werkte het geheugen van 't geen hy gezien en gehoort had op zyne ontroerde zin

-- en

пер

nen dat hy dikmaals nog meende haar te zien, en te hooren roepen, Ziphranes!

IN deeze ongelukkige omftandigheden zullen wy, voor eenigen tyd, van hem fcheiden, en te rug keeren tot de fiere oorzaak 'er van, de zeer beledigde, dog wel gewrookene Barfina

TOEN die zich om eene andere verlåten zaga in een tyd dat ze haar 't meeft verzekert hield van de liefde van Ziphranes, verfpildeze geen tyd met traanen, al haare gedagten sparden zich in, om een middel uit te denken, om hem haare gevoeligheid over zulk een mishandeling te doen ondervinden: daar toe geliet ze zich tamelyk onverfchillig en zeer geduldig in 't geval te zyn, voer niet uit tegens zyne onftandvastigheid, nog betoonde 'er geene verwondering over, ter tyd dat ze hem, ten haaren huize, zelf voor had, en een vrees aanjoeg, gelyk wy reets verhaald hebben; de Wyn die ze hem fchonk, was zoo als zy dien van den Wynkoper bekomen had, zonder eenig mengzel van vergif, dog haar oogmerk wierd 'er meede bereikt: hy, bewuft al de wraak verdiend te hebben die zy op hem neemen konde, geloofde gereedelyk dat ze zoo gedaan als gezegt had, en de angften daar hy in was, en die hy te vergeefch onder een uiterlyk vloeken en razen had zoeken te verbergen toen hy vertrok, gaf haar het grootite genoegen.

Zy gaf haaren neef en kamenier aanstonds kennis van al de omftandigheeden, en be III Deel II Stuk.

K

raam

« VorigeDoorgaan »